Rechten van ‘onherkenbare’ Finse journalist niet geschonden

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft geoordeeld dat de rechten van een Finse journalist, die bij een demonstratie werd opgepakt, niet zijn geschonden. Markus Pentikäinen werd ruim 17 uur vastgehouden en daarmee zou zijn recht op vrijheid van meningsuiting zijn geschonden. Het Hof is het daarmee oneens.
Pentikäinen was voor de politie op geen enkele manier te herkennen als journalist, aldus de rechters van de zogeheten Grand Chamber. Hij droeg enkel donkere kleren - iets dat de rechters ‘de dress code’ voor demonstranten noemen. Hij was daarmee voor de politie niet herkenbaar als journalist. Pas toen Pentikäinen werd opgepakt, maakte hij zich als zodanig bekend. Ook bekende Pentikäinen dat hij zijn perskaart pas daarna op zijn borst was gaan dragen.
Volgens Pentikäinen was hij niet op de hoogte van een politie-order aan de demonstranten om te verspreiden. De rechters maakten van die klacht gehakt, omdat Pentikäinen eerder zelf aan een agent had verklaard “binnen het gebied te zullen blijven”. Hij was daarmee volgens zijn eigen woorden op de hoogte van een verspreidingsorder aan de groep, aldus de rechters.
De rechters wogen verder mee hoe de Finse autoriteiten met Pentikäinen zijn omgegaan na zijn arrestatie. Er zijn geen boetes opgelegd en de journalist werd niet officieel aangeklaagd - hij kreeg enkel een officiële waarschuwing. Daarmee is er ook geen strafblad ontstaan. Van een verkillend effect op de persvrijheid kan niet worden gesproken, aldus het Hof.
Uit ander beschikbaar materiaal van die dag blijkt dat de Finse politie media niet hebben gehinderd om verslag te doen van de demonstraties. Alles meewegend is er van een overtreding van artikel 10 (dat vrijheid van meningsuiting garandeert) naar het oordeel van de rechters dus geen sprake.
Praat mee