Mediadebat: minister Slob gaat miljoenengat NPO niet dichten

In het Mediadebat met minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) overheerste maandag bij partijen zorg over de daling van het NPO-budget, als gevolg van lagere Ster-inkomsten. Slob is glashelder over de daling: hij gaat in zijn begroting niet op zoek naar compensatie.
Budgetgat NPO
“Is dat leuk? Nee, dat is niet leuk”, aldus Slob over de daling. Zeker gezien de meerdere bezuinigingsrondes die de NPO moest verwerken viel de verwachte daling met 60 miljoen euro wegens tegenvallende Ster-inkomsten veel partijen rauw op het dak. De omvang van het structurele gat tegen 2019 werd duidelijk nadat accountantskantoor EY de definitieve rapporten had ingeleverd.
Kamerlid Peter Kwint (SP) verbaasde zich over de late aankondiging. Volgens Kwint dateert het EY-rapport van 9 september en werd in het regeerakkoord van 10 oktober met geen woord over “het enorme tekort” gerept. Slob herinnerde Kwint er droogjes aan pas op 26 oktober te zijn aangetreden en geen tafelgenoot te zijn geweest bij onderhandelingen over het regeringsakkoord.
Wel temperde Slob direct verwachtingen dat hij het gat (dat hij in november in zijn Mediabrief onthulde) zal dichten. Vooruitlopend op de situatie in 2019 heeft Slob het minimumbudget voor de NPO op 740 miljoen euro gezet.
Slob: “Ik ben niet van plan om in mijn begroting naar dat geld te zoeken. Dan moet ik aan onderwijs komen. Dat geld komt niet uit mijn begroting en moet op een andere manier gevonden worden.” Voor 2018 kan de teruggang nog worden opgevangen met een beroep op de zogeheten Algemene Mediareserve (AMr).
Dat fonds mag niet volledig worden geleegd, herinnerde Slob. Er moet minstens 31,5 miljoen in reserve blijven - vandaar dat de NPO er in 2019 niet nog eens uit kan putten. Volgens Slob heeft de NPO nu een jaar om te onderzoeken hoe de teruggang in Ster-inkomsten (deels) kan worden opgevangen.
Hij denkt daarbij aan mogelijkheden om online meer inkomsten te genereren of bijvoorbeeld programmalicenties te verkopen aan partijen als Netflix. Er is inmiddels een rechtenorganisatie opgericht die namens omroepen zulke onderhandelingen kan voeren. Het betreft een pilot die in 2020 wordt geëvalueerd.
Kirsten van den Hul (PvdA) sprak van “een de-facto bezuiniging” als die daling van overheidswege niet wordt gecompenseerd. Slob stelt dat het minimumbedrag van 740 miljoen euro voor de NPO een harde ondergrens is. “Het kan nog omhoog, maar de ontwikkelingen zullen we moeten afwachten”, aldus Slob. Het minimumbedrag moet volgens de bewindsman “solide naar de toekomst toe” zijn.
Slob was ook stellig dat de daling van reclameinkomsten bij NPO de regionale omroepen niet mag raken.
Dilan Yesilgöz (VVD) ziet geen reden om financieel in te grijpen. Er valt volgens haar bij de NPO nog wel wat te winnen door de focus op kerntaken en het feit dat volgens de VVD “de efficiencyslag bij de NPO nog niet is afgerond”. Martin Bosma (PVV) valt haar bij: “Als bij bedrijven de inkomsten dalen, moeten ze hun uitgaven aanpassen.”
Slob stelt dat de NPO het komende jaar, wanneer de daling nog uit de AMr gecompenseerd wordt, moet gebruiken om over oplossingen na te denken. “De opdracht aan de NPO is helder: het financieel probleem is groter dan gedacht en heeft in 2019 effect op het bedrag dat beschikbaar is”, stelt de minister.
Grootverdieners
In het kader van dalend budget bij de NPO benadrukten partijen de noodzaak om grootverdieners bij de publieke omroep aan te pakken. Daar is door de NPO al het nodige aan gedaan, aldus Slob.
Kwint (SP) stelt dat de beloning van presentatoren inmiddels vaak een plafond heeft, maar dat er vaak via het eigen productiebedrijf flink wordt bijverdiend. Slob stelt dat er incidenteel meer wordt verdiend, maar dat er daarbij vaak nog sprake is van een overgangsrecht. “Maar het betreft een uitsterf-constructie”, stelt de minister.
Hij zegt dat aan omroepen ‘indringend’ is gevraagd om te kijken naar bijverdiensten via productiebedrijven. “Ik hoop en ga ervan uit dat de omroepen hun verantwoordelijkheid daarin gaan nemen”, aldus Slob.
Flexcontracten
Kirsten van den Hul (PvdA) wees in het kader van de dalende inkomsten en budgettaire onzekerheid op de weerslag die dat heeft op werknemers. “De onzekerheid op de arbeidsmarkt van mediaprofessionals houdt verband met onzekere financiën”, aldus Van den Hul. Slob: “Dat geldt voor alle terreinen. Soms is maximaal flexibel zijn een keuze.”
Slob noemt dit debat niet exclusief van belang voor de mediasector.
Laag btw-tarief
Veel partijen drongen bij de minister aan op toestemming om digitale mediaproducten onder het lagere btw-tarief te mogen belasten. Slob heeft daar sympathie voor, maar zegt te zijn gebonden aan wat Europa daarover beslist. Een voorstel om dat toe te staan werd afgelopen juni door enkel Tsjechië weggestemd.
Van den Hul vroeg om onderzoek om de aangekondigde verhoging van het lage tarief van 6 naar 9 procent op specifiek mediaproducten te laten onderzoeken. Slob voelt daar niets voor. “Ik ben niet van plan dat te gaan doen rond deze generieke verhoging”, aldus Slob. Onderzoek doen kost geld, en dat wil de minister anders besteden.
Regionale journalistiek
Met de komst van de koepelorganisatie Regionale Publieke Omroep (RPO) heeft de overheid er een goede gesprekspartner bij, stelt Slob. Hij sprak zijn waardering uit voor “de mooie stappen die de regionale omroepen hebben gezet”, tegen de achtergrond van een behoorlijke bezuinigingsopdracht.
Slob wil - net zoals die met de landelijke publieke omroep worden gemaakt - op termijn met de RPO prestatieovereenkomsten afsluiten. Voorlopig is dat nog niet aan de orde. “Het betreft een jonge organisatie waar veel op afkwam”, aldus Slob. Veel van de plannen die binnen de RPO zijn geopperd zouden ‘slimmer en scherper’ kunnen, maar daarover wordt later gesproken.
Vensterprogrammering
Een eerder dit jaar aangekondigd plan voor vensterprogrammering laat nog even op zich wachten, aldus Slob. Het idee is dat regionale omroepen bij de landelijke nieuwsuitzendingen bij de NPO, in een toegewezen tijdslot, naadloos een regionale editie kunnen invoegen.
De vensterprogrammering biedt regionale omroepen de mogelijkheid lokale journalistiek onder de aandacht te brengen. “Het laat langer op zich wachten dan we hadden gehoopt”, erkende Slob over het ontbreken van een concreet plan. Een pilot moet de praktische uitvoerbaarheid op zowel technisch als kostentechnisch gebied aantonen. Slob belooft voor het kerstreces met bestuurlijk overleg over de start van een pilot te komen.
De financiering van de pilot rond vensterprogrammering is nog niet rond, stelt Slob.
Regionale journalistieke woestenij
Kwint (SP) wees in het debat op de gemeentelijke bijdrage van 1,30 euro per huishouden voor het stimuleren van lokale journalistiek en dat niet elke gemeente daaraan komt. “Dat is een richtsnoerbedrag en geen verplichting”, aldus Slob. Gemeenten die helemaal niets bijdragen zijn in strijd met de wet, waarop hij Kwint uitnodigde zich bij hem te melden met namen en rugnummers.
Slob voelt er niet voor om gemeenten, los van wat wettelijk vereist is, vanuit de landelijke overheid verplichtingen op te leggen.
Lisa Westerveld (GroenLinks) drong bij Slob aan op een onderzoek door het Sociaal en Cultureel Planbureau naar de verschraling van de democratische controle op lokaal bestuur.
Dat voorstel schoot Slob direct af. Dat er sprake is van verschraling is wel duidelijk. Veel is al bekend, daar is geen nieuw onderzoek voor nodig. Er is gewoon een teruggang”, aldus Slob, die nieuw onderzoek zonde van het geld noemt.
Westerveld: “Punt is dat we geen overzicht hebben of er voldoende controle is van lokaal bestuur.” Dat argument maakte geen indruk op de nieuwbakken minister, die nieuw onderzoek uitsloot.
Nepnieuws, mediawijsheid en diversiteit
Slob erkent dat grote Amerikaanse bedrijven als Google en Facebook - ook wel superplatforms genoemd - steeds vaker bepalen welk nieuws we zien. “We lopen het gevaar dat niet het publieke maar het commerciële belang de nieuwsstroom bepaalt”, aldus Slob.
Het medicijn daartegen moet het kweken van bewustzijn bij nieuwsconsumenten zijn. Nepnieuws is volgens Slob een boeiend onderwerp, waar we voor moeten waken dat het “niet te veel met ons aan de haal gaat.” De media zelf zijn aan zet om een eenzijdige informatiebubbel te helpen voorkomen. Naar Frans voorbeeld zouden media volgens Slob kunnen afstemmen hoe over bijvoorbeeld verkiezingen wordt bericht.
Bosma (PVV) had in het vragenrondje vooraf gewezen op het interview met CDA-fractievoorzitter Sybrand Buma in het AD van afgelopen weekend. Die riep op tot de vorming van een internetautoriteit ter bestrijding van nepnieuws. Bosma noemt het vreemd dat de voorman van een regeringspartij dergelijk vermeend regeringsbeleid in de krant aankondigt.
Partijen drongen verder aan op een vergroting van diversiteit bij presentatoren en gasten. Volgens Kuzu (Denk) is het vertrouwen in de journalistiek onder meer zo laag omdat mensen zich niet vertegenwoordigd zien. Hij pleitte onder meer voor ‘afrekenbare resultaten’ wat betreft gasten in talkshows.
Kwint (SP) vroeg zich af wat dat betekent voor de vrijheid van programma’s om zelf hun inhoud te bepalen. “We delen het zorgpunt, ik heb ook een lijstje met gasten die ik veel te vaak zie”, aldus Kwint. Dat maakte van Kuzu’s zorg een karikatuur, klaagde het Denk-Kamerlid - die ook het plan uit 2016 voor een verplichte journalistieke eed weer afstofte.
Conclusie
Slob heeft met kalmte en duidelijke grenzen zijn eerste Mediadebat gevoerd. Plannen voor in zijn ogen onnodig onderzoek wees hij resoluut van de hand. Ook hoeft de NPO na 2018 niet te rekenen op financiële ondersteuning voor het gat dat ontstaat door de dalende reclame-inkomsten.
Zelfredzaamheid is Slobs advies. Volgend jaar zal de NPO vooral zelf met oplossingen moeten komen. De ondergrens van 740 miljoen is de enige garantie die de nieuwe mediaminister afgeeft.
Praat mee