Persvrijheid in Afghanistan op sterven na dood

Op 7 september werd de Afghaanse fotograaf Morteza Samadi gevangengenomen door de Taliban. Dit gebeurde toen hij verslag deed van een protest in de stad Herat. Volgens een woordvoerder van de Taliban werd Samadi gevangengenomen omdat hij het protest tegen de Taliban zou hebben geleid, zo schrijft het Committee to Protect Journalists (CPJ).

“De opsluiting van de Afghaanse journalist Morteza Samadi bewijst wederom dat de Taliban zich niet aan hun eerdere beloftes kunnen houden: namelijk dat media-werkers ongehinderd hun werk mogen doen,” stelt Carlos Martinez de la Serna, programmadirecteur van CPJ. “De Taliban moet Samadi direct vrijlaten, en stoppen met journalisten lastigvallen die hun werk proberen te doen.”

Samadi viel die dag niet als enige ten prooi aan de Taliban. Twee andere journalisten die verslag deden van de anti-Taliban protesten bij Kabul, werden geschopt en geslagen door een speciale eenheid. Tevens werden zij bedreigd met opsluiting als ze door zouden gaan met hun verslaggeving. De Taliban hadden zo nog veertien andere journalisten opgesloten. Deze zijn overigens ook weer vrijgelaten.

Anthony Bellanger, algemeen secretaris van de IFJ, voorziet een sombere toekomst voor de Afghaanse journalistiek. “De Taliban wil voor nu niet al te veel opschudding veroorzaken, maar uiteindelijk willen ze overal controle over krijgen, dus ook de buitenlandse pers,” zegt hij in gesprek met The Guardian. “In dergelijke situaties gebeurt het vaak dat de buitenlandse journalisten worden gezien als agenten van buitenlandse regeringen. Volgens mij zal er een officiële omroep - een Taliban-omroep - komen, zonder vrouwen. Alle andere journalisten zullen verdwijnen. Het is nooit makkelijk geweest. Zelfs vóór de opkomst van de Taliban werden er al journalisten gedood, maar nu is de situatie helemaal erbarmelijk.”