Journalisten die klagen over journalisten

Frits van Exter denkt mee over dilemma’s. Deze keer: is het wel sjiek als een journalist naar de Raad voor de Journalistiek stapt?
In een poging om met één simpele zin ons werk te karakteriseren, roep ik wel eens: ‘De Raad is van de journalistiek, maar voor de burger’. Dat klopt eigenlijk niet; uit de klacht van de Volkskrant tegen De Groene Amsterdammer, die vrijdag 12 november wordt behandeld, blijkt dat de Raad er ook is voor journalisten die een klacht hebben over andere journalisten.
Over het geschil heb ik het niet - de Raad moet zijn werk nog doen - maar wel over de vraag of de Raad hiervoor bedoeld is. Enkele collega’s zeiden in een reactie dat zij het ‘niet sjiek’ vinden als journalisten hun problemen niet onderling oplossen.
Een duik in ons archief (trefwoord: ‘collegiale conflicten’) leert dat het uitzonderlijk is, maar wel voorkomt. Ik schreef eerder dat Peter R. de Vries zich niet alleen vol overgave verweerde, maar met evenveel vuur ook zelf klachten indiende tegen collega’s die hem in zijn beroepseer tartten.
De overige klachten lopen uiteen: een hoofdredacteur zegt iets denigrerends over een concurrent, ons vakblad publiceert te kort door de bocht over omroepsalarissen, een redactie houdt zich niet aan de afspraken met een freelancer en andersom, een tv-programma gebruikt ongevraagd beelden van een ander programma, een journalist voelt zich geschaad door een boek, een publieke omroep brengt een commerciële omroep in verband met criminaliteit, een journalist meent dat de berichtgeving over problemen bij de voetbalclub, waar hij in zijn vrije tijd bestuurslid is, schadelijk is voor zijn werk ‘waarin hij contacten heeft met hooggeplaatste personen’.
Principiëler misschien is de klacht van het Genootschap van Hoofdredacteuren tegen vijf journalisten van het ANP, kaderleden van de NVJ, die collega’s in 1980 hadden opgeroepen om op de landelijke protestdag van de vakbeweging alleen actienieuws te verspreiden. Het meende dat zo’n eenzijdige selectie van het nieuws ‘in strijd is met de geschreven en ongeschreven regelen van de journalistieke erecode’. De Raad gaf de hoofdredacteuren gelijk.
Het functioneren van de media is een belangrijk onderwerp dat in een pluriforme samenleving de aandacht van andere media rechtvaardigt. Naarmate zij kritischer is, zou je ook meer klachten van journalisten tegen journalisten verwachten.
Of dat sjiek is doet er eigenlijk niet toe. Voor journalisten geldt wat voor iedereen geldt: als zij niet met het betrokken medium tot een vergelijk komen, kunnen zij zich tot de Raad wenden voor een onafhankelijk oordeel. Hoe dat ook uitpakt, zij kunnen daarna het geschil achter zich laten. Blijven mopperen op elkaar is in elk geval minder sjiek.
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek, maar heeft geen stem bij de beoordeling van klachten. Hij verwoordt slechts zijn eigen mening.
Praat mee