Raad voor de Journalistiek stelt criteria op voor verzoeken tot anonimisering
Per 1 mei voegt de Raad voor de Journalistiek (RvdJ) nieuwe criteria toe aan de Leidraad voor de beoordeling van klachten van burgers, die media vergeefs hebben verzocht om hun persoonsgegevens te wissen of te anonimiseren in online publicaties.
Ook media ontvangen regelmatig dergelijke verzoeken. Het is de indieners dan niet altijd duidelijk op welke gronden zij worden toegekend of afgewezen, aldus de Raad.
Volgens de Raad voor de Journalistiek is het recht op bescherming van persoonlijke gegevens urgent. Binnen de Europese Unie is de juridische bescherming van de privacy van burgers aangescherpt. In de Nederlandse Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geniet de journalistiek een uitzonderingspositie wegens een ander belang: het recht op informatie. Bij de beoordeling van vergetelheidsverzoeken gaat het niet zozeer om juridische als wel om journalistiek-ethische normen.
De Raad blijft van mening dat het publiek belang van zo volledig mogelijk, betrouwbare archieven ‘slechts in uitzonderlijke gevallen’ moet wijken voor het particuliere belang van een verzoeker. Maar naarmate meer mensen zich zorgen maken om hun digitale reputatie, neemt de druk toe om tot de uitzondering te worden gerekend. Dat vraagt om een zorgvuldige en transparante afweging van belangen. Daarbij kunnen deze nieuwe criteria helpen, stelt de Raad.
Redacties kunnen aan de hand van vragen tot een eigen, afgewogen oordeel komen. Zo gaat het om vragen als: hoe ernstig (kunnen) de gevolgen van de publicatie zijn; dient de volledige informatie een bijzonder publiek belang; is de feitelijke informatie nog relevant; heeft de betrokkene meegewerkt aan de publicatie en kon hij of zij zich voldoende bewust zijn van de gevolgen? Bij de meeste verzoeken geeft het antwoord op een enkele vraag vermoedelijk niet de doorslag maar spelen verschillende criteria een rol.
De Raad behandelt overigens alleen klachten tegen redacties, die verantwoordelijk zijn voor online publicaties, en niet tegen online zoekmachines.
Het zogeheten ‘vergeetrecht’, waarbij burgers in Europa zoekmachines kunnen verzoeken om onjuist, irrelevant, niet langer relevant of bovenmatig materiaal te verwijderen, bestaat sinds 2014. Inmiddels zijn er al miljoen verzoeken bij Google neergelegd om informatie te verwijderen uit de Europese zoekresultaten. Er is al jaren veel discussie over het vergeetrecht en Google heeft ook al diverse malen rechtszaken gevoerd omdat ze vinden dat het vergeetrecht te ver gaat.
Bij de Boston Globe zijn ze nu met een project bezig waarbinnen mensen de krant kunnen vragen eerdere berichtgeving die online te vinden is over hen bij te werken of te anonimiseren. Meer bij de Raad voor de Journalistiek
Lees ook:
Zweedse miljoenenboete Google voor ‘ondergraven vergeetrecht’ (11 maart 2020)
Google weigerde terecht verwijderingsverzoek veroordeelde moordenaar (18 december 2019)
Moordenaar krijgt vergeetrecht van Duits Hooggerechtshof (28 november 2019)
Europees Hof: Google hoeft Europees vergeetrecht niet wereldwijd toe te passen (24 september 2019)
Grenzen aan het vergeetrecht (22 januari 2019)
Google moet verwijzingen naar NRC-stuk uit de index halen (19 april 2018)
Google uit zorgen over nieuwe ‘vergeetrechtszaken’ bij het Europees Hof (17 november 2017)
Praat mee