Hoge Raad: geen bezwaren voor data-delen door inlichtingendiensten

De Nederlandse inlichtingendiensten AIVD/MIVD kunnen doorgaan met het uitwisselen van informatie met partners NSA in de Verenigde Staten en GCHQ in Groot-Brittannië. Een rechtszaak van diverse maatschappelijke partijen, waaronder de Nederlandse Vereniging Van Journalisten, is door de Hoge Raad verworpen.
Centraal stond de uitwisseling in het licht van de onthullingen van voormalig NSA-medewerker Edward Snowden. Die toonde aan dat de NSA soms uitzonderlijke methoden inzet om massaal informatie te verzamelen - methoden die in Nederland op basis van de toen geldende inlichtingenwet Wiv 2002 niet zijn toegestaan.
De organisaties maakten bezwaar tegen deze ‘bulkverzameling’ en het risico dat de Nederlandse inlichtingendiensten materiaal zouden ontvangen dat op ongeoorloofde wijze was verkregen. Slepende rechtszaken volgden. De Wiv werd uiteindelijk licht gewijzigd na een afwijzend referendum, maar verkreeg daarmee ook sleepnet-elementen.
De Hoge Raad stelt dat niet is te controleren of de Britse en Amerikaanse collega’s van de AIVD en MIVD onrechtmatig handelen. Er zijn post-Snowden wijzigingen doorgevoerd in hun beleid en de diensten moeten zich houden aan diverse nationale en internationale (mensenrechtelijke) verdragen bij het inzamelen van informatie.
“Het hof stelt voorop dat er in beginsel op moet worden vertrouwd dat de VS en het Verenigd Koninkrijk hun verplichtingen uit deze verdragen nakomen. Dat vertrouwen behoeft slechts te wijken indien voldoende concrete omstandigheden zijn gebleken op grond waarvan moet worden aangenomen dat het niet gerechtvaardigd is”, aldus de uitspraak.
Het is volgens de Hoge Raad ook niet na te gaan of de inlichtingendiensten buiten de de grenzen van de diverse beperkingen opereren. Ook is niet na te gaan of de AIVD/MIVD “systematisch of willens en wetens gegevens van buitenlandse inlichtingendiensten zouden ontvangen omtrent Nederlandse ingezetenen, terwijl zij deze gegevens niet op grond van hun eigen bevoegdheden hadden kunnen vergaren.”
Op Netkwesties stipt Peter Olsthoorn het probleem van ontbrekende bewijs aan: “Bewijsvoering ligt moeilijk, en zaken rusten te veel op vermoedens en indirect bewijs. Harde bewijzen en voorbeelden ontbreken domweg. Zo hebben de Amerikaanse diensten rond het bezoek van president Obama aan Nederland met de Nuclear Security Summit (NSS) in 2014 ongetwijfeld hier activiteiten uitgevoerd, al dan niet samen met de Nederlandse diensten. Maar toon dat maar eens aan.”
Meer bij Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2018:1434
Praat mee