CPJ: strijd tegen coronavirus holt persvrijheid wereldwijd uit
Het coronavirus heeft - naast lichamelijke klachten - ook een negatieve impact op de wereldwijde persvrijheid. Het CPJ identificeert tien 'symptomen' om op te letten, van sterk beperkte toegang tot informatie, nieuwe surveillance-technieken, het intrekken van werk- of verblijfsvergunningen of simpelweg brute censuur.
Veel landen zeggen desinformatie rond het coronavirus te willen voorkomen. Er zijn wereldwijd initiatieven en wetgeving ontstaan die nepnieuws verbieden, vaak gekoppeld aan forse boetes. De term nepnieuws is echter een dankbare stok geworden om journalisten en nieuwsbedrijven mee te slaan. Staat berichtgeving je niet aan: dan is de plakker nepnieuws al gauw voldoende om het vertrouwen in berichtgeving te ondergraven, aldus CPJ.
Diverse landen grepen de vrees voor verspreiding van het virus aan om fysieke distributie van kranten op te schorten. Iran besloot daar in april toe, maar het land is niet uniek: ook Jemen, Jordanië, Oman en Marokko verboden gedrukte kranten.
De wens om verspreiding van het virus digitaal te willen volgen zijn er in diverse landen coronatrackers opgetuigd, vaak vergezeld van andere maatregelen, zoals het uitlezen van telecomdata. In Nederland zijn daar ook voorbereidingen voor getroffen, via een noodwet.
Onderzoeker David Maass van de digitale burgerrechtenbeweging EFF zegt dat eenmaal verleende technische opsporingstechniek lastig weer valt af te pakken. “Nu wordt het ingezet tegen een heel gevaarlijk virus, maar wat straks gebeurt kunnen we niet voorspellen”, aldus Maass.
CPJ waarschuwt ook voor corona-gerelateerde noodwetgeving, die vrijheden en bewegingsruimte voor burgers beperkt en het parlement soms buiten spel zet. Het is van belang dat die maatregelen tijdelijk zijn, maar autoritaire regimes zien hun kans schoon. Meer bij CPJ
Praat mee