Raad voor Cultuur: publieke omroep moet op de schop, mét budgetzekerheid

Nederlandse omroepen zich moeten op korte termijn aanpassen aan het groeiend online mediagebruik. Het betekent onder meer dat nog voor 2021 de Nederlandse kijker terecht moet kunnen op één platform voor alle Nederlandse producties. Overheid, publieke en commerciële zenders moeten daar snel en intenstief aan meewerken, vindt de Raad voor Cultuur in een ongevraagd advies aan minister Slob.
“Het budget van consumenten voor mediagebruik is natuurlijk niet oneindig groot. Een kijker of luisteraar zal keuzes moeten maken”, schrijft de Raad, die verwacht dat kijkers maximaal drie subscription video on demand-diensten willen afnemen.
In het buitenland groeit, dankzij een keur aan online videodiensten met elk hun eigen prijzen en abonnementen, het zogeheten subscription fatigue. Alle Nederlandse producties op één platform kan daartegen helpen.
ONLINE
Slob moet volgens de Raad toezien op de snelle ontwikkeling van een gezamenlijke online platform, waar NPO Start (Plus) en NL Ziet in zijn verenigd. Het moet voor externe Nederlandse partijen als Videoland en RTL XL ook mogelijk zijn om daar in deel te nemen. Alleen met één online locatie kunnen Nederlandse mediaproducenten een vuist maken tegen buitenlandse platforms, aldus de Raad voor Cultuur in hun Advies over de toekomst van de Publieke Omroep [.pdf]
“De raad vindt het onwenselijk dat al die verschillende platforms zich met Nederlandstalige producties in onderlinge concurrentie op de Nederlandse mediaconsument richten. Het risico op versplintering van het bereik is levensgroot. Dit zal op korte termijn leiden tot teloorgang van het Nederlandse aanbod tussen dominante buitenlandse online platforms”, luidt het advies.
OMROEP
De Raad adviseert verder voor alle ‘aanbod-domeinen’ van de NPO (nieuws, opinie, samenleving, kennis, sport, expressie en amusement) functionarissen aan te stellen in een hoofdredactionele rol. Die moeten op basis van heldere prestatieafspraken in overleg met omroepen en buitenproducenten deze genres een programmatische invulling brengen.
Op dit moment ontbreekt het volgens het adviesorgaan de bij omroepen en de NPO “aan een duidelijke taakomschrijving [..] om de door de NPO onderscheiden domeinen in te vullen en op die invulling toezicht te houden.” De organisatie van de NPO en de samenwerking met de omroepen moet op de komst van deze nieuwe ‘genre-hoofdredacteuren’ worden aangepast.
De Raad ziet weinig in de eerder aangekondigde ombouw van NPO 3 tot regiozender: “Het aantal dagelijkse lineaire kijkers naar de dertien regionale omroepen in ons land blijft beperkt tot enkele tienduizenden mensen. Over 2018 ging het landelijk om 24.000 kijkers op elk moment gemiddeld per dag.”
Regiozenders twijfelen zelf ook over het volledige kunnen invullen van een landelijke zender met regionale inhoud, nog los van de financiële haalbaarheid.
“Volgens de raad is vensterprogrammering op een landelijke publieke zender een beter middel om de regionale programmering zichtbaarder te maken. Daarbij wordt tijd gereserveerd voor nieuwsprogramma’s van regionale omroepen (zogeheten regiovensters) in landelijke programmering. [..] Een mix van landelijk en regionaal nieuws - denk aan vijf minuten nieuws uit de eigen provincie als afsluiting van een NOS Journaal - draagt bij aan betere bereikcijfers voor regionale omroepprogramma’s. Een dergelijke aanpak vergt ook minder middelen dan het inrichten van een volledig landelijke zender”, aldus de Raad.
De kijkcijfers tonen aan dat jongeren inderdaad steeds meer online te vinden zijn, maar de Raad adviseert de ontwikkeling van een jongerenlabel op het nog te ontwikkelen online platform, gekoppeld met stevige marketing om jongeren te lokken.
De andere distributie mag geen verkapte bezuiniging zijn, stelt de Raad: “De veranderende distributievorm mag niet leiden tot kortingen op programmabudgetten. Zo kan de hoge kwaliteit van de publieke jongerenprogramma’s behouden blijven.
De Raad heeft gezien het bovenstaande begrip dat het voortbestaan van NPO 3 zelf ter discussie staat. De kosten voor de zender bedragen structureel 81 miljoen euro per jaar en bij het verhuizen van succesvolle programma’s naar NPO 1 of NPO 2 zou volgens de Raad ook een ‘significant deel’ van de Ster-inkomsten van NPO 3 (zo’n 15 miljoen euro, red.) meeverhuizen.
RECLAME EN FINANCIERING
De reclamevrije omroep zou volgens de Raad vooral moeten gelden voor jongerenprogramma’s, op alle kanalen en tijdstippen. Een volledig reclamevrije omroep zou een gat van 161 miljoen slaan in de NPO-begroting.
“Een dergelijke inkomstenderving zal onmogelijk kunnen worden gedicht zonder forse systeemingrepen - in uw brief vindt de raad geen richting voor het opvullen van het geslagen gat.”
De publieke omroep financieren uit louter rijksbijdragen levert “een stabieler en dus bestendiger financieringsmodel op”, dan het huidige model met rijksbijdrage en reclame-inkomsten. “Dat kan alleen onder één harde voorwaarde: dat de publieke omroep in zo’n model voor een langere periode, over een kabinetsperiode heen, kan rekenen op een gegarandeerde budgetstabiliteit. Zo blijft de kwaliteit van de programmering gegarandeerd.”
De Raad stelt dat als die financiering wordt gekozen, een verlangen van lagere overheadkosten en het (meer) delen van faciliteiten gerechtvaardigd is. “Als zo’n garantie ontbreekt, kan het voorsorteren op een reclamevrij bestel de publieke omroepen op termijn opzadelen met enorme tekorten op de begroting.” Meer bij Raad voor Cultuur
Overigens loopt er al een overleg tussen Nederlandse mediapartijen over samenwerking op initiatief van minister Slob. Die heeft deze week de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang. Volgens Slob willen de commerciële en publieke mediapartijen onder meer onderzoeken of ze samen een platform kunnen lanceren waar Nederlandse content, eventueel tegen betaling, beschikbaar komt.
Op 11 september praten Slob met de Kamer over zijn visiebrief over de NPO. Vooruitlopend daarop heeft de Raad voor Cultuur zijn advies uitgebracht en informeert Slob de Kamer over de voortgang van zijn werk.
Praat mee