Hoe zien Haagse voorlichters hun eigen rol in relatie met journalisten?

Het groeiende leger voorlichters in Den Haag lijkt er soms alles aan te doen om journalisten het werk onmogelijk te maken, is de veelgehoorde kritiek. De Volkskrant vraagt woordvoerders hoe zij zelf hun rol zien. Zien ze zichzelf inderdaad als verdedigingswal rondom een bewindspersoon, of achten ze zichzelf een neutrale schakel tussen overheid en pers?
Tegenwerking met Wob-verzoeken, vertragingstechnieken, invloed op journalistieke documentaires, het afgelopen jaar zijn de voorbeelden van onenigheid tussen journalisten en voorlichters legio.
“Dit is een discussie die ook bij ons vrij scherp speelt”, zegt Peter Mollema, communicatiedirecteur bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in de Volkskrant. “Hoe ga je om met transparantie? Wanneer spreekt de minister als partijpoliticus en wanneer als minister? Dat onderscheid is niet altijd glashelder, maar wij maken dat zo goed mogelijk.” Woordvoerders zijn volgens Mollema in elk geval geen politiek assistenten van ministers en “zeker geen spindoctors”. Ze zijn er in de eerste plaats om vragen van journalisten “zo zuiver mogelijk” te beantwoorden.
Anne-Marie Stordiau, tussen 1995 en 2015 directeur communicatie op het ministerie van Justitie, denkt daar iets anders over. ‘Als ambtenaar ben je voor 100 procent loyaal aan je minister, totdat die opvatting in strijd komt met de waarheid uiteraard.
Voor Daphne Kerremans, woordvoerder van minister Hugo de Jonge (CDA) van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), is het wél een uitgemaakte zaak dat zij vooral een brugfunctie heeft tussen de bewindspersoon en pers en publiek. Enige loyaliteit aan een bewindspersoon is er volgens Kerremans zeker, maar die heeft een grens.
Liegen is een taboe. Maar een woordvoerder kan de waarheid op veel verschillende manieren naar buiten brengen, zegt oud-woordvoerder Anne-Marie Stordiau. “Je kunt de waarheid natuurlijk in een frame zetten.” Ook timing kan belangrijk zijn. Soms brengen ministeries wel op eigen initiatief schadelijke informatie naar buiten, maar doen ze dat op een tactisch moment waardoor er weinig aandacht voor zal zijn – omdat de kranten net naar de drukker zijn, omdat er belangrijker nieuws is waar mensen zich druk om maken of omdat journalisten aan het kerstdiner zitten.
Oud-woordvoerder Anne-Marie Stordiau zegt dat je door zulke timing net iets meer ruimte hebt om een verdediging voor te bereiden. Maar, voegt ze daar aan toe, in dit internettijdperk lukt het niet meer om slecht nieuws “weg te werken”. “Bewust ondersneeuwen doen we nooit. Dat werkt niet. Politici en journalisten worden vaak juist extra boos als ze de indruk krijgen dat informatie bewust op een laat moment naar buiten wordt gebracht,” aldus Mollema.
Lees ook:
Paul Stamsnijder: “Omtzigt maakt karikatuur van communicatie overheid” (12 oktober 2021)
Omtzigt: “Stop meer geld in doordacht beleid dan de communicatie daarvan” (11 oktober 2021)
D66 wilde WOB-verzoek documentaire Sigrid Kaag weigeren (4 oktober 2021)
‘Journalistieke regels moeten worden aangescherpt na beïnvloeding Kaag-docu’ (2 september 2021)
Flinke toename van Inhuur externe woordvoerders tijdens Rutte III (26 april 2021)
Praat mee