‘Kennelijk spreek ik de taal van Sanoma’

Gert-Jaap Hoekman volgde recent Wouter Bax op als hoofdredacteur van de grootste nieuwssite van het land, NU.nl. Bax vervulde de functie slechts één jaar. Hoekman: ‘Ik denk dat ik het wat langer volhoud.’
Gert-Jaap Hoekman (32) werd op 1 juli vrij plotseling – na ruim een jaar geleden als adjunct te zijn binnengehaald – benoemd tot hoofdredacteur van NU.nl. Oorzaak was een ‘verschil van inzicht’ tussen zijn voorganger, hoofdredacteur Wouter Bax en uitgever Sanoma. Hoekman: ‘Om Ronald Koeman maar eens te quoten: het was een trein die langskwam en daar ben ik opgesprongen. Het is een te gekke plek.’
‘Ik snap wel dat de suggestie van meer commerciële invloed er altijd een beetje omheen hangt, want we verdienen alleen aan advertenties. Tegelijkertijd irriteert het me, omdat het gewoon niet zo is. Van Verhagens’ vertrek weet ik te weinig, toen was ik er nog niet. Maar er is een beeld ontstaan dat niet strookt met de waarheid. Van Bax’ vertrek weet ik alles – ik zat er naast – en het zou heel gek zijn als het iets met commercie te maken heeft terwijl ik dat niet zou weten. Ik was onderdeel van die hoofdredactie.
Ik ben wat minder aarzelend dan mijn voorganger. Ik ben ongeduldig. Dat kan ook een valkuil zijn; maar ik kan vrij snel beslissen. Ik denk dat het belangrijk is dat een hoofdredacteur heldere en duidelijke lijnen neerzet en daaraan vasthoudt. Zodat andere mensen ook weten waar ze aan toe zijn.
Met ‘de taal van Sanoma’ doelt Bax, denk ik, op het feit dat Sanoma weinig journalistieke titels uitgeeft. Bax kwam van een krant (Trouw, red.) waar vooral veel journalisten werken die met nieuws bezig zijn. Het is bij Sanoma een andere cultuur: van damesbladen en vermaak. Adverteerders zijn daar dol op.
Kennelijk spreek ik de taal van Sanoma. Ik werk er al lang, het is tot nu toe mijn enige werkgever. Tegelijkertijd weet ik niet zo goed wat de Sanoma-cultuur is. Bij Nieuwe Revu was er een soort cowboysfeer en voelden we ons niet super verwant aan Margriet of zelfs Panorama. Bij NU.nl voelen we ons ook niet per se verwant aan Knip Mode. Wij zijn een vreemde eend in de bijt, maar ik voel me altijd wel lekker in die positie.’
‘Ik miste bij Nieuwe Revu op een gegeven moment snelheid. Als er echt iets gebeurde konden wij er vaak niks mee doen. De – uiteindelijke dodelijke – valpartij van prins Friso in Lech was exemplarisch. Het gebeurde op een dag dat we net bij de drukker lagen, dus konden we er niets meer mee. Dat gebeurde steeds vaker en was soms frustrerend. Ik paste steeds minder in het ritme van een weekblad. Ik vond het nog steeds een mooi blad met toffe verhalen maar mensen lazen het steeds minder. Bij NU.nl heb je veel meer impact en zit je in een groeimarkt – dat is wel heel prettig werken.
Maar goed, mijn carrière is gebouwd op Nieuwe Revu. Ik begon er als stagiair in de tijd dat Robert Vuijsje, Leon Verdonschot, Arnold Karskens, Frénk van der Linden, Jildou van der Bijl en Arno Kantelberg er werkten. Dat was mega. Ik wilde heel graag voor ze freelancen na mijn stage. Maar ik heb eerst een werkervaringstraject gedaan bij een krant in Zuid-Afrika (Cape Argus, red.). Daar rolde ik in, omdat ik tijdens mijn studie journalistiek al een half jaar in dat land studeerde. Het was een heel interessante tijd. We kregen er les in democratie, en dat werd heel uitgebreid uitgelegd. Een vriend van mij en ik zaten in werkgroepjes er een beetje arrogant bij te gapen, zo van: “Jongens, democratie is toch vrij makkelijk.” Maar toen werd Pim Fortuyn doodgeschoten. Wij sliepen toen in een gevangenis die was omgebouwd tot backpackershotel. Een Israëlische jongen die daar ook studeerde vertelde het ons. Ik zei: “Lul niet Imram, dat gebeurt in jouw land. Laat me met rust.” Ik ging douchen, maar hij bleef volhouden. Ik ben toen naar het computerlokaal van de campus gerend en zag dat hij gelijk had. De volgende dag hadden we weer college en al die medestudenten keken naar ons: “Zo jongens, met jullie arrogante praatjes. Leg maar eens uit hoe dat dan werkt.” Dat is een van de lessen die ik nog steeds met me meedraag; je leert meer over je eigen land wanneer je het van een afstand bekijkt. Wij veroordeelden met onze Westerse praatjes min of meer hoe die mensen democratie uitgelegd kregen – terwijl die daar nog geen tien jaar oud was.
Toen ik na mijn stage terugkwam in Nederland was er iemand zwanger bij Nieuwe Revu en kon ik haar vervangen. Ik heb er bijna tien jaar gewerkt. Van alle hoofdredacteuren die ik er heb gehad – Hans Verstraten, Jildou van der Bijl, Mark Koster – was Frans Lomans mijn belangrijkste leermeester. Van Lomans heb ik geleerd dat je best eigenwijs kan zijn. Je moet niet alle gevechten willen winnen, maar de gevechten die je wint, win die met een glimlach. Pick your battles, en vertel een duidelijk verhaal. NU.nl is een succes omdat 0,2 procent van de Nederlanders een hekel heeft aan ons. Want NU.nl is van hen, is van ons allemaal. Dat is het verhaal dat ik vertel.’
‘Ik toets daar inderdaad wel heel veel aan. Stel dat wij een groot gossip-platform zouden oprichten met Story. Zou kunnen, we zijn titels uit hetzelfde bedrijf. Maar ik vind dat geen goed idee, want als je dat doet breng je jezelf in contact met een ander merk, waar een deel van de bezoeker helemaal niets mee heeft.
Veel nieuwsmedia zijn gebonden aan een bepaalde stroming: van de Volkskrant - links - tot het rechtse GeenStijl. Wij zijn ongekleurd, en dat is een kracht. We zullen daarmee veel concurrenten voor blijven.’
‘Ongekleurd is beter, we zijn niet kleurloos. Je zult ons weinig op meningen betrappen. NU.nl heeft niet de verzuilde historie van veel andere media en is laagdrempeliger dan een medium als de NOS. NU.nl is een beetje je buurman. Het is belangrijk dat te koesteren. Dat verhaal vertel ik ook binnen Sanoma op basis van argumenten. Dat wordt geaccepteerd en ik word daarin met rust gelaten. Die zogenaamde druk van Sanoma ervaar ik helemaal niet.’
‘Ik werd bij Nieuwe Revu op een gegeven moment voor de keuze gesteld, toen de redactie overging naar een rompredactie, waarbij bijna iedereen eruit werd gezet. Ik kon freelancer worden of solliciteren als chef. Ik was wel zo arrogant om te denken dat áls ik zou solliciteren, ik die baan ook zou krijgen. Maar ik dacht ook: nee, ik word verslaggever en ik ga nóg een boek schrijven. Toen zei iemand: “Je weet pas of je het leuk vindt als je het geprobeerd hebt.” Daarnaast bemoeide ik me altijd al met het grotere geheel. Ik was de verslaggever die zich altijd wél aan het budget hield. Ik had altijd ook oog voor de managementkant. En ik merkte dat ik het hartstikke leuk vond om me strategisch bezig te houden en keuzes te maken. Dat vind ik nog steeds leuk.’
‘De structuur en werkwijze van NU.nl is eigenlijk al groeiende ontstaan. Het was mijn taak tegen het licht te houden of dat allemaal wel logisch in elkaar stak. We hadden nog columnisten we hadden heel veel katernen waarvoor heel veel mensen werkten. Daarnaast is NU.nl heel sterk in het brengen van zaken die nu gebeuren. Wat de redactie nog minder goed beheerst is het anticiperen op dingen die er aan zitten te komen en de follow ups van groot nieuws. We kunnen nog wel wat pro-actiever worden. Een andere opdracht was te kijken hoe we omgaan met de toename van het gebruik van mobiel. De redactie had niet door hoe groot de omvang was, maar meer dan 70 procent van de pageviews komt van mobiel. Dat heeft gevolgen voor hoe je met nieuws moet omgaan. Op de homepage hebben we negen posities, maar op mobiel zijn er maar vijf direct zichtbaar. Dus je moet je afvragen wat de vijf belangrijkste berichten zijn en welke mix je daarin wilt hebben. Als iets op de zesde positie staat ziet een derde van de bezoekers dat al niet.’
‘NU.nl is begonnen met drie redacteuren. De redactie groeit. We hebben nu twintig redacteuren in vaste dienst en ongeveer veertig freelancers. We hebben ook minder inkomsten dan een gemiddelde landelijke krant.
Ik denk dat NU.nl nooit zo’n grote begroting zal krijgen als de NOS of de kranten. Het is ook de vraag of je tweehonderd journalisten moet willen hebben. Die budgetten zijn er niet meer. Je moet realistisch zijn. Maar we blijven wel groeien. Je kunt niet alles aggregeren. We maken nu ongeveer 30 procent zelf. Het is niet zo, zoals veel mensen beweren, dat we alles bij persbureaus weghalen. We doen steeds meer zelf. In Den Haag hebben we twee verslaggevers, we hebben een economieredactie, een tech-redactie en een sportredactie. Die laatste twee zijn vrijwel totaal onafhankelijk van persbureaus.
Ik zeg altijd: ik wil dat wij meer eigen nieuws maken, maar mijn moeder mag daar niets van merken. Daar bedoel ik mee dat we vooral compleet willen zijn. Wij brengen ál het nieuws. Het maakt haar niet uit of het uit De Telegraaf komt of van RTL. Maar we willen wel graag de snelste zijn. En dat lukt alleen als je sneller dan ANP of NOS bij je bronnen bent, of zij bij jou. Mijn eerste les bij NU.nl was dat wat daar één minuut is bij NU.nl, een uur is in het echte leven. Wij vechten op secondes om de snelste te zijn. Dat beloven we aan onze bezoekers.’
‘We groeien nog steeds, maar zien wel dat andere media door hebben wat het trucje is: waarom wachten met nieuws van persbureaus tot de krant van de volgende dag? Dat was de essentie van NU.nl toen Kees Zegers de site vijftien jaar geleden oprichtte. In het begin ging dat nog niet heel erg goed. Tot de vuurwerkramp in Enschede. Dat was het keerpunt, want het gebeurde op een zaterdag en de kranten kwamen pas maandag weer. NOS en RTL besloten pas uren later live te gaan op tv. Maar mensen wilden wel gewoon weten wat er aan de hand was. Dus gingen ze naar NU.nl.
Ik vind dat we moeten blijven innoveren en nieuwe dingen doen. Dit najaar komen we met een programma waarin we de studenten in Nederland vragen naar hun ideeën over hoe het nieuws eruit moet zien. Het kan een nieuwe app zijn, een nieuw verdienmodel of een andere manier van een verhaal vertellen. We betrekken alle studenten van Nederland erbij. De beste twee of drie ideeën gaan we uitwerken tot prototypes. We willen de opdracht niet teveel inkaderen, het gaat om de creativiteit. De winnende uitvinding wordt van Sanoma. In ruil daarvoor krijgen ze les van ons en nemen we ze mee voor een kijkje in de keuken.’
‘Dat zou ik een rare constatering vinden. In journalistiek opzicht is er niet veel veranderd, maar het is wel sneller geworden en transparanter in bronvermelding. Je kijkt nu naar het resultaat, maar het proces is veranderd. Er is een continue deadline en we blijven altijd sleutelen aan stukken. Bij grote nieuwsgebeurtenissen worden stukken twintig tot veertig keer vernieuwd. En we hebben liveblogs. Daarnaast betrekken we onze gebruikers veel meer. Als er een fout is gemaakt worden stukken razend snel aangepast. NUjij.nl is onze eindredacteur, tipgever, thermometer en panel. Als we mensen interviewen vragen we soms vooraf wat onze gebruikers willen weten en het levert ons geregeld nieuwe verhalen op. Het resultaat is misschien gewoon een artikel, maar de weg ernaar toe is wel totaal veranderd.’
‘Ik ben geen dromer maar een realistisch en pragmatisch ingesteld type. Waar we nu al heel goed in zijn is anticiperen op dingen die gebeuren. Als er een brand in een trein is hebben wij - vaak via Twitter - foto’s en beelden voordat de persbureaus die hebben. Het zou tof zijn als je daar straks nog video bij hebt. En NU.nl moet nog meer op de plekken zijn waar mensen zich bevinden. Lijkt me cool als je een app hebt in je auto met je eigen muziek en aan NU.nl kunt vragen of je het laatste nieuws kunt krijgen. Maar ook horloges, Google Glass; de vraag is niet of NU.nl daarop komt, de vraag is hoe NU.nl erop komt. Ik denk zelfs nog groter: dat jij over een paar jaar een spiegel in je douche hebt hangen, waar ook gewoon NU.nl op te zien is terwijl jij je aan het scheren bent.’
‘Ik wil wel nog meer uit onze gebruikers halen. Wij trekken maandelijks meer dan twee miljoen unieke mensen op NUjij.nl, maar eigenlijk weet ik helemaal niets van ze. Als ik zou weten hoeveel van hen machinist zijn of hoeveel er tegen inenting tegen mazelen zijn, kan ik ze ook gerichter vragen stellen en gerichter betrekken bij producties. Je hebt daar ogen en oren zitten die we nog niet genoeg gebruiken. Het gedrag van de gebruiker is heel belangrijk: om te zien of we de juiste keuzes maken en als potentiele nieuwsbron. Het gevaar is wel dat wij alleen maar dingen brengen waar mensen op klikken.’
‘Nee. Ik kan het heel concreet voor je maken. Niemand klikt op berichten over Syrië. Maar wij zien het als een ons zelf opgelegde plicht om als grootste digitale nieuwsmedium van Nederland een compleet beeld van de wereld te scheppen. We blijven daar mee doorgaan. Er is niet een uitgever die mij daarin oplegt wat ik moet doen.’
‘Ja, je kunt altijd werken. Op Eerste Pinksterdag werden de twee broertjes dood gevonden in een sloot bij Cothen. Dat gebeurt altijd op een moment dat je niet bent voorbereid. En dan moet je toch schakelen. Ik hoef mezelf niet te beschermen. En de meeste redacteuren weten er gezond mee te balanceren. Als hoofdredacteur hoef ik bij grote dingen niet echt wat te doen. Iedereen gaat uit zichzelf al aan de slag. De taken zijn duidelijk. Als er ergens een vliegtuig neerstort krijg ik al een sms’je van Brenno de Winter: “Hee, ik zit er al op hoor”.
Ik ontspan met hardlopen, voetballen en muziek luisteren. Maar toen je me voor dit interview vroeg, zei je dat ik snel carrière had gemaakt. Ik verwachtte dat je ging vragen hoe dat eigenlijk kan.’
‘Ha ha, dat zou ik namelijk best wel een goeie vraag vinden. Ik zat daarover na te denken. Mensen denken misschien dat het je komt aanwaaien of dat het op je pad komt. En in zekere zin is dat ook waar. Maar ik werk gewoon keihard.’
Praat mee