Harde kritiek op innige band politiek en pers in debat toeslagenaffaire

CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt heeft tijdens het debat over de toeslagenaffaire hard geoordeeld over macht en tegenmacht in Nederland. Er is volgens Omtzigt een te innige band tussen het kabinet en de Tweede Kamer, tussen de politiek en belangenorganisaties en tussen de politiek en de pers. Belangrijke vraagstukken, zoals de toeslagenaffaire, worden zo met de mantel der liefde bedekt of onschadelijk gemaakt.
Omtzigt verwees naar zijn onderzoek in Malta (inzake de moord op onderzoeksjournaliste Daphne Caruana Galizia, red.) en hoe het land een falende politieke toplaag heeft. Het was voor hem lang onmogelijk om een vergelijk met Malta en Nederland te trekken, stelt Omtzigt. Er is in Nederland echter “iets fundamenteels mis met de checks and balances”, stelt de politicus.
Door de innige band tussen politiek en pers zijn misstanden als de toeslagenaffaire en de tienduizenden die erdoor getroffen worden nooit in beeld gekomen. Als uitzondering noemde Omtzigt journalisten Pieter Klein en Jan Kleinnijenhuis. Maar andere grote media pikten het verhaal niet op.
Belangenorganisaties, “die allemaal uit de staatsruif eten, allemaal”, trokken volgens Omtzigt evenmin aan de bel. “Je ziet ze nooit keihard zeggen: en nu is het afgelopen. En waarom? Omdat dan de subsidie stopt.” Omtzigt: “We hebben de Staat zo ingericht dat onze kliek in Den Haag [..] meer kijkt naar de partijvoorzitter dan naar de kiezer. En dat zullen we moeten veranderen.”
Volgens de politicus interesseert het opstappen van één persoon hem niet. “We hebben hier een structuur en een systeem gecreëerd waar van alles centraal staat, maar niet de hardwerkende Nederlandse burger. Die staat alleen centraal in de verkiezingscampagne.”
Omzigt verwijt de media te dicht op de politiek te zitten waardoor misstanden in de samenleving te lang onopgemerkt blijven. In het debat over de rol van de journalistiek wordt ook betoogd dat journalisten en politici elkaar juist ophitsen en zo problemen veroorzaken in plaats van onontdekt laten.
Zo publiceert De Correspondent 9 februari een boek over de toeslagenaffaire Zo hadden we het niet bedoeld waarin het de schuld voor de toeslagenaffaire legt bij politiek en de media. Die lieten zich wederzijds ophitsen om elke vorm van mogelijke fraude keihard aan te pakken.
Auteur Jesse Frederik haalt een reportage aan van Brandpunt uit 2014, waar vanuit Bulgarije fraude werd gepleegd. Dat was al bij justitie bekend, het fraudebedrag van 3,8 miljoen was relatief klein gezien de grootte van het totale budget. Er werd na alle ophef 25 miljoen vrijgemaakt voor fraudebestrijding met een opdracht dat geld via vorderingen weer terug te verdienen.
“Journalisten maakten het fraudespook groot”, stelt De Correspondent-collega Rutger Bregman in talkshow Op1.
Over Frederiks boek is daarom in journalistieke kring het nodige te doen. Eind november 2020 reageerde Frederik bij podcast Betrouwbare Bronnen.
Bregman wijst ook op het enthousiasme onder gewone Nederlanders voor harde fraude-aanpak. “We zijn allemaal schuldig” aan het toeslagendrama, zegt hij in Op1: “De twee grootste partijen zijn VVD en PVV, de partijen die het hardst hamerden op fraudebestrijding.”
Politiek columnist Tom-Jan Meeus zegt in NRC hetzelfde: “Evengoed ontbreekt in bijna alle bespiegelingen over dit schandaal één factor: Nederland.”
In 2012 bleek uit opinieonderzoek in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken dat ruim zestig procent van Nederlanders verwacht dat fraude bij uitkeringen aanpakt. Maar ook na de Bulgarenfraude en het nieuws over de gevolgen van de dwaaljacht op fraude met toeslagen is dat cijfer nauwelijks gewijzigd.
Meeus: “Een intern overzicht (‘Omgevingsanalyse oktober’) van Sociale Zaken uit 2020 leert dat zaken als stimulering van vast werk (26 procent) en bestrijding van arbeidsmarktdiscriminatie (30 procent) of armoede (38 procent) het nog steeds ruim afleggen tegen de taak van Sociale Zaken die volgens het land bovenaan hoort: misbruik van uitkeringen aanpakken (50 procent).”
Bregman schrijft in een longread dat er druk ligt op Kamerleden om in de media te verschijnen, niet in de laatste plaats voor ‘interne profiel’ naar de partij toe. “Het probleem is: Kamerleden krijgen applaus wanneer ze verontwaardigd reageren op het voorpaginanieuws van die dag, terwijl het akelig stil blijft wanneer ze in een debat een amendement indienen over een hardheidsclausule.”
Praat mee