Almere DEZE WEEK stopt met Raad voor de Journalistiek

De herziening is afgewezen omdat “de procedure alleen open staat voor media en journalisten die daadwerkelijk in de zin van effectief op de klacht hebben gereageerd”, aldus de raad in een uitleg aan de krant.

De advocaat van ADW struikelt over het woord effectief, dat nergens in de reglementen voorkomt, waarvan de strekking onduidelijk is en nu in het nadeel van de krant uitpakt.

Volgens de advocaat heeft zij in eerste instantie afgezien van inhoudelijk verweer, omdat er toen ook nog een juridische procedure liep tegen de krant en de betrokken journalist. Er was verder vertrouwen dat de Raad uit het relaas van Herrema de conclusie zou trekken dat ADW niets te verwijten valt.

Frits van Exter, voorzitter van de raad, laat in een brief aan de krant weten dat hij het betreurt dat er wegens geldgebrek geen volledig hoger beroep mogelijk is, alleen een vorm van herziening.

Van Exter: ‘Het voorgaande neemt niet weg dat uw opmerkingen voor ons aanleiding zijn de bepalingen in ons Reglement betreffende de herzieningsprocedure nog eens goed onder ogenschouw te nemen en wellicht de bewoordingen aan te passen.’

De Raad blijft er dus bij dat ADW zijn kans op verweer heeft laten lopen. De krant vindt dat het op dat moment geen verweer kón voeren vanwege de lopende juridische procedure en dat het begrip ‘daadwerkelijk’ nu verkeerd wordt uitgelegd.

De Raad oordeelde op 7 januari van dit jaar dat de krant journalistiek onzorgvuldig had gehandeld, toen het publiceerde over eigenaardige persoonlijke berichten aan ADW-journalist Marcel Beijer, vanaf de telefoon van wethouder Herrema.

Om te achterhalen of die berichten echt per ongeluk waren verstuurd, zoals de wethouder claimde, werd een extern onderzoeksbureau ingeschakeld. Dat onderzoek was nog niet afgerond, toen ADW over de zaak schreef.

De Raad stelt: ‘Het is evident dat Beijer en de krant betrokken zijn bij de kwestie en als zodanig belanghebbenden zijn. Doordat zij hebben meegewerkt aan het opstellen van de vragen voor het onderzoeksbureau, waarna afspraken zijn gemaakt over de verspreiding van het rapport, zijn zij ook partij geworden bij dit onderzoek. Daarbij gaat het bovendien om zeer ernstige aantijgingen aan het adres van klager, die voor hem grote gevolgen kunnen hebben.’

De krant wilde bij de herziening aantonen dat, als de Raad de correspondentie goed had gelezen, hij tot de conclusie was gekomen dat Almere Deze Week juist níet bij het opstellen van de vragen is betrokken en juist geen afspraken heeft gemaakt over de verspreiding - en daarmee dus ook niet onzorgvuldig heeft gehandeld.