training eu starters

— woensdag 13 september 2023, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Seada Nourhussen: ‘OneWorld doet dingen écht anders’

© Lin Woldendorp

Midden in coronatijd nam hoofdredacteur Seada Nourhussen, samen met een zakelijk partner, het platform OneWorld over. Hoe vergaat het de titel ­(en haar) nu? En hoe kijkt ze naar de staat van de Nederlandse journalistiek? ‘Ik zie een gebrek aan kwaliteit, en aan ernst als het onrecht betreft. Alles wordt gedreven door commercie.’ Laatste wijziging: 13 september 2023, 16:10

Tussen de hysterisch gillende kinderen - erg handig bij het uitwerken van een interviewtape - zit Seada Nourhussen (45) in een Amsterdams etablissement voor een kop thee die oogt als een scheikundig experiment. Iets met een percolator, meerdere zandlopers en een mix van hibiscus, chilivlokken en andere creatieve toestanden, wat allemaal in een chique wijnglas moet belanden. Seada is onder de indruk, maar vraagt al snel om meer heet water om de boel te verdunnen. ‘Zo hé, dit is pittig. Ik hou van pit, maar dit gaat zelfs mij te ver. Ik wilde gewoon graag iets met hibiscus. Toen ik veel in Afrika was voor Trouw dronk ik dat vaak en hier staat het bijna nergens op de kaart.’

De ex-Afrikaverslaggever, ex-columnist van Trouw, ex-redacteur van de Volkskrant en ex-medewerker van Elsevier -later meer over hoe ze daar terechtkwam- staat alweer vijf jaar aan het roer van online en print magazine voor rechtvaardige journalistiek OneWorld met mensenrechten, klimaatrechtvaardigheid en identiteit als hoofdthema’s. Een kwartaalblad, een website met dagelijks artikelen, en een populaire vacaturebank; maar met dat laatste heeft Seada weinig te maken.

‘In the end ben ik gewoon een journalist’, zegt ze er zelf over, maar inmiddels is ze meer dan dat. OneWorld kwam in 2020 in de financiële problemen, waarna hoofdredacteur Seada, samen met business consultant en mediamarketeer John Olivieira, de titel vanaf 2021 overnamen. 

Wat ging er mis met OneWorld in 2020?
‘Journalistiek gezien ging het beter dan ooit. Qua zichtbaarheid, online bezoekers, we kregen er abonnees bij; overal recordcijfers. Deels kwam dat door corona, mensen snakten naar informatie. En we zaten in het jaar van Black Lives Matter en George Floyd. Mensen ontdekten dat er in Nederland een medium was dat altijd al over dit soort onderwerpen schreef en inmiddels een heel archief had opgebouwd over racisme en aanverwante onderwerpen. Op websites als withuiswerk.nl werden onze stukken voortdurend getipt. Maar er was één probleem: het businessmodel van OneWorld klopte eigenlijk niet. Ik vind dat het verhaal van OneWorld tot nu toe heel slecht wordt verteld overal, dus ik ga het even goed uitleggen. We maakten tot 2021 tien keer per jaar een magazine, waar je eerst vier euro en later zes euro per maand voor betaalde. Daarvoor was het blad, dat ooit begon als vakblad over ontwikkelingssamenwerking, gratis, omdat de organisatie tot 2017 gesubsidieerd werd vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken. Nadat ontwikkelingssamenwerking niet meer het hoofdthema was en de subsidie afkalfde, is de business case mijns inziens nooit adequaat aangepast op de veranderde omstandigheden. We zaten met een te groot team en te hoge kosten. Als gratis blad was de oplage ooit 110.000. Nadat we een betaald magazine werden, bleven er 10.000 over. Online bleef helemaal gratis, terwijl daar dagelijks op werd gepubliceerd. We hadden en hebben drie inkomstenbronnen: abonneegelden, partnernetwerk (veelal ideële organisaties die vacatures en events kunnen plaatsen op ons platform) , en de vacaturebank. Die vacatures waren bij sommigen bijna bekender dan de journalistiek en brachten een flink deel van de inkomsten op. Tijdens corona viel dat natuurlijk helemaal stil en de reserves raakten ook op. Toen is er bedacht: we gaan preventief iedereens contract ontbinden.’

Had jij daar invloed op?
‘Nee, die beslissing kwam van het bestuur. Ze saneerden om een faillissement te voorkomen en wilden met een rompredactie van een paar mensen enkel digitaal verder, zonder print magazine. Ik wist meteen: dat ga ik niet doen. Ik heb gedaan wat ik kan, OneWorld meer smoel en journalistiek profiel geven, dan ga ik niet terug in de tijd. Maar wat bleek? Een investeerder had zich gemeld. Bij die partij voelde ik heel sterk:  past niet bij OneWorld. We lagen ideologisch zó ver uit elkaar.’

We zijn het enige ‘black owned’ magazine van Nederland met aandacht voor gemarginaliseerde groepen


Je had al min of meer afscheid genomen, maar toen je die naam hoorde ging het je zodanig aan het hart dat je dacht: wacht even, hier moet ik een stokje voor steken?
‘Ja. Maar eerst spoorde ik het bestuur aan om te zoeken naar andere geïnteresseerden die beter bij ons pasten; de uitgevers van de Groene Amsterdammer, Vrij Nederland. Maar ja, coronatijd hè? Niemand had het geld. Toen dacht ik: laat mij het dan maar proberen. Ik vond het doodzonde. OneWorld doet dingen écht anders. Met mijn eigen ego had die overname niks te maken. Mensen denken altijd dat ik heel ambitieus ben, maar dat valt erg tegen. Dit was meer noodzaak dan dat ik dacht: ik heb echt zin om een hele titel over te nemen. Achteraf ben ik heel blij dat ik het gedaan heb hoor, maar het was wel een impulsief plan. Ik had totaal geen idee hoe ik het aan moest pakken, maar belde naar vrienden met verstand van zaken. ‘Wil jij met mij OneWorld overnemen?’ Een van hen kon garant staan als zakelijk directeur. Ik had hem net zo ver, hij had zelfs al een NDA getekend, toen John Olivieira er lucht van kreeg en aanbood mij te helpen. Hij zat in de redactieraad van OneWorld en heeft, onder andere als ex-manager marketing bij Sanoma, precies de zakelijke mediaervaring die ik nodig had. We vullen elkaar goed aan: hij kijkt als zakelijk leider met een pragmatische bril op naar OneWorld, ik als hoofdredacteur vanuit journalistiek en de OneWorld-ideologie. En dat laatste is leidend voor ook de zakelijke koers. Ik heb die vriend gebeld dat hij niet meer nodig was en vervolgens draaiden John en ik, net zoals de andere geïnteresseerde partij, in vier weken een businessplan in elkaar.’

Hoe waren die weken?
Seada slaakt een diepe zucht. ‘Heel raar en hectisch. Ik was er een beetje nonchalant aan begonnen, met het idee: ik heb niks te verliezen, we zien wel wat ervan komt. Maar naarmate er meer tijd in ging zitten en het een serieuze optie werd, voelde het wel degelijk alsof ik iets te verliezen had. En ik wilde opeens heel graag winnen van die andere partij. Gelukkig lukte dat ook.’


© Lin Woldendorp

Je veranderde al snel de frequentie van het printmagazine.
‘We gingen van tien keer per jaar naar eens per kwartaal. Dat was altijd al mijn wens. Iedere keer was het weer een race tegen de klok. Met meer tijd om na te denken kunnen we meer impact maken. Ik wilde de diepte in, met longreads, en een luxer papier, meer aandacht voor design en fotografie, zodat je meer richting bookazine gaat. Uit lezersonderzoek bleek dat mensen die hun abonnement opzegden dit veelal deden omdat ze er niet aan toe kwamen om alles te lezen. Zit je je daar de blubber voor te werken. Nou, dan kom ik liever minder vaak uit met een blad dat wél gelezen wordt. Verder plaatsten we een betaalmuur online en verhoogden we de prijs naar zes euro voor een digitaal abonnement en acht euro voor digitaal en print. Dat abonnees massaal zouden weglopen was hiermee een wezenlijk risico Maar dat deden ze niet. Ik wist ook wel: OneWorld-abonnees.’

Waarom is het voor jou zo belangrijk dat OneWorld er is en blijft?
‘Het is de enige mediatitel die breekt met traditionele mores in de journalistiek. We doen veel dingen anders, pretenderen bijvoorbeeld niet dat we neutraal zijn. Ten eerste bestaat neutrale journalistiek helemaal niet. Journalisten zijn mensen, met hun eigen ervaringen, referentiekader en positie in de samenleving. Dat neem je allemaal mee in je werk en beslissingen, of je dat nou wil of niet. Ten tweede hebben titels een eigen signatuur. De Telegraaf kun je bijvoorbeeld moeilijk neutraal noemen, maar ook een krant als Trouw maakt keuzes. Welke onderwerpen behandel je, wie zijn je journalisten, welke invalshoeken kies je? We zijn het enige ‘black owned’ magazine van Nederland met aandacht voor gemarginaliseerde groepen. Dat geldt ook voor ons aannamebeleid. Wij willen juist mensen die zich op veel mediavloeren niet welkom voelen of een andere weg richting de journalistiek hebben afgelegd verwelkomen binnen het vak. Ik vertelde eerder over een ex-barvrouw die wel politicologie had gestudeerd, maar nauwelijks journalistieke ervaring had. Zij is uitgegroeid tot één van onze beste journalisten. En er werkt bij ons een ex-kok - die 15 jaar niet meer had geschreven - als redacteur. Wij brengen de zijde van actualiteiten, waar andere media overheen kijken. En we geloven dat journalistiek niet alleen moet melden wat er ís, maar ook zoveel mogelijk moet bijdragen aan meer rechtvaardigheid.’

Chris, hoofdredacteur van Villamedia, deed je in eerste instantie een voorstel voor een dubbelgesprek met Arendo Joustra, de scheidend hoofdredacteur van EW, voorheen Elsevier. Dit omdat hij jullie samen in een panel had gezien tijdens de jaardag van het Genootschap van hoofdredacteuren. Daar was je niet bepaald enthousiast over.
‘Ik was uitgenodigd door bestuurslid Ilse Openneer, hoofdredacteur van RTL Nieuws, hoewel ik geen lid van het Genootschap ben. Eerder zat de inmiddels oud-hoofdredacteur van De Telegraaf (Paul Jansen, red.) daar in het bestuur, en ik vind De Telegraaf gewoon een kutkrant, met hun stemmingmakerij en feitelijke onjuistheden. Ik vind niet dat een hoofdredacteur van zo’n titel sectorvoorzitter moet zijn als je jezelf een beetje serieus neemt. Maar goed. Die jaardag zou gaan over de zogenaamde kloof tussen stad en platteland. In eerste instantie vroegen ze me om in debat te gaan met een van de sprekers, Caroline van der Plas. Nou nee, bedankt. Waarom ga je überhaupt de meest overbelichte vrouw van het afgelopen jaar uitnodigen, heeft zij nog niet genoeg aandacht gehad? Hoe dan ook, ik zat uiteindelijk in een panel met onder andere Arendo die vertelde dat ik begin deze eeuw werkte bij destijds nog Elsevier en wij deden amicaal met elkaar en ik maakte grapjes over hem. Ik geloof dat mensen dat nogal verbaasde.’

Hoe kwam je daar dan terecht?
‘Ik werkte als jonkie bij Trouw toen er een reorganisatie aankwam. Uit voorzorg ging ik solliciteren, want ik had net een huis gekocht. Onder andere op een vacature op de cultuurredactie van Elsevier. Dat is misschien nog wel leuk, dacht ik, met meer afstand tot alle rechtse onzin die ze daar schrijven. En eerlijk: ik had gewoon een baan nodig. Tot mijn verbazing werd ik aangenomen, terwijl ik die hele sollicitatie al was vergeten. Misschien doordat ik tijdens het gesprek eerlijk tegen Arendo zei dat ik helemaal niks had met het magazine en hij me voor de samenstelling van de redactie maar beter kon aannemen, want die was niet te doen zo wit natuurlijk. Hij is iemand die dat soort dingen grappig vindt. Ik heb er 9 maanden gewerkt, toen vroeg Trouw me terug.’

Hoe voelde het om rond te lopen bij een rechtse titel als Elsevier?
‘Ik denk dat ik heel veel dingen voor mezelf uitzette in die tijd. Het was niet echt een veilige omgeving. Maar het grappige van die VVD-achtige rechtse mensen was destijds dat ze wel aardig en beleefd waren, er liepen geen onbehouwen, lompe types rond. In die tijd was het ook nog niet per se ideologisch rechts, meer vanuit het idee: zolang het me maar geen geld kost, vind ik het prima als je een hoofddoek draagt. Ook fout. Maar inmiddels is dat enorm geradicaliseerd. Dat Arendo en ik ideologisch mijlenver uit elkaar staan, betekent dat niet dat je onbeleefd tegen elkaar moet zijn. Daarbij kan ik heel goed snoeihard en charmant tegelijk zijn.’

Waarom vond je dat voorstel voor een dubbelinterview met hem dan zo vervelend?
‘Ik dacht: waar blijft míjn interview? Het is toch raar dat ik nog niet eerder door Villamedia ben geïnterviewd? Maar ik wil ook helemaal geen podium geven aan EW, waar ook geregeld lelijke dingen over mij en andere mensen van kleur wordt geschreven. En dat laatst nog ‘Het gevaar van genderidentiteit’ op de cover had staan, en ik heb niks op met die eeuwige neiging tot enerzijds-anderzijds journalistiek. ‘Die persoon zegt dit over klimaatverandering, maar deze andere persoon is het daar niet mee eens, laten we ze tegen over elkaar zetten!’ Nee, er ís klimaatverandering en dít kunnen we eraan doen, dat is meer de OneWorld manier. In de journalistiek wordt te vaak de gemakkelijke weg gekozen. Zolang het maar een rel oplevert. Mensen zien in mij helaas vaak een soort vuurspuwende draak die overal tegenin gaat, maar ik kan ook heus gewoon gezellig en aardig zijn.’

Waarom denken mensen dat?
‘Volgens mij vanwege de onterechte verwachting dat linkse mensen met sterke principes automatisch onaangename figuren zijn. Het feit dat je ergens voor staat en daar geen compromissen in doet, zou je zogenaamd een vervelend persoon op alle vlakken maken.’

Is dat seksisme, denk je?
‘Dat zit er zeker bij. En racisme. Maar ook gewoon ongemak, over het feit dat je je uitspreekt over dingen die andere mensen liever verzwijgen. Dat is confronterend. Mij bombarderen tot onbenaderbaar persoon is gemakkelijker dan met me in gesprek gaan. Voor een deel kan ik er best inkomen hoor, dat ik overkom als drammer. Maar dat moet gescheiden worden van de persoon. De meeste mensen die hetzelfde denken als ik zijn hartstikke leuk. Dat moet wel, het is essentieel dat je kunt relativeren. Anders draai je door van alle ellende waar je je ogen niet voor sluit.’

Wat doet het met jou, dat mensen dat soort dingen over je zeggen of denken?
‘Inmiddels vind ik het niet zo boeiend meer. Het is vooral vermoeiend, en zonde dat ik steeds met meningen over mezelf wordt geconfronteerd. Terwijl ik het juist graag over de inhoud heb. De staat van de journalistiek bijvoorbeeld. Ik zie een gebrek aan kwaliteit, en aan ernst als het onrecht betreft. Alles wordt gedreven door commercie. We hebben het veel te weinig over het duopolie in de geschreven Nederlandse mediawereld - DPG en Mediahuis - en wat dat doet met freelancers, hoe de lage tarieven dit werk ontoegankelijk maken voor mensen die niet al rijk zijn en wat dat betekent voor hoe informatie bij mensen terechtkomt.’

Word je daar niet moedeloos van?
‘Nee, want ik kan er op mijn manier iets aan proberen te doen. Dat helpt. Volgens mij willen de meeste journalisten het graag anders, maar ze zitten vast in een stramien. Er worden wel degelijk heel goede dingen gemaakt, don’t get me wrong. Maar in de hoek waar wij zitten, die van gemarginaliseerde mensen, gaat het echt slecht. Vanwege de concurrentiestrijd probeert men elkaar te overtreffen. De aandachtseconomie maakt ontzettend veel kapot.’

Hoe zijn we daarin beland?
‘Werkdruk, je laten meeslepen door de waan van de dag. Maar ook het comfort van een vaste baan. Je weet wat aanslaat en daar ga je in mee. Zo laat de journalistiek zich wat mij betreft te veel meeslepen door de politieke agenda. Ook in de neiging om het te zoeken in tegenstellingen. Er ís bijvoorbeeld helemaal geen kloof tussen stad en platteland. Die kloof bestaat wel, maar dan sociaaleconomisch, door het hele land. Dus ook in de steden. Maar dat vindt men blijkbaar een minder lekker frame.’ 

Denk je dat hier verandering in kan komen?
‘Natuurlijk, maar dan moet er óók iets veranderen in businessmodellen van mediabedrijven. Ik vind het absurd dat in Nederland een paar mediabedrijven samen de dienst uitmaken en bepalen wat er gebeurt in de pers, terwijl dat private bedrijven zijn die gewoon geld willen verdienen.’

Wat zou je doen als DPG voor je neus staat met een zak geld voor OneWorld?
‘Helemaal niks. Nee echt niet, no way. Ik ben geen journalist geworden voor het geld. Wie wel? Ik verdien prima, daar niet van, maar dat is niet mijn reden om dit werk te doen. Mijn doel is om goede verhalen te maken, die iets doen met mensen en meer kennis brengen over relevante onderwerpen, ook voor degenen die zich door andere kanalen niet gehoord of gezien voelen. Daarbij zou ik bij die grote bedrijven veel minder vrijheid hebben als hoofdredacteur; ik hoef bij OneWorld geen aandeelhouders tevreden te houden.’

Wat voor een hoofdredacteur ben je eigenlijk?
‘Ik heb heel veel ideeën, maar ben daardoor ook nogal chaotisch. Wel behulpzaam, maar de orde brengt mijn team aan. En ik denk, hoop, dat ik collegiaal en gezellig ben. Op maandag maak ik wel eens tosti’s voor het hele team – dat is trouwens alweer een hele tijd geleden besef ik nu. Ik laat het wel altijd duidelijk weten als ik iets echt niet goed vind. En op dit moment doe ik nog te veel zelf, ik wil minder hands-on worden. OneWorld mag minder de Seada-stempel krijgen. Ik ben bepalend geweest in de blauwdruk van wat we nu doen en wil op termijn meer verrast worden door mijn eigen blad.’

Uit hoeveel mensen bestaat je team?
‘Ik heb net een nieuwe redacteur aangenomen, er zitten twee eindredacteuren op online, twee op het magazine. Er is een onderzoekstrainee, een vormgever en een beeldredacteur. Er zijn acht mensen in dienst, vijf op de redactie en drie in het zakelijk team van partner John, voor lezersservice, partnerschappen en financiële zaken. Buiten John en mij om. En we hebben zeven vaste freelancers in het kernteam. In totaal zo’n vijftien mensen.’

Ben je trots op wat je de afgelopen jaren hebt bereikt?
‘Jawel hoor. Maar ik gebruik dat woord niet zo snel en zou eerder zeggen dat ik blij ben. Blij met het team, met hoe we ons als titel ontwikkeld hebben zonder in te boeten op inhoud. We hebben 7000 abonnees en 180.000 pageviews per maand op de site. De print heeft een oplage van 5000 en het magazine ziet er écht goed uit. Soms vinden mensen dat vreemd. Maar het is echt niet zo dat als je over belangrijke zaken schrijft, het resultaat er dan automatisch slecht uit moet zien. We hebben bijvoorbeeld altijd styling en visagie voor onze geïnterviewden. Niet uit ijdelheid, maar uit professionaliteit. Je kunt heus iets belangrijks vertellen en het tegelijkertijd ook visueel aantrekkelijk maken. Zoals ik het zie: OneWorld staat mooi op je koffietafel, en wat er in staat doet er ook nog eens toe.’

Seada Nourhussen (Gondar, Ethiopië 1978) is sinds februari 2018 hoofdredacteur van OneWorld en sinds 2021 mede-eigenaar. Tot eind 2018 was ze columnist voor Trouw en tot begin 2018 binnenlandverslaggever en daarna Afrika-redacteur van Trouw. Eerder werkte ze bij de cultuurredactie van Elsevier en was ze economie- en kunstredacteur bij de Volkskrant.

Bekijk meer van

Seada Nourhussen OneWorld

Tip de redactie

Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Loes Smit

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.