Persbureau ANP stelt ‘leidraad met vangrails’ op voor inzet van kunstmatige intelligentie

De hoofdredactie van persbureau ANP heeft, met oog op de snel groeiende vaardigheden van kunstmatige intelligentie, in overleg met chefs en de redactieraad een leidraad opgesteld hoe ANP met AI moet omgaan. De hoofdredactie noemt het 'een levend document' dan kan meeveranderen met ontwikkelingen.
“We verlaten ons bij inzet van AI te allen tijde op de redactiestatuten, de wet, de democratische grondbeginselen die in Nederland gelden en de mores van de journalistieke professie, ongeacht de mogelijkheden die technische ontwikkelingen ons bieden”, aldus de leidraad.
AI is de laatste maanden in een stroomversnelling geraakt. De vierde versie van tekstgenerator ChatGPT is zelfs zo goed, dat wetenschappers en grote namen in de technologiesector vorige maand opriepen tot een pas-op-de-plaats rondom ontwikkeling van nóg krachtiger systemen.
ANP zegt AI bovenal als een hulpmiddel te zien, dat redacteuren kan dienen als inspiratie bij het maken van koppen, achtergronden, verhaalideeën of te benaderen bronnen. Ook kan AI helpen bij het uitwerken van opgenomen gesprekken - iets dat Villamedia onlangs constateerde bij de nuttige en tijdbesparende transcriptiedienst Good Tape.
ANP-hoofdredacteur Freek Staps zegt dat de tijd rijp is voor helderheid: “Ontwikkelingen rondom AI gaan razendsnel. Toch is het goed de klok heel even stil te zetten en samen met de chefs en de redactieraad overzicht te bieden voor zowel de redactie als onze afnemers, heel journalistiek Nederland. Wat doen we wel, wat zeker niet?”
AI moet door ANP-journalisten “vol verwondering, onderzoekend , kritisch en openstaand voor ontwikkelingen” worden benaderd, stelt de leidraad. “Het is aan de redactie of het relevant en nuttig is of AI-toepassingen bij redactionele of journalistieke producties ingezet worden. Simpel gezegd: AI is, zoals het er naar uitziet, een hulpmiddel en geen vervanger.”
Waar AI een rol krijgt in het eindredactionele proces, moet altijd een mens de laatste controle doen, stelt de leidraad. Het ANP beschrijf de redactionele productieketen als mens > machine > mens. “Het denken en beslissen begint en eindigt bij de mens. We gebruiken daarom geen door de computer of AI geproduceerde content, ook niet als bronmateriaal, zonder het checken van deze informatie door een mens.”
Experimenten op dit vlak moeten behoedzaam plaatsvinden. Journalistieke producties die met AI-innovaties worden gemaakt, zullen alleen publiek worden gemaakt als aan geldende kwaliteitseisen voldoen.
Kunstmatige intelligentie produceert tegenwoordig tekst, illustraties/foto’s en audio. Zulk materiaal mag volgens de leidraad alleen na toestemming van chefs en hoofdredactie in ANP-producties worden gebruikt.
Het is volgens ANP verder zaak beducht te zijn op fouten in op het eerste oog acceptabel AI-producties. AI produceert soms materiaal waarin het dingen verzint (‘hallucinaties’ in jargon) en desondanks als feit presenteert. Ook is AI soms bevooroordeeld (‘bias’) omdat het werd getraind met data die zulke vooroordelen in zich droegen.
De leidraad benadrukt dat bij de afweging tot publiceren helder moet zijn hoe het AI-systeem tot bepaalde conclusies kwam.
Ook andere media en organisaties hebben voor zichzelf kaders geformuleerd waarbinnen AI mag worden toegepast. Het Duitse persbureau DPA hanteert vijf uitgangspunten rondom AI, waarbij onder meer is vastgelegd dat AI altijd onder menselijk toezicht moet staan. AI-producties moeten verder geldend recht en ethische normen respecteren. Over de inzet moet transparant worden gecommuniceerd. Werknemers worden aangemoedigd zich actief met AI te bemoeien en verbeteringen over de inzet te delen.
De Belgische Raad voor de Journalistiek publiceerde vorige maand richtlijnen rondom de inzet van kunstmatige intelligentie. Transparantie en redactionele verantwoordelijk nemen voor AI-producties staat in die richtlijnen centraal.
Collega Nick Kivits schreef onlangs in zijn column over grenzen aan ai. Hij wijst er op dat hoewel de ontwikkelingen binnen kunstmatige intelligentie ongelofelijk snel gaan, er één partij is die de grenzen kan (en moet!) aangeven: de mens. “Een stok achter de deur in het geval van AI is nog niet zo verkeerd”, zegt Kivits.
Praat mee