Frits van Exter over ‘de racistische professor’

Frits van Exter denkt met je mee over journalistieke dilemma’s. Dit keer: Kun je een ernstige beschuldiging zonder wederhoor afdrukken?
‘Een grensgeval’, zegt de Raad voor de Journalistiek over de klacht van slavernijhistoricus Piet Emmer tegen de Volkskrant. NOS-verslaggever Gerri Eickhof had hem in een interview aangeduid als ‘de racistische hoogleraar (...) die vindt dat de slavernij wel meeviel’. Het is een heftige kwalificatie, maar wat valt de Volkskrant te verwijten? Eickhof is toch verantwoordelijk voor zijn eigen woorden?
Emmer meent dat de redactie ‘een van de ergste beschuldigingen’ niet zo had mogen laten passeren. De krant had hem tenminste wederhoor moeten bieden. Nu is zijn wetenschappelijke integriteit beschadigd en zijn gezag aangetast.
Bij een ernstige beschuldiging kan wederhoor geboden zijn, maar ook bij de beoordeling van deze klacht gaat het om de context. Om te beginnen is de aard van de publicatie van belang. De uitlatingen van Eickhof maken deel uit van een uitgebreid interview in het magazine waarin zijn persoonlijke ervaringen met racisme een rode draad zijn. Min of meer terloops zegt hij zich te hebben geërgerd dat ‘zijn’ NOS de hoogleraar serieus neemt. Het moet de lezer duidelijk zijn dat zijn mening niet een feit is. Overigens zegt hij zich aan de andere kant ook te storen aan de ‘schreeuwende kletskousen’ Akwasi en Gloria Wekker.
Wat ook meeweegt is dat het artikel verscheen in de zomer van 2020 toen het debat over racisme en het slavernijverleden ook in Nederland was opgelaaid. Emmer neemt deel aan het publieke debat. Hij keert zich bijvoorbeeld tegen de gedachte dat het slavernijverleden een ‘verklaring of excuus’ voor maatschappelijke achterstand in het heden is. In de ogen van zijn critici relativeert hij de rol van de Europese slavenhandelaren op onaanvaardbare wijze. Hij is eerder van racisme beschuldigd. De historicus werpt dat verre van zich en zegt dat hij slechts het belang van objectief onderzoek dient.
In het verweer relativeert de redactie op haar beurt de schade: Emmer is ook na het interview in andere media nog regelmatig aangehaald als deskundige.
De Raad begrijpt dat de hoogleraar gegriefd is en vindt dat het de redactie ‘had gesierd’ om wederhoor te vragen vóór publicatie van het zomerse interview, maar het was ‘niet geboden’. Het gaat – zoals meestal – om de optelsom van omstandigheden.
Het vervolg legt immers ook gewicht in de schaal. De Volkskrant plaatst bijdragen waarin een lezer en een columnist het opnemen voor Emmer. En in een ingezonden brief zegt Eickhof het te betreuren dat zijn woorden de professor zo hebben geraakt – hij nuanceert ze ook enigszins. En Emmer zelf, tenslotte, krijgt de ruimte om zich op de opiniepagina te verweren.
De redactie ziet geen grond voor rectificatie, maar laat zien dat het zijn klacht ernstig neemt. Al-met-al blijft zij volgens de Raad aan de goede kant van de grens.
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek, maar heeft geen stem in de beoordeling van klachten. Hij verwoordt slechts zijn eigen mening.
Tips
- Onthoud: een publiek figuur in een publiek debat moet zich meer laten welgevallen dan anderen.
- Ook als het gaat om een persoonlijke mening kan de interviewer weerwerk bieden: ‘Een racist? Hoe komt u daarbij?’
- Neem het wederhoor bij voorkeur op in dezelfde publicatie, maar je kunt daarvoor ook naderhand ruimte bieden.
- Lees deze conclusie waarin een redactie volgens de Raad wél tegen de lat aanliep.
Praat mee