Twaalf jaar Tegels: wie wonnen (en wie niet…)

Op dinsdag 23 april is het weer zover: dan worden De Tegels uitgereikt, de prijzen voor de beste journalistieke producties van Nederland. Oud-prijswinnaars, genomineerden en andere J-bo’s bevolken de Haagse Schouwburg… wie wint, en wie gaat met lege handen naar huis?
Bij uitreiking van de Tegels van 2014 zat ik naast Telegraaf-hoofdredacteur Sjuul Paradijs. Zijn krant was één keer genomineerd, de Volkskrant zes keer. In sommige categorieën was de Volkskrant zelfs meerdere keren genomineerd, wat de presentator van dienst de snedige opmerking ontlokte dat die krant wel eens met een Tegeltje naar huis zou kunnen gaan.
Dat klopte, ze wonnen er drie. De andere gingen naar NOS, Vrij Nederland, NRC, Follow The Money en De Correspondent. Sjuul boog zich in mijn richting en fluisterde: “We zijn er wel bij, maar we horen er niet bij.” Klopt dat? Is De Tegel het feestje van een klein groepje media? Eehhh… ja…
Media met een ‘V’…
Zes media (VPRO, Volkskrant, NOS, NRC, NTR en Vrij Nederland) zijn samen goed voor ruim 50 procent van het totaal uitgereikte prijzen van de afgelopen twaalf jaar. Samen met BNNVARA, KRO NCRV en Trouw komen ze tot 63 procent van de prijzen.
Met die negen zijn ook meteen alle media genoemd die vaker dan twee keer een Tegel wonnen. In het lijstje media die twee keer een Tegel mee naar huis konden nemen zitten AD, gratis krant De Pers en één regionale krant: TC Tubantia. Samen zijn deze 18 prijswinnaars goed voor 80 procent van de onderscheidingen.
Bij de 22 ‘eenlingen’ zitten o.a. De Telegraaf, Parool, De Groene, Brabants Dagblad, Dagblad van het Noorden, de Limburger, EO, Nieuwe Revu, OneWorld, RTL Nieuws, RTV Noord en RTV Oost.
In de meeste gevallen wordt een medium alleen onderscheiden maar in de afgelopen jaren is zo’n 30 keer een gezamenlijke Tegel uitgereikt. Samen zijn dat 109 onderscheidingen.
Landelijke omroepen en kranten
Landelijke omroepen zijn goed voor 44 procent van de prijzen en landelijke kranten voor 28 procent. Daarna komen online-only’s als de Correspondent, FTM, OneWorld en De Nieuwe Reporter. Bij de tijdschriften gingen zes Tegels naar VN; de Groene, Nieuwe Revu en Quest kregen de overige drie. Regionale kranten en omroepen zijn samen goed voor acht tegels.
Het overzicht en de verdeling maken is één ding, de duiding is lastiger. Eén mogelijke verklaring is dat de winnaars gewoon de beste producties maken en dat de deskundige jury dat op z’n waarde weet te schatten. Ook kan het zijn dat winnende media veel producties inzenden, want wie niet inzendt, wint zeker niet. En het zou natuurlijk aan het selectieproces kunnen liggen dat deze producties winnen, ‘dit soort producties van dit soort media’ zijn de norm geworden. Maar dat komt natuurlijk van ‘boze tongen’ en ‘slechte verliezers’.
Verantwoording
Dataverzameling door Renée van der Nat (Lectoraat Journalistiek Hogeschool Utrecht) en Piet Bakker. Voornaamste bron is de website van De Tegel, aangevuld bij onduidelijkheid met informatie uit Villamedia, Nieuwe Reporter en Wikipedia.
Als een medium een Tegel wint, wordt dat soms gespecificeerd, zo kreeg de VPRO vier keer een Tegel voor Argos, van de negen NOS-prijzen waren er vijf voor Nieuwsuur, één van de NRC-Tegels was voor nrc.next, twee van NTR-Tegels waren voor voorloper NPS (en één voor het Uur van de Wolf), van de vier BNNVARA-Tegels waren er twee voor Zembla en één voor de VARA alleen. Bij de KRO NCRV onderscheidingen zitten ook twee ‘oudere’ Tegels voor de NCRV alleen.
Praat mee