Aanbevelingen voor aanpak sociale mediaplatforms in strijd tegen desinformatie

De Amerikaanse onderzoeksinstelling Aspen Institute - dat zich met geesteswetenschappen bezighoudt - heeft een studie afgerond naar desinformatie in de Amerikaanse samenleving. Het instituut doet een reeks aanbevelingen aan de overheid, private instellingen en de maatschappij om deze informatiecrisis te helpen bestrijden.
Een groot deel van de aanbevelingen is echter universeel van toepassing. In de Commission on Information Disorder zitten wetenschappers, juristen, journalisten, mensenrechtenactivisten en veiligheidsexperts. De commissie richtte zich op deze hoofdthema’s: vergroten van transparantie en begrip, vergoten van het vertrouwen en het verkleinen van schadelijke effecten.
Veiligheidsexpert Chris Krebs wijst op gebouwde structuren die de aanmaak van desinformatie belonen met meer (of vasthouden van) macht en financieel voordeel.
Soortgelijke bezwaren werden onlangs door klokkenluider Frances Haugen geuit in de wijze waarop Facebook opereert. Facebook toont in de nieuwsfeeds inhoud die goed scoort, en dat zijn polariserende berichten, aldus Haugen. Wat Facebook ‘betekenisvolle sociale interactie’ noemt betekent volgens Haugen dat woedende posts voorrang krijgen, want dat scoort het best en lokt de meeste interactie uit.
Commmissielid en journalist Katie Kouric zegt dat de grootste leugen die rondgaat over desinformatie dat er niets aan te doen is. Krebs: “We moeten beginnen met transparantie met betrekking tot de grote spelers en hun zakelijke modellen en duidelijke regels opstellen die beslissingen en gedrag sturen.”
Transparantie
Transparantie begint volgens het Aspen Institute met regels die journalisten en onderzoekers beschermen als ze onderzoek doen naar sociale mediaplatforms. Facebook voerde onlangs een wijziging door op coderingen in de website, die door externe onderzoekers werden gebruikt om analyses uit te voeren.
De wijzigingen maken het lastiger om zulke geautomatiseerde dataverzameling te doen. Volgens onderzoekers heeft de aanpassing daarnaast negatieve gevolgen voor de Facebook-gebruikerservaring voor blinden en slechtzienden, die van dezelfde coderingen gebruik maken.
Negatieve gevolgen van pogingen om derden uit te sluiten kunnen worden voorkomen door platforms te verplichten data beschikbaar te stellen voor wetenschappelijke toepassingen, mits dat onderzoek de privacy van eindgebruikers respecteert, het platform niet belast en een publiek doel nastreeft.
Platforms moeten volgens het Aspen Institute verder wettelijk gedwongen worden meer te vertellen over hoe organisch bereik ontstond van specifiek inhoud die massaal wordt bekeken en waarvan de maatschappelijke invloed groot is. Ook moet er veel meer transparantie komen rondom reclamecampagnes op sociale media.
Verder moet er duidelijkheid komen over hoe platforms modereren, welke regels ze hanteren en hoe dat in de praktijk uitpakt. Inhoud waarop moderatie is toegepast moet in een gestandaardiseerd formaat beschikbaar komen voor geautoriseerde wetenschappers. Mensenrechtenorganisaties klagen al jaren dat ondoorzichtige en soms volledig geautomatiseerde moderatie potentieel oorlogsmisdaden helpt maskeren, omdat videobewijs al voor publicatie wordt gewist.
Vertrouwen
Platforms kunnen desinformatie bestrijden door te benadrukken hoe zulke informatie bewust wordt gecreëerd met als doen onbalans in stand te houden rond macht, toegang en gelijkheid. Er moet harder gewerkt worden om sociale banden aan te halen en wederzijds vertrouwen te versterken.
Door op de werkvloer meer diversiteit te promoten kunnen sociale media platforms en mediabedrijven voorkomen dat bepaalde desinformatie voet aan de grond krijgt, omdat de top rondom dat thema slecht geïnformeerd is of er nauwelijks ervaring mee heeft.
Substantiële lange-termijn-investeringen in lokale journalistiek zijn nodig voor een beter geïnformeerde en zelfredzame burgerij, aldus de onderzoekers.
Voor de Amerikaanse maatschappij adviseert het instituut een landelijke aanpak van desinformatie, met bestrijding op nationaal niveau met duidelijk gedefinieerde rollen in de Amerikaanse overheid. Er moeten meer middelen komen voor het bestrijden van desinformatie.
Zogeheten superspreaders moeten via heldere en consistent toegepaste regels worden aangepakt, luidt het advies - “in lijn met hun impact”. Eerder dit jaar bleek uit onderzoek van het Amerikaanse Center for Countering Digital Hate dat slechts twaalf mensen (!) 65 procent van alle Amerikaanse desinformatie rondom vaccinaties produceerden.
Als laatste advies stelt het Aspen Institute een amendement voor op artikel 230 van de Amerikaanse 1996 Communications Decency Act. In dat artikel worden aanbieders van internetdiensten vrijgepleit van juridische aansprakelijkheid voor uitlatingen op hun platformen.
Die immuniteit zou niet langer moeten gelden voor betaalde advertenties en berichten die tegen betaling in nieuwsfeeds worden uitgelicht. Ook zouden platforms niet langer vrijuit gaan bij het invoeren van nieuwe opties, rondom de systemen die inhoud aan eindgebruikers aanbevelen en ontwerpkeuzes. Meer bij Aspen Insitute: Commission on Information Disorder Final Report [.pdf]
Praat mee