mgm nvj maart

— vrijdag 8 november 2013, 08:14 | 0 reacties, praat mee

Teun van de Keuken wil er niet bij horen

Teun van de Keuken wil er niet bij horen
© TRIK

Teun van de Keuken is dit najaar terug op tv met de Keuringsdienst van Waarde en De Slag om Europa. Programma’s die wat hem betreft thuishoren bij de Publieke Omroep, in tegenstelling tot Vive la Frans of 1 tegen 100. Laatste wijziging: 16 december 2014, 22:42

Nee, hij stond er niet bij op het Malieveld half oktober, waar een mannetje of drieduizend protesteerde tegen de omroepbezuinigingen die het kabinet had aangekondigd. ‘Het was schitterend geweest als er 150 duizend kijkers naar het Malieveld waren gegaan om hun steun aan de Publieke Omroep uit te spreken, zegt programmamaker Teun van de Keuken (1971). ‘Maar mijn beeld was dat de meeste demonstranten omroepmedewerkers waren, en dat het er ook niet zo veel waren.’ Dan hoofdschuddend: ‘Ons bezuinig je niet 1,2,3 weg, dat is de strop in plaats van de broekriem. Wie bedenkt zulke ontzettend lelijke slogans? Ik ben helemaal niet voor bezuinigingen op de Publieke Omroep, maar alleen al door de lelijkheid van de campagne kan ik me er moeilijk achter scharen. ’

Van de Keuken deinst er niet voor terug om te zeggen wat hij ergens van vindt. Niet in zijn programma’s, niet in zijn columns, niet in interviews en ook niet als het gaat over zijn eigen habitat: de Publieke Omroep. Onlangs nog pleitte hij in een ingezonden stuk in de Volkskrant, en in zijn mediacolumn in Het Parool voor een discussie over wat de Publieke Omroep zou moeten zijn. Tijdens dit interview komt hij er via zijweggetjes telkens weer op terug. Zelf weet hij het wel: een smalle omroep graag. ‘Van mij hoeven Vive la Frans of 1 tegen 100 niet op de Publieke Omroep. Waarom uit publieke middelen voor programma’s betalen die net zo goed of misschien wel beter door de commerciëlen gemaakt kunnen worden?

Er zijn mensen die zeggen dat je dan een elitaire Publieke Omroep voor de grachtengordel krijgt. Maar daar geloof ik niet in. Binnen de publieke taak passen wat mij betreft nog steeds goed scorende programma’s als Tros Radar, De Wereld Draait Door en Nederland van Boven. Die hebben meer dan een miljoen kijkers. Tussen dat soort kanonnen programmeer je kleinere programma’s die bij de commerciëlen nooit uitgezonden zouden worden.’

Maak jij daarom programma’s als de Slag om Europa? Europa, een weinig populair onderwerp…
‘Ik vind, of half Nederland nou zit te wachten op een programma over Europa of niet, dat de Publieke Omroep er gewoon een programma over moet hebben. Iedereen zegt altijd dat alles in Brussel wordt beslist. Is dat zo? Waar ligt de macht eigenlijk in Europa, en hoe verhoudt die macht zich tot de macht in Den Haag? Dat zijn hele fundamentele journalistieke vragen. En als half Nederland daar niet op zit te wachten, dan moet je het zo aantrekkelijk presenteren dat misschien niet half Nederland, maar wel een kwart daarvan er toch naar kijkt. Wat dat betreft geloof ik nog ouderwets in het verheffen des volks.’

Naast de slag om Europa ben je na twee jaar ook weer terug als presentator van de Keuringsdienst. Eerder zei je dat de koek op was.
Het elan was een beetje ingezakt na acht jaar. Zowel van het programma, als van mijzelf. Bovendien ging ik met mijn zakenpartner Roland Duong (waarmee hij productiebedrijf Appelbaum runt, red.) de Slag om Brussel, tegenwoordig de Slag om Europa, én de Slag om Nederland maken. Dan moet je prioriteiten stellen. Maar op de achtergrond bleef ik bezig met Keuringsdienst-achtige onderwerpen. Ik schreef een “groene” column voor Het Parool, deed wel eens een lezing en werkte aan een boek over dat soort zaken dat volgend jaar verschijnt. Het bleek toch dichterbij me te liggen dan ik dacht. Het elan is dit tiende seizoen ook helemaal terug. Voor mijn gevoel zijn we bezig met een sterk seizoen waarin goede dingen boven tafel komen.’

Je krijgt vaak het hokje toebedeeld van de verantwoorde, duurzame figuur, de geëngageerde journalist, iemand die actiejournalistiek bedrijft. En daar verzet je je altijd hard tegen.
‘Kijk, ik heb vier of vijf jaar die column gehad in Het Parool. Het portee van die column was: ik doe wel mijn best en ik vind het ook allemaal wel belangrijk maar zes van de tien keer lukt het mij ook niet en ga ik overstag. Ik vlieg bijvoorbeeld de hele wereld over. Maar het rare is dat mensen dan toch zeggen: god ja, jij bent echt een totaal verantwoorde groene jongen. Dan denk ik: lees toch wat ik zeg! Ik stond op een gegeven moment op plaats 16 van de duurzame top 100 van Trouw. Toen heb ik een column geschreven over wat een totale flauwekul dat was. Ik wil daar dan meteen tegen ageren.’

Waarom eigenlijk?
‘Ik wil nooit ergens bij horen. Op de lagere school had je de stoere kinderen, de sukkels en ik. Ik was gewoon altijd al een soort eenmanszaak. Als ik nu het gevoel krijg dat ik ergens te veel bij hoor, dan ga ik dat altijd een beetje… kapotmaken.’

Waarom is het erg om ergens bij te horen?
‘Het is misschien een heel kinderachtig soort drang naar zelfstandigheid. Ik ben opgegroeid in de jaren tachtig, toen je heel duidelijk links en rechts had. Als je links was, dan was je ook feminist, en tegen de plaatsing van kernraketten. Dan kocht je bij de biologische winkel en was je ook begaan met Latijns Amerika; één groot pakket. Ik geloof niet in dat soort pakketten. Daarom vind ik het zo leuk om voor de KRO én de VPRO te werken, maar ook voor Omroep MAX, waar ik Wijn aan Gort voor produceer. Ik heb in het verleden radioprogramma’s gemaakt voor Llink en de VPRO, ik heb dingen gedaan voor de NCRV, de Vara en de NTR. Ik wil mezelf de vrijheid voorbehouden om dingen te zeggen en te doen die niet stroken met een imago.’

Wat voor hokje zou je voor jezelf kiezen?
‘Mijn grootvader schreef schoolboeken Nederlands, Duits, Frans en Engels. Mijn vader, filmmaker Johan van der Keuken, maakte geëngageerde films waarin hij wilde uitleggen hoe de wereld in elkaar steekt. In die traditie pas ik ook wel. Ik vraag me iets af, dat zoek ik uit, en vervolgens wil ik het uitleggen.’

Je legt niet alleen uit, je wil ook iets bereiken. Anders klaag je jezelf niet aan als medeplichtige van slavernij voor een uitzending van de Keuringsdienst over slavernij in de cacao-industrie. En ontwikkel je ook niet je eigen slaafvrije chocolademerk Tony Chocoloney.
‘Dat had net zo goed anders kunnen lopen. Voor mij is dat gewoon een journalistiek middel, een journalistieke consequentie. Ik wil een onderwerp helemaal uitdiepen. Voor die chocolade-uitzending stelden we onszelf elke keer de vraag: weten we nu alles? Daar zijn we vijf jaar mee bezig geweest. Dat is vrij uniek, ook in mijn werkzame leven. Ik had me er zo diep ingegraven dat ik niet zomaar halverwege kon zeggen: nu laat ik het volkomen los en dat is het dan. Maar eigenlijk vind ik dat gewoon gezond arbeidsethos.’

Wat maakt het uit als mensen daar het label ‘activistische journalistiek’ op willen plakken?
‘Dat is dodelijk. Het gaat erom dat het woord journalistiek een bepaald soort zuiverheid heeft, en het woord activisme niet. Dat haalt de waarde van de journalistiek onderuit. Maar ik houd er wél van om op verschillende borden te spelen. Ik vind het leuk om iets te doen op televisie, en het onderwerp vervolgens verder te brengen in de Tweede Kamer of in het bedrijfsleven. Ik wil niet dat de dingen die ik maak dood neervallen en hup naar het volgende.’

Met de slag om Nederland zei je zelfs de democratie te willen revitaliseren.
‘Daar kan niemand op tegen zijn.’

‘Ik weet het niet, maar ik kan wel een andere link met de politiek maken die ik interessant vind, in het licht van de Publieke Omroep. Zowel programmamakers als politici hebben heel erg de neiging om de mensen te vragen wat ze willen, om dat vervolgens naar buiten te brengen. Politici als Ruud Lubbers – waar ik als kind geheel tegen de wens van mijn ouders in al enigszins fan van was – die ergens voor staan en tegen de kiezer zeggen: deze kant gaan we op, zijn er bijna niet meer. Dat levert een hele slappe democratie op.

Bij programmamakers zijn de kiezers de kijkcijfers: als we dit doen, dan halen we een procentpuntje meer marktaandeel dus laten we dat in godsnaam doen. Met als gevolg: middle of the road televisie.’

Op jonge leeftijd wist je al wat je wilde: Ferry Mingelen worden.
‘Toen ik zes was wilde ik Kamerlid worden. Daarna leek het me leuker om de politiek te gaan uitleggen, zoals Ferry Mingelen. Maar het probleem van de Haagse journalistiek zoals die nu is, is dat het vaak alleen maar gaat over het onderlinge debat tussen de partijen. Dat gold voor Ferry Mingelen eigenlijk net zo, maar dat had ik als jongeling nog niet in de gaten.

Roland en ik hebben het er wel eens over dat de tijd rijp is voor een Haags programma van onze hand. Maar daarvoor gaan we niet de hele dag op het Binnenhof rondhangen om te kijken wat een uitspraak van Pechtold nu weer betekent voor de coalitie.

Ik wil weten wat politici representeren, hoe wat zij zeggen zich verhoudt tot de situatie in den lande. En wat weten die politici eigenlijk van de dossiers waar ze het over hebben? Hoe machtig is de lobby, hoe machtig zijn ze zelf?’

Het is interessant dat je journalist wilde worden, want in eerdere interviews heb je vaak verteld dat je het werk van je ouders, die samen documentaires maakten, nooit zo interessant vond. Waarom heb je je daar niet tegen afgezet?
‘Afzetten? Mijn generatie deed dat helemaal niet joh. De generatie van mijn ouders zei: “Kom op, ga je maar lekker afzetten!” En als je dat dan deed riepen ze: “Jaaa goedzo!” Wat is daar nou de lol van? Voor mij is er ook een duidelijke scheiding tussen een documentaire­maker en een journalist. Ik wil niet zozeer een verhaal vertellen maar onderzoeken hoe het zit. Ik hou ook niet van monteren, de filmische kant. Laat mij de journalistiek maar doen, met name het interview. Gelukkig is Roland een meester in die filmische kant.’

Zie je wel overeenkomsten in wat jouw vader deed en wat jij nu doet?
(stilte)

‘Dat is grappig, dat zou ik dus nooit gevraagd hebben. Ik zou zelf gewoon de stilte wat langer laten hangen.’ Grijnst: ‘Dat is natuurlijk flauw. Ik weet het even niet.’

(stilte die langer duurt)

‘Hij dacht: dít moet ik maken, en dít moet ik uitzoeken en dan ging hij dat gewoon doen. Dan reisde hij samen met mijn moeder, die het geluid deed, de hele wereld over. Dat vind ik wel een soort voorbeeld. Dat je je eigen nieuwsgierigheid volgt: waar wil je nou meer van weten, wat vind je interessant, wat vind je belangrijk.’

Of vind je het vervelend om over je vader te praten?
‘Om over mijn vader te praten? Nee helemaal niet. Ik ben heel trots op mijn vader maar ik vind het gewoon moeilijk om zo’n lijn te trekken. Ik wil natuurlijk ook gewoon enigszins zelf verantwoordelijk zijn voor mijn daden.’

De nieuwsgierigheid van waaruit je je programma’s maakt, raakt dat dan wel eens uitgeput?
‘Nee want uiteindelijk leven we in een vrij absurde wereld. Ik verwonder me er juist over dat andere mensen niet alles verwonderlijk vinden. Neem nou de uitzending van de Keuringsdienst waarin we uitzoeken waar de kers op de taart vandaan komt. Er is dus een kers, die wordt gebleekt, daar gaat alle smaak uit, dan geven ze ‘m de kleur die ze ‘m willen geven, en dan voegen ze er weer smaakstoffen aan toe. Vervolgens stoppen ze ‘m in een taart en is hij zo vies dat eigenlijk niemand ‘m wil. Ik vind het niet schandalig, ik vind bijna nooit iets schandalig, maar waarom doen we die moeite? Het leuke aan de Keuringsdienst is dat ik vaak op één niveau kom met degene die ik interview: dat we samen moeten toegeven dat het allemaal maar raar in elkaar zit.’

In de Slag om Nederland, waarin je samen met Roland Duong en Andrea van Pol de Nederlandse bestuurscultuur onder de loep neemt, ging het er wat pittiger aan toe. Daar trok je met draaiende camera onaangekondigd bestuurders aan hun jas. Vond je dat moeilijker? Je hebt jezelf wel eens als ‘verlegen’ omschreven.
‘Op zich ligt de confrontatie mij wel goed. Maar toen het seizoen afgelopen was, vond ik het ook een soort verademing. Maar jij denkt dat het hels werken is als je verlegen bent. Voor mij is er een grote scheiding tussen sociaal met mensen omgaan, en mijn werk. Feestjes vind ik verschrikkelijk. Heb ik altijd het idee dat ik aardig gevonden moet worden, dat ik gezellig moet zijn, een bepaalde indruk moet maken en daar ben ik altijd onzeker over.

In mijn werk ben ik erop gefixeerd dat ik de antwoorden krijg op mijn vragen. De indruk die ik achterlaat bij de persoon die tegenover mij zit, is van ondergeschikt belang. Bovendien is de faalangst om met slechte antwoorden terug te komen groter dan de sociale angst. En ik ben erg competitief ingesteld. Zo’n interview is een wedstrijd, en die wil ik winnen.’

Zou je niet in alle aspecten van je leven zo willen zijn?
‘Als je je je hele leven zo leidt ben je een soort psychopaat, voortdurend berekenend. Maar ik weet precies hoe ik met iemand moet praten dus eigenlijk is het raar dat ik dat in het sociale leven niet kan. Voor mij is het gevolg gewoon dat ik me daar niet zo in begeef.’

Geen feestjes, geen rode lopers, premières.
‘Nee, nee zeg. Verschrikkelijk.’

Mis je dat sociale leven helemaal niet?
‘Drie keer per jaar denken mijn vrouw en ik: laten we eens naar een feestje gaan. Altijd met tegenzin. Soms ga ik ergens doorheen en kom ik de avond wel door, kan het zelfs nog plezierig worden. En anders stort ik in en wil ik naar huis. Weet je wat het ook is; in mijn werk ga ik met een gerichte vraag op iemand af. Daar wil ik het antwoord op weten, dat interesseert me en ik ga net zolang door tot ik het heb. Taakje afgerond. Met vrienden, ja…wat moet ik ze eigenlijk vragen? Of ik ga heel hard grappige anekdotes vertellen, maar dan word ik heel moe van mezelf, of ik ga achterover leunen en laat andere mensen maar vertellen. Er ontstaat in ieder geval heel zelden iets dat ook maar in de buurt komt van een interessant interview. Ja dat vind ik wel jammer. Maar ik heb toch die interviews?’

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.