‘Online platforms niet verantwoordelijk voor auteursrechtschendingen door derden’

Saugmandsgaard Øe verwijst naar de wetswijzigingen die vorig jaar in het kader van de Single Digital Market werden aangenomen. Lidstaten hebben nog tot 7 juni volgend jaar om die richtlijnen op nationaal niveau in te voeren.

Zolang die richtlijnen nog niet van kracht zijn, geldt de auteursrechtrichtlijn uit 2001, waarin deze aansprakelijkheid ‘in tweede hand’ niet is geregeld. De originele gebruiker die het materiaal heeft geüpload blijft als enige aansprakelijk, aldus de advocaat-generaal.

De zaak werd aanhangig gemaakt door een Duitse muzikant die klaagde dat werk van hem op YouTube was gezet en uitgeverij Elsevier, die ontdekte dat boeken uit hun medische portfolio op online platforms werden gedeeld.

Saugmandsgaard Øe zegt dat er bij uploaden van materiaal bij platforms alleen automatische processen lopen en het platform zelf geen bewuste keuze maakt om specifiek die illegale inhoud met anderen te delen.

De vrijwaring van aansprakelijkheid vervalt echter als een platform niet prompt illegaal materiaal verwijdert, zodra ze van het bestaan op de hoogte zijn, benadrukt Saugmandsgaard Øe. Ook als een platform illegaal gedeeld materiaal actief aan gebruikers aanprijst, wordt het - samen met de originele uploader -  wél juridisch aansprakelijk.

Saugmandsgaard Øe wijst in zijn opinie op het gevaar dat platforms materiaal preventief gaan verwijderen, omdat ze elke aansprakelijkheid willen vermijden. “Er bestaat het risico dat beheerders van een platform zo rechters worden wat online is toegestaan, naast een risico op ‘overmatige verwijdering’ van inhoud die gebruikers uploaden. Meer bij Hof van Justitie van de Europese Unie: C-682/18 | C-683/18 [.pdf]