Taaltip: reikhalzend/halsreikend
Wat is goed: reikhalzend naar iets uitkijken of halsreikend naar iets uitkijken?
Het is allebei goed. De woorden betekenen ook zo goed als hetzelfde: ‘vol verlangen’. Reikhalzend is voor sommige mensen iets sterker: als je reikhalzend uitkijkt naar de zomer dan heb je een diep verlangen naar de zomer. Halsreikend heeft voor sommigen iets meer de bijbetekenis ‘nieuwsgierig’. Als je bijvoorbeeld halsreikend uitkijkt naar de finale van Wie is de mol?, dan kijk je ernaar uit omdat je zo benieuwd bent wie de mol is.
Reikhalzend
Reikhalzend is afgeleid van het werkwoord reikhalzen, dat letterlijk de hals uitstrekken betekent. Een oudere vorm was rekhalzen: ‘de hals rekken’. Iemand die zijn hals rekt, doet dat om bijvoorbeeld beter te kunnen zien wie er in de verte aankomt. Daardoor kreeg re(i)khalzen de bijbetekenis ‘sterk verlangen iets te kunnen zien’ en vandaar: ‘verlangend uitkijken naar een gebeurtenis, iets vurig verlangen’.
Er zijn niet veel Nederlandse werkwoorden die eindigen op een lichaamsdeel, zoals reikhalzen. Andere voorbeelden zijn knipogen, stampvoeten, knarsetanden en trekkebenen.
Halsreikend
Halsreikend lijkt logischer in elkaar te zitten dan reikhalzend: je interpreteert halsreikend als ‘met de hals (naar iets) reikend’. Al aan het begin van de negentiende eeuw komt halsreikend af en toe voor in kranten. De Dikke Van Dale nam het pas voor het eerst op in zijn twaalfde druk, uit 1992. Reikhalzend lijkt nog steeds gebruikelijker in de praktijk.
Praat mee