Dekker stuurt Senaat schriftelijke toezeggingen over Mediawet

Staatssecretaris Dekker heeft de Eerste Kamer een brief gestuurd met daarin de schriftelijke toezeggingen waar de Senaat om vroeg na het debat over de nieuwe Mediawet eerder deze week.
Het is al de tweede brief die Dekker naar de Eerste Kamer stuurt. Nadat het eerste debat in februari werd opgeschort omdat de Senaat duidelijkheid wilde over de benoemingen bij topfuncties bij de publieke omroep moest Dekker ook al schriftelijke garanties geven. De toezeggingen die daarin werden gemaakt blijven uiteraard staan, zo schrijft Dekker.
Dit keer draait het in de brief om het reguliere regiowetsvoorstel dat later dit jaar volgt en het aanvullende wetsvoorstel dat Dekker tijdens het tweede debat over de Mediawet aankondigde met daarin nog meer aanpassingen en verduidelijkingen. Deze hebben vooral betrekking op de grotere afstand van de Minister van OCW bij de benoemingen bij de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) en de Regionale Publieke Omroep (RPO), de verhouding tussen de NPO en omroeporganisaties waarbij de “NPO rekening moet houden met de vrijheid en verantwoordelijkheid van omroeporganisaties voor vorm en inhoud van het media-aanbod”.
Verder de wettelijke taak van de NPO om het publiek te betrekken “en expliciet de taak om een publieksvertegenwoordiging te organiseren” en “een representatieve maatschappelijke adviesraad in te stellen”.
Daarnaast wordt vastgelegd dat het “toevoegen of wijzigen van regels over de wijze waarop inzicht wordt gegeven in de kosten van de programmering, worden voorgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal voordat zij vastgesteld kunnen worden door de Minister van OCW”.
De aanvullende wet moet dan ook weer door de Tweede Kamer worden goedgekeurd.
Dekker vraagt in de brief ook of de Eerste Kamer wil instemmen met het huidige wetsvoorstel zodat het nieuwe publieke regionale mediabedrijf RPO al in werking kan treden. “Dat maakt het mogelijk dat de RPO de voorbereidingen kan treffen die nodig zijn om de bezuinigingen per 1 januari 2017 zo goed mogelijk vorm te geven. Dat betekent dat voor de RPO een raad van toezicht en een raad van bestuur worden benoemd.”
“Alle andere onderdelen van het wetsvoorstel, dus de onderdelen die over de landelijke publieke omroep gaan, treden pas in werking op het moment dat ook het aanvullende wetsvoorstel is aanvaard door de Eerste Kamer.”
Ook schrijft de staatssecretaris in de brief over het separate regiowetsvoorstel. In dat wetsvoorstel wordt de inrichting van de RPO uitgewerkt. Dekker geeft aan daarvoor te overleggen met Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS, de koepelorganisatie voor regionale omroepen), met het Interprovinciaal Overleg van en voor provincies (IPO) en andere betrokken partijen. Het uitgangspunt van het regiowetsvoorstel is de redactionele onafhankelijkheid in de regio.
Praat mee