Ans Boersma wil nog steeds terug naar Turkije

De kwestie rondom de vorig jaar Turkije uitgezette correspondent Ans Boersma was voor het Openbaar Ministerie (OM) reden om extra aandacht te schenken aan journalisten in het buitenland in de 'Aanwijzing strafvorderlijk optreden tegen journalisten', die op 1 juni in werking is getreden. Deze aanwijzing beschrijft de taken en bevoegdheden die het OM in acht moeten nemen bij strafvorderlijk optreden tegen journalisten. Hoe is het nu met Ans Boersma? "De zaak bepaalt mijn leven niet, maar hangt wel als een wolk erboven. Ik ben blij als dat straks opgeklaard is", aldus Boersma.
Op 17 januari in 2019 werd Ans Boersma plotseling Turkije uitgezet, omdat ze volgens de Turkse autoriteiten een gevaar zou vormen voor de nationale veiligheid. Turkije nam dat besluit op basis van informatie die hen was verschaft door de Nederlandse justitie. Het leven van Ans Boersma stond ineens op zijn kop. Opdrachtgevers wilden niet meer met haar samenwerken. Voor Villamedia schreef ze een persoonlijk verhaal over de impact van het hele gebeuren op haar leven.
Inmiddels is Boersma bijna 1,5 jaar verder. “In Nederland heb ik mijn draai gevonden”, zegt ze. Ze is nog steeds werkzaam als journalist en publiceerde recent nog bij de Britse krant The Guardian en bij Trouw een artikel over de situatie aan de Grieks-Turkse grens en vluchtelingen daar. Maar het blijft moeilijk. “Qua werk is het nog altijd een uitdaging, m’n journalistieke ei kan ik nu nog beperkt kwijt.”
En dan spelen er ook nog verschillende rechtszaken, zowel in Nederland als in Turkije.
In Turkije is in het najaar van 2019 een hoorzitting geweest over haar zaak. De kans is klein dat ze op korte termijn weer terug naar Turkije kan. De rechter heeft besloten om de deportatie (van zes jaar, red.) niet in te trekken, meldt Boersma. “De rechter geeft aan dat er vanuit onderzoek in Turkije naar mij geen belastend bewijs is gevonden, en ik ben in Turkije geen onderdeel van een lopend terrorisme-onderzoek. Maar, zegt hij, Turkije heeft volgens de wet geen concreet bewijs nodig om een buitenlander uit te zetten vanwege de openbare veiligheid. Het bestaan van een dreiging is genoeg. Het briefje van Nederland naar Turkije is, met wat er nu op tafel ligt, de enige reden van mijn uitzetting is geweest.”
De journaliste snapt nog steeds niet waarom de Nederlandse autoriteiten het nodig vonden om haar “op deze manier voor een Turkse bus te werpen”. “Het antwoord op deze vraag heb ik nog steeds niet. Wel weet ik inmiddels, dit blijkt uit een recent WOB-verzoek, dat het Nederlandse consulaat en de Nederlandse ambassade, met wie ik 16 en 17 januari in contact stond, rondom mijn uitzetting meer informatie hadden dan mij is gegeven. Ik stop niet voordat de zaak volledig opgehelderd en opgelost is. Ik wil nog steeds terug naar Turkije”, aldus een vechtlustige Boersma.
Wanneer haar strafzaak in Nederland voorkomt, weet Boersma niet. “Liever gisteren dan vandaag, als het aan mij ligt.” Haar advocaat, Tom de Boer, van advocatenkantoor Prakken d’Oliveira, meldt dat Boersma nu al acht maanden wacht op een inhoudelijke reactie op haar aansprakelijkstelling van 27 september 2019. “Zij heeft verschillende malen duidelijk gemaakt dat zij een sterke voorkeur heeft voor een oplossing buiten rechte, maar ondanks verschillende toezeggingen blijft een inhoudelijke reactie van het OM uit.”
Inmiddels heeft de advocaat een ultimatum naar minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid verstuurd. “Als daar geen tijdige en adequate reactie op komt zal Ans, naar mijn mening volstrekt onnodig, een civiele procedure moeten starten tegen de Nederlandse Staat om een schadevergoeding te krijgen.”
Dat het Openbaar Ministerie nu naar aanleiding van haar zaak meer aandacht heeft voor journalisten die werkzaam zijn in het buitenland, stemt de advocaat van Boersma tevreden. “Het is goed dat het OM zichzelf met deze Aanwijzing een geheugensteuntje geeft, want in het geval van Ans is duidelijk geen rekening gehouden met het feit dat ze als journalist in Turkije in een buitengewoon kwetsbare positie verkeerde. Het OM had op zijn vingers kunnen natellen dat het verstrekken van dergelijke informatie aan de Turken voor Ans desastreus zou uitpakken. Het was bovendien volstrekt onnodig om een dergelijk verzoek naar de Turkse autoriteiten te sturen. Ans was elke drie maanden in Nederland en had dus gewoon zelfstandig benaderd kunnen worden door het OM.”
Boersma sluit zich daarbij aan. “Ik ben blij dat de NVJ zich ingezet heeft voor de veiligheid van (freelance) journalisten in het buitenland. Bescherming van Nederlandse journalisten in het buitenland, door redacties en door de Nederlandse overheid, is cruciaal, vooral in landen waar persvrijheid onder druk staat.”
Praat mee