‘Wacht met publicatie bij anonieme bronnen’

Een journalistieke basisregel, maar in de zaak Keulen en de verkrachtingen op Oudejaarsavond opzij geschoven: het gebruik van anonieme (politie)bronnen. Steven de Winter schrijft in NRC.next dat de journalistiek verantwoordelijk is voor de "niet meer terug te draaien ingrijpende politieke gevolgen".
Inmiddels kent iedereen het verhaal: de verkrachtingen die plaatsvonden op Oudejaarsavond zouden zijn gepleegd door Syrische vluchtelingen. Achteraf bleek dat beeld niet te kloppen, maar toen was het leed al geleden: “Syrische mannen waren na 7 jan. niet langer vluchtelingen die zorg en toewijding verdienen; ze waren verworden tot “testosteronbommen” die “onze vrouwen” bedreigen. Ook gematigde politici gingen nu dingen zeggen die zij vóór Nieuwjaar nooit over hun lippen konden krijgen. Voor de politiek komen de nieuwe feiten te laat. Voor vluchtelingen is een andere koers uitgezet: meer hekken”.
De Winter pleit er voor om ondanks de hectiek met publiceren te wachten tot de rechtszaak of het onderzoek. “Voorzichtigheid met anonieme bronnen is temeer geboden wanneer het om een onthulling gaat die het nodige teweeg kan brengen. Het is binnen de journalistiek omstreden, maar ik vind dat je als journalist altijd de afweging moet maken tussen het belang dat je met je publicatie dient en wat die publicatie kan veroorzaken.”
“Wie iets publiceert is verantwoordelijk voor wat zijn publicatie teweeg brengt. Vanzelfsprekend dient er een duidelijk causaal verband te bestaan tussen de publicatie en wat er daarna gebeurt. In de Keulse kwestie namen journalisten genoegen met anonieme bronnen. Te haastig promoveerden zij geruchten tot feiten. Ze aanvaardden willens en wetens de aanmerkelijke kans dat hetgeen zij publiceerden niet zou kloppen en zij daardoor een groep in de samenleving in diskrediet zouden brengen. In het strafrecht heet dat voorwaardelijk opzet.”
Praat mee