VPRO Tegenlicht toont indrukwekkende werkwijze van Christiaan Triebert, ‘OSINT’-journalist bij NYT

De loopbaan van journalist Christiaan Triebert moet als een droom klinken voor veel jonge én ervaren journalisten. Triebert begon zijn carrière bij de Leeuwarder Courant en deed voor Bellingcat onderzoek naar de rampvlucht MH17 en de staatsgreep in Turkije in 2016. Sinds 2019 werkt hij als ‘Open Source Intelligence’-redacteur (OSINT) bij The New York Times. Triebert is onderwerp in de aflevering van VPRO Tegenlicht, die aanstaande maandag, 26 september (20:25 uur op NPO 2), wordt uitgezonden.
De werkmethode van Triebert en zijn collega’s staan centraal in de documentaire. De OSINT-methode, waarbij feiten worden gereconstrueerd met openbare bronnen op internet, is relatief nieuw en stond lang in de kinderschoenen. ‘Er is een argwaan tegen de “established media”, en er is een argwaan tegen claims overnemen van persvoorlichters’, zegt Triebert – die ondanks dat hij nu in de VS woont en werkt nog steeds een Friese klank in zijn Nederlands heeft. “Onze vorm van journalistiek is niet zozeer: geloof ons, want dit zijn de feiten. Het is meer: dit zijn de feiten, en dit is waarom we deze feiten hebben kunnen vaststellen”, zegt Triebert over OSINT. “We zijn heel transparant over onze onderzoeksmethode. We leggen uit wat we hebben gevonden en wat dat betekent.”
VPRO Tegenlicht blijkt Triebert al vanaf 2016 te volgen, toen hij in Londen “ontdekt” werd door onderzoekscollectief Bellingcat. Ondanks dat Triebert en zijn team inmiddels twee Pullitzerprijzen gewonnen hebben – de documentaire opent met de scene waarin hij op de hoogte wordt gebracht van zijn prijs – blijft hij er zelf betrekkelijk nuchter over. “Ja, ’t is wat…”, zegt hij als hij in talkshow Op1 gevraagd wordt naar de winst van de meest prestigieuze persprijs ter wereld.
De documentaire zoomt vooral in op de werkwijze van Triebert en het OSINT-team. “Je hebt openbare bronnen en openbare informatie die je kunt gebruiken. Maar je hebt ook een heel wijd scala aan informatie die je kan vergaren door op de grond (ter plekke) te zijn, en mensen dingen te vragen. Zijn er beveiligingscamera’s? Heb je deze man gezien? Hoe kun je alle bronnen en informatie die je hebt gebruiken om de feiten boven water te halen?”
Het werk van Triebert en zijn collega’s is zo nauwkeurig dat ze kunnen bewijzen dat een Amerikaanse bomaanslag op een vermeende ‘terrorist’ in Afghanistan – in tegenstelling tot het Amerikaanse narratief – ten onrechte was. In tegenstelling tot wat de Amerikaanse regering beweert, blijkt de ‘terrorist’ in werkelijk flessen met plastic water in z’n auto te hebben in plaats van bommen. Een woordvoerder van het Pentagon maakt in een persconferentie zijn excuses en prijst het werk van Triebert en zijn collega’s. “We moeten beter ons best doen om onnodige slachtoffers te voorkomen. We hebben fouten gemaakt en we moeten lering trekken uit die fouten”, erkent een woordvoerder van het Pentagon. Wederom reageert Triebert nuchter als de interviewer hem vraagt naar de ‘felicitatie’ van de woordvoerder: “Tsja…. Een felicitatie van het Pentagon, het is ook een beetje gek”, antwoordt hij.
De documentaire zoomt ook in op de persoon áchter journalist Triebert. Door zijn moeder – die de kinderen al op jonge leeftijd meenam op reis door Europa – en zijn Indonesische vader, leerde Triebert al op jonge leeftijd dat “de wereld groter is dan Leeuwarden en Nederland”. Zo beschrijft hij dat hij in de zomer van de overgang van vwo 5 naar vwo 6 met een vriend een maand lang over de Balkan reisde. “Na een maand was onze Interrailkaart verlopen en het geld was op. Dus we zijn maar naar huis gelift”, zegt hij lachend. Ze waren net op tijd: op de ochtend van het nieuwe schooljaar kwamen ze aan in Leeuwarden. Dus zetten ze de tent, waarmee ze een maand lang rondreisden, maar op het schoolplein op. Als student liftte hij van Groningen naar Kaapstad. En later bezocht hij met zijn toenmalige vriendin Syrië – net toen de burgeroorlog daar was uitgebroken. Geen alledaagse reisjes, dus.
In New York leidt Triebert de kijker rond langs de “Pullitzergang” van The New York Times, waar alle winnaars hangen. “Je ziet hoe de krant veranderd is in al die jaren”, zegt Triebert. “Eerst waren de winnaars vooral witte mannen, in hun eentje. Later zie je dat de winnaars diverser zijn geworden, maar ook dat de prijs gewonnen wordt door groepen journalisten.”
Een ander onderzoek van het team van Triebert dat veel losmaakte is de dood van de correspondent Shireen Abu Akleh, die door Israëlische kogels om het leven kwam op de bezette Westoever. Israël ontkende lang enige betrokkenheid, maar mede door het uitgebreide onderzoek van het team van Triebert moesten de Israëlische autoriteiten toch toegeven dat Abu Akleh tóch is overleden door Israëlisch vuur. “Er is zoveel informatie te vinden. We hebben een bodycam van het Israëlische leger, we hebben een TikTok-livestream, je ziet de kracht van omstanders die beginnen te filmen en de kracht van een camera. Dan gaan we aan het werk met de vraag: wat kunnen we uitvogelen?” Vervolgens maakt Triebert een tijdlijn, om zo gebeurtenissen te kunnen reconstrueren. En door het geluid van microfoons van draaiende camera’s kon zijn team uiteindelijk berekenen op wat voor een afstand de kogels zijn afgevuurd – voor de leek ziet her eruit als een huzarenstukje, voor Triebert is het “volkomen logisch”.
Voor Bellingcat reisde Triebert de halve wereld rond om trainingen te geven in OSINT, van Kirgizië tot Kenia. Bij The New York Times komt voor Triebert alles samen: reizen, informatie delen, de “klassieke” verslaggeving. “Onze vorm van journalistiek is ook niet zozeer van geloof ons omdat wij het zeggen. Het is: dit zijn de feiten en zo hebben we ze vast kunnen stellen. We leggen uit hoe we het bewijsmateriaal hebben geverifieerd en wat dat ons vertelt én wat we niet weten.”
“VPRO Tegenlicht: Trust me, I’m a journalist – Christiaan Triebert over zijn zoektocht naar de waarheid” wordt maandag 26 september om 20:25 uur uitgezonden op NPO 2. De uitzending is daarna terug te kijken via NPO Start. De regie is in handen van Shuchen Tan.
Praat mee