The New York Times: kogel die Shireen Abu Akleh doodde afkomstig van locatie nabij Israelisch konvooi

De kogel die Al Jazeera-journalist Shireen Abu Akleh op 11 mei doodde, werd afgevuurd vanaf een locatie vlak bij een Israëlisch konvooi. Dat concludeert The New York Times aan de hand van eigen onderzoek.
Het nieuwsmedium analyseerde daarbij video’s van omstanders, journalisten en beveiligingscamera’s, interviewde zeven getuigen en liet deskundigen audio van de gebeurtenis analyseren. Daarnaast deden verslaggevers ook op locatie onderzoek.
Abu Akleh deed op het moment van haar dood verslag van een Israëlische inval in een vluchtelingenkamp in de plaats Jenin. Israëlische autoriteiten stellen dat een soldaat de journalist waarschijnlijk per ongeluk dood schoot, maar suggereerde ook dat Abu Akleh juist door een Palestijnse schutter om het leven werd gebracht.
‘Geen ongeluk’
CNN concludeerde onlangs al dat de dood van Abu Akleh geen ongeluk was, maar een gerichte aanval en dat er geen Palestijnse militanten actief waren in het gebied.
Volgens het onderzoek van The New York Times waren die militanten er wel. Daarnaast waren er in het gebied twee groepen Israëlische soldaten aanwezig. De twee partijen zouden meerdere keren op elkaar hebben geschoten. Videobeelden die vlak voor Abu Aklehs dood zijn gemaakt, laten volgens het nieuwsmedium echter zien dat er op dat moment geen Palestijnse militanten in de buurt waren.
Tijdens de aanslag op Abu Akleh, werden volgens The New York Times in totaal zestien schoten gelost. Audio-experts berekenden aan de hand van videobeelden de plek waar die schoten werden gelost. Ze concludeerden dat de schoten van 160 tot 195 meter afstand werden afgevuurd. Op videobeelden van beveiligingscamera’s is te zien dat een voertuig van een Israëlisch konvooi zich op net een paar meter buiten die afstandsgrens bevond.
Praat mee