Zinloos wederhoor

Frits van Exter denkt mee over dilemma’s. Deze keer: Moet je wel bellen voor wederhoor als je verwacht dat de ander niets zegt?
De exegese van het oordeel van de Raad voor de Journalistiek over de klacht van de Volkskrant tegen De Groene Amsterdammer laat ik aan anderen over (NRC: ‘gedeeltelijke overwinning in een bittere strijd’), maar het levert dankbaar materiaal op over wederhoor.
Deze rubriek biedt niet de ruimte om recht te doen aan zo’n omvangrijke zaak, maar het komt er ruw samengevat op neer, dat twee journalisten in De Groene (8 september 2021) een reconstructie publiceren van de ondergang van Mayday Rescue, die de steun aan de Witte Helmen in Syrië coördineerde. Zij concluderen dat de hulporganisatie slachtoffer is geworden van een desinformatiecampagne. Berichten over vermeende financiële malversaties brachten donoren ertoe de hulp te staken.
‘Ook de Volkskrant draagt bij aan het fraudeframe’, stelt het opinieweekblad. De medewerkers schrijven dat de Volkskrant in een artikel (17 juli 2020), grotendeels op basis van anonieme bronnen, een beeld schetst ‘van een organisatie die losjes en onduidelijk met geld omgaat en een zichzelf verrijkende top’. Dat forensisch onderzoek later concludeert dat er van fraude geen sprake is, staat niet in het artikel, maar in een kader. De Groene: ‘Alsof die cruciale ontlastende informatie er minder toe doet.’
De Volkskrant noemt dit een onjuiste en buitengewoon schadelijke beschuldiging. De Groene had daarom ‘uiteraard’ wederhoor moeten vragen bij de krant.
In de Leidraad staat dat je in beginsel recht hebt op wederhoor als je wordt gediskwalificeerd. Uitzonderingen zijn publicaties waarin de persoonlijke mening voorop staat en ‘berichtgeving van feitelijke aard, zoals verslagen van openbare bijeenkomsten’.
De Raad meent dat De Groene hierin zorgvuldig is. Er staat niet dat de Volkskrant desinformatie heeft verspreid. En de term ‘fraudeframe’ suggereert dat ook niet. Het is geen beschuldiging, maar een feitelijke vaststelling – de vermeende fraude bij Mayday was inderdaad het ‘frame’ van het artikel.
De Groene noemt ook een bron van het Volkskrant-artikel: een Nederlander die financieel bestuurder was bij Mayday. Volgens het weekblad had hij een dubieuze reputatie, raakte hij in conflict met de oprichters van de organisatie en verspreidde hij uit rancune desinformatie over fraude en wanbeheer.
De Volkskrant klaagt dat het onthullen van een (vermeende) bron schadelijk is voor de gehele journalistiek. De Groene had tenminste wederhoor moeten vragen. Maar de hoofdredacteur van het weekblad meent dat het ‘voor zich (spreekt) dat wij hierover geen wederhoor konden vragen, want dan zou de Volkskrant haar afspraken met de bron schenden.’
Daar denkt de Raad anders over. Wederhoor is bij een beschuldiging een recht dat je verleent zonder je af te vragen of dat zin heeft. Het is aan de andere partij om te bepalen hoe zij er gebruik van wil maken. En het is inderdaad een stevige diskwalificatie: de Volkskrant baseert zich mede op een dubieuze, onbetrouwbare bron. Waarop De Groene dat dan weer baseert? Het staat niet in het artikel, maar de hoofdredacteur meldt dat de bestuurder zelf tegen haar medewerkers heeft gezegd dat hij met de krant heeft gesproken. Kan de onbetrouwbare bron van een ander, jouw betrouwbare bron zijn? Reden temeer voor wederhoor.
Frits van Exter is voorzitter van de Raad voor de Journalistiek maar heeft geen stem in de beoordeling van klachten. Hij verwoordt slechts zijn eigen mening.
Praat mee