Toezichthouders: al valt het nu mee, blijf alert op nepnieuws
Hoewel het aanbod van nepnieuws in Nederland vrij beperkt is, waarschuwen de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en het Commissariaat voor de Media (CvdM) in een gezamenlijk rapport voor achterover leunen. "Het gaat nu nog goed met de nieuwsmedia in Nederland en zij kunnen nog tegen een stootje. Toch zijn investeringen nú nodig om ervoor te zorgen dat ons nieuws divers, onafhankelijk en toegankelijk blijft en nepnieuws geen voet aan de grond krijgt", stellen ze.
Het rapport Nepnieuws en Digitalisering [hier in .pdf te downloaden] behandelt maatregelen tegen misinformatie (niet altijd met opzet verspreide verkeerde informatie) en desinformatie (berichten met een bewust manipulerend politiek of commercieel doel).
Het valt dus mee met nepnieuws in Nederland, blijkt uit berichten van organisaties die daadwerkelijk aan factchecken doen, zoals Nieuwscheckers van de Universiteit Leiden.
Toch stellen ACD en CvdM dat marktconcentratie, samengevoegde redaties, effectief minder journalisten en nieuwe technologische middelen een potentieel vruchtbare voedingsbodem voor nepnieuws en desinformatie hebben gemaakt. In Nederland is het media-aanbod echter pluriform. Uit de meest recente Mediamonitor blijkt bovendien dat Nederlanders in vergelijking met andere EU burgers veel vertrouwen hebben in radio, televisie en dagbladen.
De huidige digitale infrastructuur en het feit dat nieuwsorganisaties op social media steeds vaker een doorgeefluik zijn voor berichten van derden, betekent dat niet altijd duidelijk is wat de oorsprong van een bericht is. Nepnieuws of mis- en desinformatie kan zich zo razendsnel verspreiden. Goede feitencontrole bij de verspreider van een bericht is van cruciaal belang, aldus ACM/CvdM.
Voorlopig is er echter geen reden voor paniek, aldus de opsteller van het rapport. Wel is het gezien de bovengenoemde feiten van belang alert te blijven.
De opstellers zien investeringen in kwaliteitsnieuws al een belangrijk stap om nepnieuws te bestrijden. Verder kunnen bewust misleidende of smadelijke berichten het best via het strafrecht worden aangepakt.
Censuur is daarbij geen goed pad, aldus ACM/CvdM: “Ingrijpen op de inhoud vanuit de overheid kan snel leiden tot ongewenste censuur waardoor de kerntaak van de onafhankelijke journalistiek en vrijheid van meningsuiting in het geding kunnen komen. Los daarvan is het in de praktijk nagenoeg onuitvoerbaar, bijvoorbeeld omdat producenten zich overal ter wereld bevinden of omdat een juridisch sluitende definitie van nepnieuws niet voorstelbaar is.”
De mediaconcentraties zullen zich de komende jaren vermoedelijk voortzetten. De toezichthouders zien daarom een rol voor zichzelf weggelegd: “Concurrentie tussen nieuwsaanbieders betekent veel verschillende nieuwsbronnen, en dat versterkt de resistentie tegen nepnieuws.”
De organisaties pleiten verder voor strengere regels voor transparantie over de oorsprong van nieuws en investeringen in wediawijsheid, zodat nieuwsconsumenten desinformatie en nepnieuws beter leren herkennen. Een spel als Slecht Nieuws, waarbij je zelf verspreider van nepnieuws bent, kan daarbij helpen.
Praat mee