Frits van Exter over de échte bescherming van bronnen
De journalist krijgt het recht op bescherming van zijn bronnen. Maar kunnen bronnen daardoor nu ook echt rekenen op bescherming door journalisten?
De koning moet er nog een handtekening onder zetten, maar de politiek heeft eindelijk bewilligd in het recht op bronbescherming voor journalisten en publicisten. Voor de Eerste Kamer was het op 3 juli een hamerstuk, nadat de Tweede Kamer het voorstel tot aanpassing van de wet met algemene stemmen had aanvaard. Dat het kennelijk nog even wennen is, bleek uit de berichten dat Justitie onlangs tenminste drie keer in de fout is gegaan.
De vlag hoeft niet uit; Nederland is geen kampioen in het gunnen van bronbescherming. Het volgt, na lang dralen, nu slechts het Europese Hof dat in de afgelopen jaren in drie verschillende zaken korte metten heeft gemaakt met het optreden van Justitie tegen media: afluisteren, observeren, beslag leggen op materiaal en zelfs het in gijzeling nemen van collega’s die de rechter-commissaris niet wilden vertellen wie hun bron was.
De wet is ook niet volmaakt; het verschoningsrecht blijft beperkt tot strafrechtelijke onderzoeken. In de zogenaamde ‘sleepwet’ hoeven inlichtingen- en veiligheidsdiensten er in hun werk vooralsnog ook geen rekening mee te houden.
Bovendien kunnen speurders, binnen of buiten het strafrecht, ook zonder juridische machtsmiddelen een eind komen in het achterhalen van onwelgevallige bronnen. In digitale tijden vraagt veiligheid om bijzondere vaardigheden. Zo is iets simpels als het doormailen van een vertrouwelijk document vanaf de werkplek een slecht idee. De printer op kantoor kan de gegevens van de gebruiker vastleggen. Papier kan onzichtbare watermerken bevatten. En de gebruikers van slimme telefoons kunnen heel dom zijn als ze geen idee hebben van hun kwetsbaarheid.
En de ‘analoge’ risico’s blijven. Bij de verificatie of het wederhoor, kun je bijvoorbeeld in een organisatie de alarmbellen laten afgaan en ongewild informatie geven die een bron verraadt.
In de omgang met anonieme bronnen gaat het vooral om het bewustzijn van je verantwoordelijkheid tegenover de bron, om het besef van risico’s en om nauwkeurigheid. Er is geen wet die je beschermt tegen slordigheid.
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek. Hij heeft geen stem in de beoordeling van klachten en verwoordt hier zijn persoonlijke mening.
TIPS
- Zeg alleen anonimiteit toe, als je die weet te bewaren. Maak duidelijk wat het voor beide partijen betekent.
- Weeg de risico’s voor de bron af en wees er zeker van dat hij dat ook kan.
- Bewaar ook enige afstand: de bron is niet je partner en zijn agenda is niet jouw agenda.
- Lees de handleiding (pdf) voor digitale veiligheid voor journalisten van Silkie Carlo en Arjen Kamphuis. Of zorg er tenminste voor dat iemand in je omgeving het onder de knie krijgt.
- Zo leert ex-hacker Runa Sandvik The New York Times zijn bronnen beter te beschermen.
- Lees deze raadgevingen voor de omgang met bronnen in het algemeen: ‘Onthoud dat mensen niet altijd goed zijn in het bewaren van geheimen.’
- Werk zoveel mogelijk off-line: pen en papier, een ontmoeting in een donkere parkeergarage desnoods (maar schakel danwel je telefoon echt uit).
Praat mee