Slob: ‘Lager budget dreigt voor NPO door dalende reclame-inkomsten’
De reclame-inkomsten van de Stichting Etherreclame (Ster) uit traditionele televisie en radio blijken onverwacht sterk te dalen. En dat kan gevolgen hebben voor de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Dat schrijft minister Arie Slob (Media) aan de Tweede Kamer.
Als de reclame-inkomsten van de NPO in dit tempo blijven dalen, heeft de NPO in 2019 ongeveer 60 miljoen euro minder te besteden. Voor 2018 kan het gat nog worden gestopt met geld uit de Algemene Mediareserve (AMr) maar dat is daarna leeg, meldt de minister.
Want de Ster, die reclamespotjes verkoopt voor de omroepen en daarmee in een kwart van hun inkomsten voorziet, verdient volgend jaar al naar schatting 28,4 miljoen euro minder, schrijft de minister (.pdf) aan de Tweede Kamer.
Die daling is sneller en sterker dan verwacht. Adverteerders kiezen er steeds vaker voor om op internet hun waar aan de man te brengen en laten televisie en andere traditionele media links liggen. Sinds 2016 zijn de Ster-inkomsten steeds lager dan vooraf is geraamd in de mediabegroting.
De reservepot AMr zal gebruikt worden om de NPO het komende jaar de tijd te geven “welke acties de landelijke publieke omroep kan nemen opdat deze verlaging zo beperkt mogelijk kan blijven.”
Slob gaat met de omroepen bespreken hoe ze hun inkomsten op peil kunnen houden, maar waarschuwt dat bijvoorbeeld online reclame de Ster-verdiensten niet eenvoudig kan vervangen.
Hij waarschuwt dat er misschien wel zwaardere maatregelen nodig zijn. “Ik voorzie dat ik daarbij de wettelijk gegarandeerde vloer in het budget van de landelijke publieke omroep lager moet vaststellen.” Op die manier wil hij structurele tekorten voorkomen.
Hoewel de Mediawet 2008 bepaalt dat aan het begin van de vijfjaarlijkse erkenningperiode een bedrag wordt vastgesteld dat gedurende die periode elk jaar minimaal ter beschikking wordt gesteld aan de landelijke publieke omroep, kan dat tussentijds worden aangepast om begrotingsproblemen te voorkomen. Volgens Slob is dat “precies de situatie waar we nu voor komen te staan.”
“Ik vind het onredelijk om dat al in 2018 te doen vanwege de forse omvang van de verwachte verlaging. Verder heeft de landelijke publieke omroep al voorbereidingen in gang gezet voor de programmering van volgend jaar. Een verlaging in 2018 zou de planning en continuïteit van de programmering kunnen schaden. Daarnaast houd ik er ook rekening mee dat er personele gevolgen zijn. Ruim een jaar moet niettemin voldoende zijn voor de landelijke publieke omroep om te anticiperen.”
In een reactie op de brief meldt NPO-voorzitter Shula Rijxman dat het door teruglopende inkomsten steeds moeilijker wordt “voor de publieke omroep om zijn taak nog te kunnen vervullen voor het Nederlandse publiek. En de mogelijkheden om als niet-commerciële publieke omroep extra inkomsten te realiseren zijn beperkt. Terwijl de publieke omroep juist nu -meer dan ooit- de taak en verantwoordelijkheid heeft om de samenleving op een van politiek en commercie onafhankelijke wijze te informeren en te verbinden. Dat is ook de reden waarom we de afgelopen jaren zo fel gekant zijn geweest tegen alle bezuinigingen en hebben aangegeven dat er juist geld BIJ moest.”
Praat mee
1 reactie
Taco Slagter, 20 november 2017, 19:41
Wat een onzin van die mevrouw Rijxman dat er juist nu geld bij zou moeten. Zou die dame wel eens de kijkcijfers consulteren voordat ze tot een dergelijke uitspraak komt? Die zijn v.w.b. NPO 2 en 3 allerberoerdst. Structureel!
Iedere regelmatige televisiekijker kan een waslijst maken met overbodige programma’s die niets toevoegen aan de taak van de publieke omroep, door Rijxman gedefinieerd als ‘‘informatief en verbindend’‘. Met behoud van de werkgelegenheid op het Mediapark, kan er nog heel wat worden gesneden in die bedroevende reeks van programma’s en series waar geen hond naar kijkt.
Hilversum baadt en waant zich al decennia in een weelde van honderden miljoenen euro’s belastinggeld waarop nauwelijks een echte controle is op nut en doelmatigheid van de uitgaven.
Budgets korten in de komende jaren is onvermijdelijk, want de kijker heeft niet nog meer geld over voor het Hilversumse Paradijs van de Onbegrensde Mogelijkheden.
Het schrappen van een net is beste manier om de begroting voor de komende jaren op peil te houden en daarvan nog steeds in overvloed mooie, zinnige programma’s te maken, conform de wettelijke taken van de publieke omroepen, maar wel zonder de strik op de verpakking waaruit de omroepidentiteit blijkt.
Bovendien is het langzaam aan gedaan met het zogeheten lineair kijken (op het moment dat een programma wordt uitgezonden). Vorige jaar daalde dat maar met liefst 8 procent. We wijken uit naar online, om ons te informeren en om naar televisie te kijken. Jongeren gaan ons daar in voor. Over 10 jaar is ‘‘live’’ kijken een anachronisme. Dus speel daar nu al op in door budgetten te gebruiken om kijkers aan te moedigen hoe gemakkelijk het is om probleemloos online te kijken en creatief te zijn in verdere bundeling van (omroep)krachten die grote structurele besparingen opleveren.
Het wordt tijd dat al die omroepbaasjes wat minder te zeggen krijgen over het archaïsche stelsel en nog meer centraal door de NPO worden aangestuurd. De facto behoren de omroepverenigingen tot een rijk- maar achterhaald verleden van verzuiling en moralisme. Samen met de fundamentele verandering in het kijkgedrag, zullen al die met religie en politieke en maatschappelijke stromingen ooit verbonden invloedrijke omroepen als een langzaam bewegende lavastroom in de richting van het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum opschuiven. Om na de oversteek van de Sumatralaan te stollen tot een achtingsvolle bezienswaardigheid die haar oorsprong vond in het begin van de vorige eeuw.