BNNVARA erkent Raad voor de Journalistiek niet langer; Raad betreurt stap

In een reactie zegt de Raad het voorlopig vertrek van BNNVARA te betreuren. Voorzitter Frits van Exter zegt graag in gesprek te gaan met de omroep en verwelkomt kritiek “in het besef dat media en publiek baat hebben bij een goede, onafhankelijke en laagdrempelige beoordeling van klachten over journalistieke zorgvuldigheid, waarbij verschillende belangen worden gewogen.”

Geen van de journalistieke redacties bij de omroep werkt voorlopig nog mee aan procedures bij de Raad. “Procedures bij de Raad worden te vaak gebruikt om met advocatenteams juridische geschillen uit te vechten, waarbij grote belangen en hoge schadeclaims op het spel staan. BNNVARA vindt dat de Raad niet is bedoeld voor dergelijke zaken en daar ook niet voor is uitgerust”, zegt directeur content Gert-Jan Hox.

De omroep heeft de Raad al laten weten dat zij met de Raad in gesprek wil over verbeteringen. BNNVARA is dan bereid zich weer te committeren aan procedures bij de Raad.

Van Exter vindt het jammer dat dit gesprek komt ná het opschorten van de samenwerking door een “kennelijk slecht gevallen” oordeel. De Raad meent dat het in alle zorgvuldigheid tot zijn conclusie is gekomen.

Het recente oordeel over de uitzending ‘De afvaldump door Rijkswaterstaat’ bewijst volgens BNNVARA op dit moment dat de Raad niet is toegerust om onderzoeksjournalistieke producties te beoordelen.

De omroep stoort wat betref het oordeel over de uitvoering van het onderzoek en vermeend gebrek aan wederhoor.

“Zembla heeft gezaghebbende deskundigen (soms in felle bewoordingen) hun twijfels laten uiten over de vraag of granuliet ‘grond’ is, en of het bedrijf Bontrup juist heeft gehandeld door granuliet (met toestemming van het ministerie) te storten in een natuurplas. Volgens de Raad is deze aanpak fout en had Zembla aandacht moeten besteden aan het feit dat granuliet al vele jaren bestendig als grond zou zijn aangemerkt (wat onjuist is). De kern van het oordeel lijkt te zijn dat granuliet ‘door de bevoegde instanties als grond is aangemerkt’. Onderzoeksjournalistiek is er echter juist om die bevoegde instanties te controleren”, schrijft de omroep.

Omdat er inmiddels met een omvangrijke schadeclaim wordt gedreigd, zeggen BNNVARA en Zembla zich verder inhoudelijk niet te kunnen uitspreken over de uitspraak van de Raad. “Dat illustreert nog maar eens het probleem van het voorleggen van dit soort kwesties”, stelt de omroep.

Van Exter: “De journalistiek is eigenaar van de Raad. Het zou mooi zijn als zij zich in die rol ook verantwoordelijk weet voor een goed functioneren en daaraan actief bijdraagt.” Meer bij BNNVARA / Raad voor de Journalistiek