Plasterk heeft spijt van stelligheid
In de aanloop naar het Kamerdebat op dinsdag heeft minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) antwoord gegeven op tientallen Kamervragen die hem vooraf zijn gesteld. De brief geeft niet overal antwoord op en verwijst intern regelmatig naar eerder gegeven antwoorden. Plasterk is stellig dat onder de meta-data over telefoongesprekken, sms-verkeer en faxen - met herkomst en/of bestemming in het buitenland - geen Nederlandse telefoonnummers zitten. Die zijn volgens de minister verwijderd voor de informatie (over 1,8 miljoen gebeurtenissen) met de Amerikaanse inlichtingendienst NSA werd gedeeld. Op 22 november vorig jaar was duidelijk dat de informatie door de eigen Nationale Sigint Organisatie (NSO) was verzameld en gedeeld. De data bevat informatie over het telefoonnummer van de beller en de ontvanger en datum en tijdsduur van het gevoerde gesprek. Uit staatsbelang werd toen besloten de Kamer niet in te lichten over de zaak, noch in het openbaar in te gaan op de handelswijze van de inlichtingendiensten. Een civiele procedure die werd gestart tegen Plasterk, maakte het echter noodzakelijk toch publiekelijk te reageren.
De aangekondigde procedure creërde in januari ‘een nieuw toetsmoment’, aldus de minister: “De vordering van eisers heeft immers verstrekkende consequenties voor onze veiligheidspositie omdat een deel van de eisen, indien door de rechter toegekend, een zeer grote schade zou doen aan het succes van de operaties van de diensten, zoals de eis beperkingen op te leggen aan het verkrijgen en gebruiken van gegevens van buitenlandse diensten.”
De wijze waarop in de media werd gespeculeerd over de verzamelde gegevens (afgeluisterde gesprekken versus enkel gegevens óver gesprekken) bracht de minister ertoe in de media op te treden. Als deze speculaties ‘onweersproken’ bleven, zouden ze ‘voor waar’ kunnen worden aangenomen, stelt de minister. Op de stellige uitspraken van Plasterk tijdens diverse tv-optredens, dat Nederland niet betrokken was bij de data-verzameling, is veel kritiek. “Terugkijkend hierop vindt de minister dat hij deze mogelijke verklaring achterwege had moeten laten”, is de sobere constatering.