Trump-rally: de media hebben het weer gedaan
President Trump liet tijdens een rally in Phoenix regelmatig de autocue voor wat hij was en haalde weer fel uit naar 'de fake media'. De New York Times, Washington Post en CNN moesten het opnieuw ontgelden. Journalisten zijn er volgens Trump enkel op uit om op oneerlijke wijze "geschiedenis en cultureel erfgoed te vernietigen".
De New York Times is volgens Trump bijna bankroet en de Washington Post enkel een marketing- en lobbymiddel voor Amazons topman Jeff Bezos. Amazon-oprichter Bezos kocht de krant in 2013, maar de bedrijven hebben geen banden.
Trump gaf CNN ervan langs door te wijzen op een recent ontslag van tafelgast Jeffrey Lord, nadat hij op Twitter een Hitler-groet had gebracht. Dat was hét excuus om een lastige gast te kunnen lozen, vermoedde Trump. Ook stelde Trump dat CNN tijdens zijn 75-minuten durende speech de camera’s uitzette, terwijl de volle sessie op CNN te volgen was.
Het publiek scandeerde desondanks CNN sucks!. Journalisten zijn - op enkele uitzonderingen na - allemaal “werkelijk echt heel, heel oneerlijke mensen”, stelde Trump. De media zijn er enkel op uit om Trump-supporters onderuit te halen, aldus de president. “Ze mogen mij aanvallen maar ik trek de grens als ze jullie aanvallen”, aldus Trump. Vanity Fair beschrijft de hele bijeenkomst als een off-script meltdown met als centraal thema het grootste slachtoffer van alle recente ophef: Donald Trump zelf.
Trump ging verder los op linkse demonstranten en het platform dat ze door Amerikaanse media wordt gegund. “Het is de hoogste tijd het bedrog van de oneerlijke media bloot te leggen en hun rol in het aanwakkeren van verdeeldheid”, aldus Trump.
Opmerkelijk in dat licht is het interview dat Univision-journaliste Ilia Calderón afgelopen zondag met Ku Klux Klan-leider Chris Barker uit de staat North-Carolina had. Daarin noemde hij de donkere interviewster een nikker. “Onvernist racisme”, stelt CNN, dat de video van het interview publiceerde. Barker zag het probleem met zijn woordgebruik niet: “Je mag me ook bleekscheet noemen”, nodigde hij Calderón uit.
Praat mee