EHRM: sleepnet Britse inlichtingendienst in strijd met mensenrechten en riskant voor de journalistiek

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft vandaag geoordeeld dat de wijze waarop Britse inlichtingendiensten massaal informatie verzamelen in strijd is met Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). De zaak was aanhangig gemaakt door een groep maatschappelijke organisaties, verenigd in 'Big Brother Watch' en andere klagers, zoals journalisten.
De uitspraak van het EHRM betreft de massale onderschepping van communicatiegegevens, het delen van deze informatie met partners in het buitenland en het verzamelen van gegevens van internet- en telecomaanbieders.
De uitspraak komt op een bijzonder moment: deze week stelde de Hoge Raad een Nederlandse groep klagers in het ongelijk in bulk verzamelde informatie. De klagers, waaronder de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), maakten bezwaar tegen deze massale, mogelijk illegale verzameltechnieken en wezen op het risico dat de Nederlandse inlichtingendiensten materiaal zouden ontvangen dat op ongeoorloofde wijze was verkregen.
Het EHRM oordeelt dat er in Groot-Brittannië onvoldoende toezicht is op wie het onderscheppen en filtering van internetgegevens moet doen en de regels waarop informatie apart wordt gezet voor nadere inspectie. Er is verder en een gebrek aan waarborgen rond het beslissingtraject om, nadat iets interessants werd gevonden, nadere inzameling te doen.
De rechters beslisten verder dat het huidige systeem om data bij internet- en telefoonbedrijven op te vragen onwettig is. De bulkverzameling schendt volgens het Hof bovendien de vrijheid van meningsuiting, omdat er ook hier onvoldoende waarborgen zijn dat vertrouwelijk journalistiek materiaal en journalistiek bronnen beschermd blijven.
De rechters schrijven daarover: “Met betrekking tot het in bulk onderscheppen spreekt het Hof bijzondere zorg uit over het gebrek aan publiek toegankelijke richtlijnen en waarborgen rond zowel de wijze waarop vertrouwelijk journalistiek materiaal - al dan niet met opzet - kan worden geselecteerd, alsook waarborgen hoe wordt omgegaan met vertrouwelijkheid als zulk materiaal al dan niet bewust is geselecteerd.”
Het Hof zegt dat er potentieel verkillend effect optreedt als er een wantrouwen ontstaat dat communciatie met journalisten wellicht wordt afgeluisterd. De bescherming van journalistieke bronnen raakt de vrijheid van de pers. “Daarom is deze bulkonderschepping in strijd met Artikel 10”, schrijven de rechters.
Het EHRM vond overigens het delen van inlichtingen met partnerdiensten in het buitenland op zichzelf niet in strijd met het EVRM.
BREAKING: UK mass surveillance ruled unlawful in landmark judgment.
— Big Brother Watch (@bbw1984) September 13, 2018
Today vindicates @Snowden’s courageous whistleblowing and the tireless work of Big Brother Watch and others in our pursuit for justice. But our work is far from over…
Read more: https://t.co/CmMZtXclDz pic.twitter.com/hqx3B1prp5
Het Hof wijst erop dat Groot-Brittannië in 2016 hun wet op de inlichtingendiensten heeft vernieuwd. Die is nog niet volledig van kracht. Het EHRM heeft die nieuwe wetgeving niet in dit oordeel meegewogen, schrijft het in een toelichting op de uitspraak. [.pdf]
In dezelfde toelichting stelt het EHRM dat de uitspraak niet direct impact heeft op activiteiten van andere landen. “Andere lidstaten kunnen, indien nodig, hun conclusies trekken uit uitspraken van het Hof om te voorkomen dat identieke overtredingen van het mensenrechtenverdrag worden geconstateerd.”
Praat mee