word studentlid

— donderdag 1 augustus 2013, 08:22 | 1 reactie, praat mee

‘Opleiden voor werkloosheid’

‘Opleiden  voor werkloosheid’
© Joop Boek

Stop de wildgroei aan opleidingen journalistiek. Een geluid dat een kwart eeuw geleden net zo hard klonk als nu. Verschil tussen toen en nu? De economie vierde hoogtij en internet was nog ver weg. Wel waren er bijna 1500 werkloze journalisten en, net als nu, groeide desondanks het aantal opleidingen. In 1989 waren er vier HBO’s journalistiek en dienden de eerste universitaire studies zich aan. Onrust in de polder. Laatste wijziging: 25 maart 2014, 17:23

Al die opleidingen bij elkaar leiden op voor werkloosheid’. In 1989, bijna een kwart eeuw geleden, is Huub Elzerman directeur van de School voor de Journalistiek in Utrecht. Met lede ogen ziet hij gebeuren dat er naast de bestaande vier HBO-opleidingen ook twee universitaire studies van start gaan; in Groningen en Rotterdam. In vakblad De Journalist (30.01.1989) spreekt hij waarschuwende woorden.

In 1989 ziet het journalistieke opleidingenlandschap er nog overzichtelijk uit. In Utrecht, Tilburg, Kampen en Amersfoort worden journalisten klaargestoomd voor het vak. Jaarlijks levert dat zo’n 300 tot 350 nieuw journalisten op. En dat voor een arbeidsmarkt die het aanbod nauwelijks aan kan. Volgens de HBO-Raad zoeken 1470 journalisten in die periode een baan. Van de afgestudeerden aan de scholen voor de journalistiek uit 1983 en 1984 werkt 19 procent freelance. Naar schatting werken er zeven- tot tienduizend mensen in de Nederlandse journalistiek.

Marc Borst (student School voor Journalistiek Utrecht 1985-1989): ‘Ons wordt vanaf het begin van de opleiding voorgehouden dat bijna niemand een baan zou krijgen. Tenzij je uitmuntend bent. Dat is de algemene sfeer in die tijd, ook onder studenten. Het is crisis met een stijgende werkloosheid als gevolg. Maar ik heb me nooit gedemotiveerd gevoeld door een docent. Ze zijn behoorlijk realistisch in het aanmoedigen om er iets van te maken.’

Het sentiment in het Nederland van 1989 is tweeslachtig; de economie floreert, maar de overheid saneert. Terwijl de Berlijnse Muur op omvallen staat, doet de Nederlandse economie het historisch gezien prima met een groei van boven de 4 procent. Desondanks ligt het tekort op de overheidsbegroting ruim boven de 3 procent (het Verdrag van Maastricht waarin de 3-procentsnorm wordt vastgelegd, moet nog worden afgesloten), zucht het land onder 900.000 arbeidsongeschikten en loopt de werkloosheid op. Het kabinet Lubbers III besluit tot flinke bezuinigingen.

Bert Vuijsje, in 1989 adjunct-hoofdredacteur bij de Volkskrant: ‘Voor HBO-studenten is het eind jaren ’80 lastig om aan de bak te komen. De arbeidsmarkt is voor hen al langer somber.’ Uit cijfers van de Utrechtse journalistenopleiding blijkt dat ongeveer twee derde van de afgestudeerden in Utrecht binnen een half jaar een baan vindt. Circa 26 procent vindt emplooi bij een dagblad. De sector tijdschrift is met 12 procent de tweede grote afnemer. Radio, televisie en voorlichting volgen op afstand met elk ongeveer 5 procent. 18 procent is freelancer en 20 procent van de gediplomeerden gaat naar de regionale pers.

In de praktijk vinden studenten relatief snel werk, ondanks dat het regent van waarschuwingen van het tegendeel. Yvonne Keunen start in 1989 met de opleiding journalistiek in Tilburg. Zij krijgt drie maanden na haar studie een baan bij het Rotterdams Dagblad. Auke Schouwstra studeert in de periode 1986-1989 op de Evangelische School voor Journalistiek (ESJ) in Amersfoort: ‘Wij vinden redelijk snel werk aangezien we zijn opgeleid in een niche markt. De EO is een belangrijke werkgever voor studenten van de ESJ. Het Reformatorisch Dagblad, Het Friesch Dagblad en het Nederlands Dagblad ook.’ Annemieke Veldman begint in 1989 met een studie op de School in Zwolle en gaat nog voor het inleveren van haar scriptie aan het werk: ‘Bij de regionale omroep. Hier rolde ik via-via in. Het eerste jaar heb ik voor een hongerloon gewerkt. Mijn eindscriptie heb ik pas later afgemaakt. Ik ben blij dat ik dit zo gedaan heb, want nu kon ik eerst meer ervaring op doen.’

De HBO-raad is niet gerust op het toenemende aantal studenten. In opdracht van de Raad doet Henne Arnolt Verschuren onderzoek naar het te verwachten aantal afgestudeerden in 1992. In dit jaar zullen, volgens Verschurens rapport, 885 HBO’ers van de dagopleidingen journalistiek/communicatie afstuderen en 160 studenten van de deeltijdopleidingen. Daarnaast komen er naar schatting 750 mensen van particuliere instituten en 1100 van de universiteiten. Voor al die bijna drieduizend mensen zijn er in 1992 volgens schattingen 1425 arbeidsplaatsen beschikbaar. Verschuren signaleert de trend dat de opleidingscapaciteit van de opleidingen en de opnamecapaciteit van de arbeidsmarkt niet meer optimaal op elkaar zijn afgestemd. Of anders gezegd: er worden te veel journalisten opgeleid.

De reacties van het onderwijsveld zijn verdeeld. De HBO-instellingen vinden het welletjes zo, maar in Groningen en Rotterdam worden universitaire opleidingen gestart zodat nog meer journalisten afstuderen voor te weinig arbeidsplaatsen. Nu zijn er argumenten vóór die plannen. ‘Het idee voor de opleiding in Rotterdam is ontstaan doordat de kranten in de jaren ‘80 dikker worden. De wereld is ingewikkelder, dus het niveau moet omhoog. Wetenschappelijker’, aldus professor Henri Beunders, eindverantwoordelijk voor de Postacademische Dagblad Opleiding Journalistiek (PDOJ) in Rotterdam.

‘HBO-scholen protesteren openlijk en minder openlijk tegen de komst van nieuwe opleidingen. Het voelt voor hen als een bedreiging dat aan de universiteit ook journalisten onderwezen worden. Ze zijn bang dat ze gereduceerd worden tot een studie die alleen redacteuren voor televisie en radio opleidt. De dagbladpers is het summum in journalistiek Nederland. Die angst voor concurrentie is flauwekul. Zij leiden duizenden studenten op tot journalist, wij plaatsen er maar twintig per jaar. Bovendien zijn er bij de kranten veel meer mensen nodig. Ze vrezen voor statusverlies’, aldus Beunders van de PDOJ.

Hij heeft niet onbelangrijke medestanders. De Volkskrant, NRC Handelsblad en De Telegraaf staan aan de wieg van de Rotterdamse opleiding. Vuijsje: ‘Het heeft te maken met de kwaliteit van HBO-studenten. Zij hebben vaak te weinig algemene ontwikkeling en diepgang.’ En de Volkskrant wil goede mensen. Vuijsje: ‘De kranten groeiden en bloeiden. We hadden per jaar tien of twaalf nieuwe mensen nodig. We moesten steeds nieuwe katernen ontwikkelen. De Volkskrant had zo’n 50 tot 60 miljoen gulden winst per jaar. We groeiden al langer door de personeelsadvertenties, maar rond deze tijd braken we ook steeds meer door op de commerciële advertentiemarkt. In 1985 begonnen we met vijf katernen, in 1996 hadden we er negen. Op zaterdag had onze krant meer dan 128 pagina’s.’

Studenten zelf willen ook meer kwaliteit. Veldman: ‘We krijgen veel losse maatschappelijke vakken, maar die hebben weinig diepgang.’ Marc Borst van de Utrechtse HBO heeft niet het gevoel dat hij klaar is na het behalen van zijn diploma. ‘Er is steeds meer vraag naar specialisten. Ik zie de universiteiten daarbij wel als concurrent. Die studenten zijn meer op inhoud opgeleid en wij als universele schrijvers.’ Schouwstra: ‘Het wordt gewaardeerd als mensen een universitaire studie hebben gevolgd. De ESJ wordt gezien als een van de betere opleidingen; de inhoud van andere hogescholen is mager. Intellectueel geven HBO-opleidingen weinig mee. De universiteiten hebben opgepakt wat de HBO-studies laten liggen.’

De universiteiten hebben opgepakt wat de HBO-studies laten liggen.’ Journalist Gerard Mulder in 1989 in De Journalist over de universitaire studies: ‘Dat de journalistenscholen daar boos over zijn is begrijpelijk, alleen hadden ze die boosheid op zichzelf moeten richten in plaats van op de nieuwe concurrent.’

Wiel Schmetz van de opleiding in Tilburg kijkt toch ook naar de cijfers: ‘We vragen onszelf af: wat zijn we aan het doen? De stage markt is beperkt en stage verleners maken zich zorgen.’ Het Nederlandse Genootschap van Hoofdredacteuren laat vooral afkeurende geluiden horen in de richting van Groningen. Het Genootschap meent dat ze op deze universiteit de HBO-opleiding nog eens dunnetjes willen over doen. Ron Abram, destijds voorzitter, geeft in De Journalist (1989) aan dat de markt betrekkelijk krap blijft: ‘De afgestudeerde journalisten komen nu al niet allemaal aan de bak’. En Marjan van Steijn, secretaris van de NVJ, maakt zich zorgen over de kwaliteit van de mensen die door de universitaire opleidingen worden klaargestoomd. Van Steijn: ‘Wie bepaalt de inhoud van die opleidingen en wie worden toegelaten? Bij het opzetten van de scholen voor journalistiek is uitgebreid overleg geweest. Maar waaraan ontlenen deze nieuwe opleidingen hun bestaansrecht?’

Veel actie wordt er echter niet ondernomen. Rotterdam en even later Groningen gaan gewoon van start. Beunders: ‘De scholen organiseren een HBO-raad, maar het gaat niet zo ver dat ze de politiek willen beïnvloeden. Ze sputterden en protesteerden en zijn bang voor wildgroei, maar ondertussen breiden ze hun eigen scholen uit.’

En daarmee is een trend gezet. Een kwart eeuw later hebben bijna alle HBO-scholen wel een richting waarin het woord ‘journalistiek’ voor komt. En zijn er opleidingen journalistiek op MBO niveau en inmiddels vijf academische opleidingen. Eén ding valt daarbij direct op: alle spelers van toen hebben hun positie in de discussie behouden.

Elzerman: ‘Er is nooit iets met alle waarschuwingen gebeurd.’ In 2010 zei hij in zijn functie als NVJ-voorzitter: ‘Studenten journalistiek overspoelen de arbeidsmarkt. Een verkwisting van gemeenschapsgeld en jong talent. Opleidingen zouden moeten zeggen: u kunt bij ons journalistiek studeren, maar u krijgt geen baan. Studenten wacht een buitengewoon luizig freelance bestaan of helemaal niets.’

Peter de Vries, directeur van de Utrechtse HBO-opleiding in 2010 tegen de Volkskrant over de concurrentie in HBO-land: Dergelijke HBO-opleidingen leiden wel degelijk op voor de journalistiek. Door zich anders te noemen, omzeilen ze de numerus fixus en onttrekken ze zich aan een discussie over de toekomst van het vakgebied. Het ministerie van Onderwijs zou zich moeten afvragen: waarom keuren wij deze opleidingen goed?’

Jo Bardoel, hoogleraar journalistiek en media aan de Radboud Universiteit Nijmegen, relativeert net als destijds zijn collega Beunders, de discussie: ‘Er is nu een situatie van concurrentie waarin de beste opleidingen automatisch komen bovendrijven.’

En dit jaar nog hebben de Landelijke Studenten Vakbond, het Interstedelijk Studentenoverleg en de jongerenafdelingen van FNV en CNV een onderwijsplan opgesteld met daarin onder meer de aanbeveling studies als psychologie, journalistiek of ‘iets in de kunsten’ aan banden te leggen. Omdat er geen werk is voor al die afgestudeerden.

En wat doet de minister van Onderwijs? Zowel in 1989 als in 2013 houdt die zich stil.

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

1 reactie

J.C. Roodenburg, 8 september 2013, 12:22

Mooi artikel. Goed op een rijtje gezet de historie. Bij ooit Het Rotterdams Parool, waar ik als volontair met de scheepstijdingen ben begonnen, later bij Dagblad Scheepvaart, Het Vrije Volk en het Rotterdams Dagblad zijn erg veel academici van de journalistieke opleidingen in dienst gekomen en doorgegroeid! Wel kregen op een gegeven moment de universitair geschoolde en in journalistiek geinteresseerde studenten toch wat meer voorrang. Vooral ook door hun omgang en kwaliteiten. Bovendien was dat in een tijd dat de journalistieke opleidingen, vooral die in Utrecht, nogal bekend stonden als vrijgevochten bendes die (onterecht) aan de softdrugs zaten. En natuurlijk worden er veel te veel (deskundige) jouranalisten opgeleid. Mede doordat elke opleiding hiervoor ook geld krijgt uit de nationale onderwijsruif. Maar de markt zal zichzelf wel gaan aanpassen.

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.