‘Vergeetrecht’ niet voor moordenaar

Een moordenaar die recent vrij is gekomen en bij de rechter een 'digitale schone lei' eiste, is in het ongelijk gesteld. De man werd in 2007 veroordeeld tot twaalf jaar cel en tbs voor de moord op zijn vrouw, de moeder van zijn twee kinderen. Hij beroept zich op zijn recht te worden vergeten. De man heeft bij Google al met succes een aanvraag ingediend om zoekresultaten met zijn naam te verwijderen. Hij wil nu ook dat een aantal sites, die opkomen voor de belangen van en de positie van nabestaanden van ernstige geweldsmisdrijven, berichten over hem verwijdert. De man zegt geen toekomst op te kunnen bouwen omdat hij online nog steeds in verband wordt gebracht met de moord. Op deze manier wordt volgens hem zijn terugkeer in de maatschappij bemoeilijkt.
Nabestaanden en slachtoffers van de man beargumenteren dat “een al te snelle afweging ten gunste van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer betekent dat de voor de samenleving essentiële geschiedenis met betrekking tot criminele activiteiten kan worden gewist. Ook heeft de samenleving er volgens hen recht op te weten wat voor person de man is en hebben de nabestaanden het recht alle informatie te kunnen vinden over hun moeder en vader”.
De rechter oordeelt dat nabestaanden een belang hebben bij het levend houden van wat er is gebeurd en dat zij zelf mogen uitmaken hoe dat gebeurt, bijvoorbeeld via internet. Bovendien is de moord nog niet zo lang geleden gebeurd en valt de man nog steeds onder de tbs-regel. Ook het feit dat de man “nog niet echt tot inzicht in het verwerpelijke karakter van zijn daad lijkt te zijn gekomen, verhoudt zich slecht met een recht om als dader te worden vergeten”.
“Alles afwegende acht de voorzieningenrechter het belang van gedaagden bij het uitoefenen van hun recht op vrije meningsuiting op de wijze waarop zij dat hier doen, op dit moment zwaarwegender dan het recht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer.”
Praat mee