Autoriteit Persoonsgegevens: nieuwe Wiv in strijd met EVRM

Toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens (AP) sluit zich aan bij een lange lijst organisaties en deskundigen die ernstige twijfels hebben bij het wetsvoorstel voor een vernieuwde Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Volgens de AP is het huidige voorstel in strijd met voorwaarden van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De toezichthouder komt met de visie [.pdf] op de dag dat de Tweede Kamer over de wet debatteert.
De nieuwe bevoegdheden die de Wiv in het wetsvoorstel aan inlichtingen- en opsporingsdiensten verleent hebben volgens de AP vergaande gevolgen voor de persoonlijke levenssfeer van mensen. “Als de bevoegdheden van de diensten inderdaad worden versterkt, moeten de waarborgen tegen disproportionele inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en het toezicht op de diensten evenzeer worden versterkt. Dat is met dit wetsvoorstel nog niet het geval”, stelt Wilbert Tomesen, vice-voorzitter van de AP.
De noodzaak van de voorgestelde bevoegdheden zijn onvoldoende onderbouwd, aldus de toezichthouder. Het is volstrekt onduidelijk welke impact deze nieuwe bevoegdheden voor mensen zullen hebben. Het toezicht is bovendien onvoldoende geregeld - een conclusie die een groep wetenschappers deze week ook al trok.
De AP plaatst verder vraagtekens bij de voorgestelde sleepnet-functionaliteit en bevoegdheid om apparatuur van mensen te hacken, zelfs als zij niet het einddoel zijn. Het wetsvoorstel biedt verder te veel ruimte om onderschepte gegevens te delen met buitenlandse inlichtingendiensten. Welke informatie precies wordt gedeeld, is in het voorstel niet scherp genoeg gedefinieerd. Het toezicht rond deze informatiestroom is onvoldoende geregeld, vindt de AP.
“Omdat met bulkinterceptie ook gegevens van niet-Nederlanders worden onderschept, kan het verstrekken van gegevens bovendien ingrijpende gevolgen hebben voor burgers die wonen in de landen waaraan deze gegevens worden verstrekt. Deze risico’s zijn bij de verstrekking van niet-geëvalueerde gegevens nog groter; op voorhand staat immers niet vast welke informatie besloten ligt in de
verstrekte gegevens”, schrijft de AP.
Praat mee