word studentlid

— donderdag 29 augustus 2019, 09:46 | 0 reacties, praat mee

Fotograaf Sandra Minten kruipt onder de huid van mensen

Waterpoloster, moeder, schooljuf en nu dan ook documentair fotograaf. Sandra Minten gaf haar leven een wending. Haar fotografie is een zoektocht, naar de jeugd van haar vader en die van zichzelf. Bekijk haar portfolio in de carrousel hierboven. Laatste wijziging: 6 september 2023, 08:23

De ochtend is nog jong als Sandra Minten (52) verkwikt terugkeert van haar dagelijkse ritueel. Zojuist heeft ze in straf tempo vijftien kilometer door de polders van Assendelft gelopen. Het hoofd van de schooljuf raakte niet leger, zoals anderen zouden wensen, maar juist voller. Ze liet opwindende gedachten toe en probeerde deze te ordenen. School speelde daarin geen enkele rol, fotografie des te meer. Haar leven is nog rijker, sinds ze een half jaar geleden glansrijk afstudeerde aan de Fotoacademie en direct erna mocht exposeren op het Fotofestival van Naarden.

Minten kon het niet bevroeden, maar behalve moeder van drie kinderen en leerkracht op een basisschool is ze nu ook documentair fotograaf. Die laatste taak verricht ze met evenveel toewijding. Nu haar kinderen op eigen benen staan en de leerlingen van een zomervakantie genieten, mag ze van zichzelf aan drie fotoprojecten tegelijk werken. Ze doet dat met dezelfde inzet en volharding die haar vroeger als waterpoloster ver brachten.

Competitief is ze ook in de nieuwe tak van sport, fotografie, waarin ze de winst allereerst op zichzelf moet behalen. ‘Ik heb nog zoveel te leren’, zegt ze bescheiden aan de lange eettafel in de ruime nieuwbouwwoning. ‘Voor mij voelt dit pas als een begin. Maar ik werk vanuit mijn hart en hoop zo anderen met mijn foto’s te raken.’ Lang hield ze haar talent verborgen. Op vakanties met het gezin liet ze een goedkoop cameraatje altijd ‘automatisch’ het werk voor haar doen. Het plezier was er toen wel, weet ze nog, de gretigheid volgde later. Eenmaal thuis was ze het weer vergeten en eisten waterpolo, de kinderen en school alle aandacht op. Nooit was er rust.

Toen het laatste kind was uitgevlogen, durfde ze zichzelf de vraag te stellen: ‘Waar word ik rustig van, wat vind ik voor mezelf leuk, zonder dat het een doel dient voor een ander? Dat was fotografie, bedacht ik me.’ In 2015 besloot ze zich aan te melden voor de ­gerenommeerde Foto­academie in Amsterdam, waar ze eerst vooral foto­techniek leerde. Minten had geen idee wat voor soort fotograaf ze wilde worden: ‘Ik zat aanvankelijk tussen jonge, autonome fotografen, die de kunstrichting uit gingen. Was ik daar wel op mijn plek? Ik kwam erachter dat ik met mijn foto’s verhalen wilde vertellen. Mijn gevoel bracht me steeds naar mensen, en naar menselijk gedrag. Een mens is een mens omdat er anderen zijn. Hoe dat werkt, interesseert me.’

Minten trekt een been onder haar zitvlak, in een halve lotushouding. Ontspannen pratend komt ze tot de kern: ‘Mijn werk draait om autonomie. Is het mogelijk richting te geven aan je eigen leven? Hoe doe je dat als je verzonken bent in een bepaalde situatie of geschiedenis? Je bent niet in je uppie, altijd is er iets en iemand om je heen.’ Plotseling staat ze op en loopt naar de andere kant van de tafel, waar boeken met stickertjes en een grote rol wit papier liggen. De rol spreidt ze volledig uit op de stenen vloer. Series fotootjes komen te voorschijn, met teksten die weer met pijlen zijn verbonden. Verspreid staan woorden als Room, Autonomie, Barsten in de Tijd, Sociale Context. Een groene pijl wijst naar Geluk, gevolgd door een vraagteken.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Het vel papier verbeeldt haar afstudeeropdracht, legt ze uit. De drie foto-onderwerpen zijn ogenschijnlijk divers. Minten fotografeerde een Roma-gezin in Roemenië, haar vader in zijn eigen huis en een drugsverslaafde man in ­Amsterdam. Allemaal probeerden ze er het beste van te maken. Een buitenstaander zou er moedeloos van kunnen worden. De fotograaf wilde weten hoe ze het doen. Ze wilde niet oordelen, en zeker niet veroordelen, al viel dat niet mee: ‘Ik moest telkens mijn blik afwerpen’.

De drie verhalen riepen vragen op: wat was hun gemeenschappelijke laag? ‘Ik lees graag’, zegt ze, wijzend naar de tafel met boeken. ‘Daar leer ik van. Zo kwam ik er erachter dat mijn projecten allemaal te maken hebben met autonomie. Dat je zelf mag bepalen hoe je richting geeft aan je leven. Geluk, waar die groene pijl naar wijst, heeft voor mij te maken met een beslissing nemen en daar hard voor werken. Maar pas aan het eind, bij het resultaat van die inspanning, openbaart het zich. Die momenten zijn schaars, maar juist daarom zo mooi.’

De zoektocht begon bij haar vader. Ze had hem nodig om haar eigen leven te kunnen begrijpen. Eerst moest ze hem begrijpen. Begin zeventig is hij, nooit komt hij van de bank af. Altijd daar, diezelfde omgeving, met niets brengt hij zijn dagen door, zo lijkt het. “Hé pap, waarom kom je niet van die bank af”, had ze al eens gevraagd.

“Zullen we een keer samen boodschappen doen?” Daar zit al een oordeel in, vindt ze, want zo hoorde het niet. Na veel bezoeken kwam de acceptatie: ‘Papa wil gewoon zo zitten. Ik moet hem met rust laten’. Minten onderbreekt haar verhaal en trekt een boek van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård naar zich toe. Ze leest voor: ‘En bij elke dag die verstrijkt groeit het verlangen naar het moment dat het leven de rand bereikt, naar het moment dat de deuren opengaan en het eindelijk weer verder gaat. Aan de andere kant besef ik juist dat het herhalende, dat geslotene, het onveranderlijke, noodzakelijk is, want die enkele keren dat ik het verlaat, keren al die kwellingen terug.’ Ze schuift het boek opzij en zegt: ‘Ik verbind literatuur graag met fotografie. Het brengt laagjes aan in je verhaal.’

Ze ziet haar vader onregelmatig. Bij elk bezoek zet ze, met zijn toestemming, een statief met camera in de vensterbank. Vanuit die vaste positie maakt ze foto’s van haar vader op de bank. De fotografie werd een onderzoeksmiddel naar haar eigen geschiedenis, ontdekte ze gaandeweg. Vader vertelt mondjesmaat over de ‘grauwigheid’ die zijn eigen jeugd vulde. Veel meer woorden maakt hij er niet aan vuil. Alles heeft te maken met ondergane mishandelingen en zaken waarvoor de politie langs moest komen. Maar hij bleef niet in de misère hangen: ‘Op een dag heeft mijn vader tegen zichzelf gezegd: “met mijn kinderen ga ik het anders doen”. Het was een existentiële beslissing. Mijn twee broers en ik zijn tamelijk normaal opgevoed. Dat had wel een offer: we hadden geen enkel contact meer met mijn vaders familie.’

Tekst loopt door onder de afbeelding

Toen kwam Leen in beeld. Hij woonde op Landje 6, een verrommeld uithoekje, waar drugs- en andere verslaafden uitzicht proberen te houden op een beter leven. Minten, toen al fotografiestudent, zag de plek een keer vanuit de trein. Kort erna trok ze de stoute schoenen aan. Zo leerde ze Leen kennen die ervoor knokt om de speed en het onzalige landje achter zich te laten. ‘Hij is in zijn omgeving verzonken’, beschrijft Minten zijn gevecht, dat ze al twee jaar volgt. ‘Bij ieder bezoek neem ik mijn camera mee. Op een dag zei hij tegen me: “Ik gooi het roer om, het moet anders”. Hij was sterk en koos, net als mijn vader, ook voor de autonomie. Hij wilde weg van de ellende, naar een huis voor zichzelf.’

Net als bij haar vader voelt Minten zich ook door Leen verrijkt. ‘Hij laat zijn veerkracht zien. Hoe je iets kan bereiken door telkens stappen te zetten. Hij laat zien dat we in de kern dezelfde mensen zijn. Dat wil ik ook met mijn fotografie laten zien. Ik kom zo dichtbij mogelijk, met inclusie als mijn doel. Dat je als kijker in de foto komt en dan als mens tegenover mens staat.’

Tekst loopt door onder de afbeelding.

Na ieder bezoek keert ze terug naar de plek waarin ze zelf verzonken is, haar woning en leven in Assendelft. Lang was waterpolo een vast gespreksonderwerp aan tafel. Op één na lag iedereen van het gezin in het water. Een van de zoons werd professioneel waterpoloër in Roemenië. Toen moeder in de derde klas van de Fotoacademie zat, besloot ze hem op te zoeken in het stadje Oradea. In haar vrije tijd zwierf ze door de armste wijken, waar ze in contact kwam met een grote Roma-familie. ‘Er heerste een benauwdheid van tijd en ruimte’, schetst ze de omgeving. ‘Drie generaties woonden er op elkaar in een klein huis. De kinderen zag ik nooit met hun ouders lachen, zingen of spelen. Kun je hier het leven nog een andere richting geven, vroeg ik me af. Of is autonomie hier een illusie? Ik begon er een fotoproject in te zien.’

Terug op de academie legde ze haar docent en studiebegeleider Joost van den Broek de drie fotoprojecten voor: haar vader, Leen en het Roma-gezin. “Ga nog tien keer naar Roemenië terug”, was zijn reactie geweest. Huilend was ze thuis haar man Ton in de armen gevallen. ‘Tien keer, hoe moest ik dat doen? De school, mijn eigen kinderen…’

Het bleek een oplosbaar probleem: thuis werd ze aangemoedigd en een collega docent bood vervanging aan. Minten weet het nog goed. ‘Dit is het moment, realiseerde ik me. Vanaf nu ben ik een documentair fotograaf. Ik had richting gegeven aan mijn leven.’

De drie fotoprojecten wist ze uiteindelijk met elkaar te verbinden. Dat alles om autonomie draaide, zag ze pas toen ze de foto’s en teksten op de rol wit papier begon te plakken. De projecten zijn overigens nog niet voltooid. Vader en Leen blijft ze bezoeken en ook de familie in Roemenië kan haar verwachten. ‘Volgende week vertrek ik weer’, zegt ze. ‘Verder werken aan het verhaal.’ Het is dan de negende keer.

Het gesprek stopt, de benen laat ze landen op de grond. Dan zegt ze ongevraagd: ‘Misschien hebben de situatie in Roemenië en mijn vaders jeugd toch met elkaar te maken. Waarom keer ik terug naar die grauwigheid daar? Die grote familie, zo’n omgeving… zou het zo bij papa geweest kunnen zijn?’

Sandra Minten (Amsterdam, 1967).
Opleiding: Fotoacademie Amsterdam, (2018), Fontys Hogeschool, Master Special Educational Needs (2008), InHolland Pabo (2002), Academie voor lichamelijke opvoeding (1990).
Publicaties: Trouw, Pf Magazine, Focus Magazine, Het Parool, Hollandse Beelden Magazine, Dutch Design Daily, Kiekie Tabloid.
Exposities: Fotofestival Naarden, Expositie LUCID, Group exhibition 5&33 Gal­lery, Onderdeel van ‘Het Oog’ expositie op Fotoacademie Amsterdam.
Prijzen: SO Student Award (2019) en NRC Fotowedstrijd (2016)
Boeken: Am
viata – I have life (2018) en NEW 2018, by GUP Magazine. (2017)

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.