Persvrijheid is elders in de wereld al heel gauw voorbij

Persvrijheid in veilig Nederland is ruim verkrijgbaar – ons land staat net als in voorgaande jaren hoog op de internationale ranglijst. Maar elders kan het gauw voorbij zijn. En dat is ook hier voelbaar, constateren Otto Volgenant en Tarlach McGonagle in de Persvrijheidsmonitor 2016.
De dood van oorlogsfotograaf Jeroen Oerlemans in Libië, vermoedelijk door een sluipschutter van IS, was in 2016 voor iedere journalist een grote schok. Persvrijheid in veilig Nederland is ruim verkrijgbaar – ons land staat net als in voorgaande jaren hoog op de internationale ranglijst. Maar elders kan het gauw voorbij zijn. En dat is ook hier voelbaar.
De kritische columniste Ebru Umar werd bijvoorbeeld in Turkije aangehouden om haar columns en tweets over president Erdogan. Journalist Okke Ornstein werd in Panama gearresteerd en prompt veroordeeld tot twintig maanden cel wegens smaad en laster na artikelen over fraude en corruptie. De hoofdredacteur van het Turks-Nederlandse weekblad Zaman Vandaag werd hier bedreigd nadat in Turkije maatregelen tegen Zaman waren genomen.
Daarnaast zijn er ook in Nederland zelf serieuze kwesties. Zoals het ontbreken van een wettelijke regeling voor journalistieke bronbescherming. Het weren van journalisten van politieke bijeenkomsten. Het zó frequent procederen tegen journalisten dat media niet meer durven te publiceren. En er waren diverse incidenten met geweld en bedreigingen.
Beschuldigingen en privacy
De rechter verbood de online publicatie van een grote hoeveelheid processen-verbaal met getuigenverklaringen van Willem Holleeder, zijn twee zussen en zijn ex-partner. Deze documenten waren niet openbaar in de zin van toegankelijk voor het publiek. De rechter oordeelde dat de veiligheid van getuigen en het beginsel van ‘fair trial’ onder druk komen te staan als vrijgegeven getuigenverklaringen andere getuigen in dezelfde strafzaak bereiken voordat zij zelf zijn gehoord.
Arthur van M., die in 2012 door het tv-programma ‘Misdaadverslaggever’ van Peter R. de Vries met een verborgen camera werd ontmaskerd als opdrachtgever voor een huurmoord en daarom werd veroordeeld tot 7,5 jaar gevangenisstraf, zorgt voor een flinke reeks jurisprudentie. De rechter oordeelde dat het onrechtmatig was dat hij in die uitzending herkenbaar in beeld was gebracht, zonder blurren of wipen. Hij was geen BN-er, geen publiek bekende figuur en hij had geen publiciteit gezocht. De rechter zag niet in dat het herkenbaar in beeld brengen van zijn gezicht zou kunnen bijdragen aan enig debat in het algemeen belang. Zijn privacybelang won het op dit punt van de persvrijheid. Dezelfde Arthur van M. deed een ‘vergeetverzoek’ bij Google, om een aantal zoekresultaten niet langer te tonen. De Hoge Raad benadrukte dat het right to be forgotten zich ook uitstrekt tot publicaties die op zichzelf rechtmatig zijn.
Het Parool kreeg van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens nul op het rekest in een zaak over een portret van de rapper Rex van P. Hij kwam in het nieuws als verdachte van moord. Het Parool plaatste daar een foto bij, overgenomen uit een televisiedocumentaire van een paar jaar eerder. Voor de Nederlandse rechter woog zijn privacy zwaarder. Het Parool had de foto ook met een balkje kunnen plaatsen.
Telecombedrijf Pretium en haar directeur Hans Nyks probeerden in kort geding de publicatie van een webboek van journalist Peter Olsthoorn tegen te houden. De rechter wees die vordering af. Olsthoorn beschrijft in zijn webboek dat Pretium in Nederland al meer dan 120 juridische procedures heeft gevoerd, vaak tot aan de Hoge Raad, waarvan een groot aantal tegen media die kritisch over Pretium berichtten. Zo wees de Hoge Raad in 2016 definitief de vorderingen van Pretium af tegen een kritische tv-uitzending van het VARA-programma ‘Kassa’. En ook TROS-Radar werd in het gelijk gesteld in een zaak over geheime opnamen in een call-centrum van Pretium. Pretium verloor het merendeel van de door haar gevoerde 120 procedures, maar haar strategie heeft desondanks als ‘chilling effect’ dat veel media niet meer over Pretium durven schrijven uit angst voor procedures en juridische kosten.
De NOS werd veroordeeld tot rectificatie van twee berichten op de NOS-website, waarin een verband werd gelegd tussen de heer Baybaşin en een verdachte van een liquidatie in Turkije in 2014. De publicaties waren gebaseerd op één niet-gezaghebbende bron die niet door een andere bron is bevestigd. Die bron was anoniem opgevoerd in de publicaties en de NOS had geen wederhoor gepleegd bij Baybaşin. De beschuldigingen hadden onvoldoende steun in de feiten.
Vrijheid van nieuwsgaring en beperkingen van overheidswege
In 2016 werd de pers opnieuw de toegang geweigerd tot een raadszaal waar een debat over een asielzoekerscentrum plaatsvond, deze keer in Heesch. Dat gebeurde in 2015 ook al regelmatig, bijvoorbeeld in Luttelgeest, waar journalisten middels een noodverordening zelfs de gemeentegrens niet mochten passeren. In een daarover gevoerde procedure werden de bezwaren van de journalisten gegrond verklaard. Het afschermen van publieke bijeenkomst voor de pers is al snel in strijd met het grondrecht op vrije nieuwsgaring.
Fotojournalist René Oudshoorn en de NVJ eisten het recht op om drones te gebruiken voor nieuwsgaring. Toen overleg met de Staat geen uitkomst bood, spanden zij een proefproces aan. Vervolgens verruimde de Staat de regelgeving: journalisten mogen per 1 juli 2016 drones tot 4 kg gebruiken voor nieuwsgaring. Voor zwaardere drones moet voorafgaand gemeld worden waar en wanneer de drone gaat vliegen.
In 2016 werden twee voorstellen voor regelgeving gelanceerd die op gespannen voet staan met de vrijheid van nieuwsgaring. Het plan dat een journalist strafbaar zou zijn als hij zich begeeft in een buitenlands gebied waar een terreurorganisatie de dienst uitmaakt heeft tot gevolg dat het onmogelijk wordt het nieuws uit dat gebied te verslaan. En het voorstel om agenten alleen ‘geblurd’ in beeld te mogen brengen zou voorafgaand toezicht op de pers betekenen en in strijd komen met het censuurverbod.
Inlichtingendiensten en bronbescherming
Het voorstel voor een nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten maakte een storm van kritiek los. Dat wetsvoorstel geeft ‘de diensten’ onder meer de bevoegdheid om de internetkabels af te tappen en ‘in bulk’ gegevens op te slaan, langdurig te bewaren en uit te wisselen met buitenlandse inlichtingendiensten. Dat zet journalistieke bronbescherming zeer onder druk. Hoe kan een bron nog vertrouwelijk communiceren met een journalist wanneer ‘de diensten’ zoveel gegevens mogen vastleggen en bewaren? Het voorgestelde toezicht hierop schiet te kort. Het wetsvoorstel is – ondanks alle kritiek – aangenomen door de Tweede Kamer. Op het moment van het schrijven van deze monitor (april 2017) moet de Eerste Kamer dat wetsvoorstel nog behandelen. Een aantal partijen, waaronder de NVJ, heeft een principiële rechtszaak aangekondigd als dit wetsvoorstel ongewijzigd wordt ingevoerd.
Het Gerechtshof Den Haag wees de vordering af van de onder de naam ‘Burgers tegen Plasterk’ verenigde partijen, waaronder de NVJ. Zij maakten bezwaar tegen de internationale uitwisseling van gegevens door de Nederlandse inlichtingendiensten met de Amerikaanse en Britse geheime dienst. Er was onvoldoende onderbouwd dat dergelijke uitwisseling van gegevens daadwerkelijk plaatsvindt en niet aangetoond dat de Amerikaanse en Britse geheime diensten in strijd met de grondrechten handelen.
Het wetsvoorstel waarmee journalistieke bronbescherming eindelijk in het Wetboek van Strafrecht zal worden vastgelegd ligt stil. Reeds in 2010 is Nederland door de Grote Kamer van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens hiervoor op de vingers getikt. Nederland slaat internationaal geen goed figuur door hier zo lang mee te dralen.
Geweld en rechtszaken tegen journalisten
Een aantal Nederlandse journalisten die verslag doen van buitenlands nieuws kwam in de problemen. Okke Ornstein werd in Panama gearresteerd en veroordeeld tot een celstraf van twintig maanden. Er werd in binnen- en buitenland actie gevoerd. Met succes: Ornstein kreeg gratie.
Columniste Ebru Umar werd in Turkije aangehouden wegens haar kritische columns en tweets over president Erdogan. Na vrijlating mocht ze enige tijd Turkije niet verlaten. In haar Nederlandse woning werd ondertussen ingebroken en werd een muur beklad. Umar zag een rechtstreeks verband met haar aanhouding. Vanuit de Tweede Kamer werd daarna een oproep gedaan om structureel geld beschikbaar te stellen voor journalisten die in landen waar de persvrijheid onder druk staat worden opgepakt. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken stelt dat dergelijke gelden aan te vragen zijn via bestaande fondsen die zij ondersteunt. Bijvoorbeeld via Reporters Respond, ooit opgericht door de NVJ en inmiddels ondergebracht bij Free Press Unlimited.
Het Turkse staatspersbureau Anadolu publiceerde – na de mislukte staatsgreep – een lijst met organisaties in Nederland die aan de Gülen-beweging gelieerd zouden zijn, waaronder het Turks-Nederlandse weekblad Zaman Vandaag. Mehmet Cerit, de in Nederland woonachtige hoofdredacteur van Zaman Vandaag, staat op die omstreden lijst en wordt volgens eigen zeggen bedreigd. Dit weekblad in Turkije kwam onder politietoezicht, de Turkse uitgave van Zaman werd omgevormd tot pro-regeringskrant.
Oorlogsfotograaf Jeroen Oerlemans kwam om toen hij aan het werk was in Libië, in de stad Sirte. Hij werd vermoedelijk neergeschoten door een sluipschutter van terreurbeweging IS. Het Openbaar Ministerie is een strafrechtelijk onderzoek begonnen naar zijn dood.
De NVJ heeft een veiligheidsconvenant dat is opgesteld door het International News Safety Institute (INSI) onder de aandacht gebracht van alle hoofdredacteuren. Daarin committeren nieuwsorganisaties zich om prioriteit te geven aan de veiligheid van alle journalisten, zowel in dienst als freelancers. Een aantal grote mediaorganisaties heeft het convenant in 2016 ondertekend. Maar een groot aantal helaas nog niet.
Ook in Nederland waren er incidenten. Misdaadblogger Martin Kok werd geliquideerd. Omdat Kok zelf een achtergrond had in de misdaad is allerminst zeker dat de moord te maken had met zijn journalistieke werk. De NVJ drong er op aan dat goed onderzocht moet worden of dat verband er is. De telefoon en camera van freelance journalist Michel Spekkers werden in beslag genomen toen hij terugkeerde op Schiphol na onderzoek bij de MH17 te hebben gedaan. De motorclub No Surrender zou het weekblad Panorama hebben bedreigd in verband met kritische berichtgeving. De NVJ heeft oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer gevraagd bedreigingen van en agressie tegen de media in kaart te brengen. De uitkomsten van dat onderzoek, dat Brenninkmeijer samen met Marjolein Odekerken uitvoerde, zullen op 3 mei 2017, de Dag van de Persvrijheid, bekend worden gemaakt.
Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft in april 2016 een nieuwe aanbeveling aangenomen waarin ze de 47 lidstaten van de Raad dringend oproept om de journalistiek beter te beschermen en de veiligheid van journalisten en andere media-actoren te garanderen. De aanbeveling geeft richtlijnen over het beschermen van journalisten wanneer ze bedreigd worden, en over de bestrijding van haatzaaien op internet jegens journalisten, waar vooral vrouwen en journalisten die tot minderheidsgroepen behoren het slachtoffer van zijn. De aanbeveling pleit ook voor het regelmatig en systematisch controleren van nationale wetten en wetsvoorstellen die betrekking hebben op de vrijheid van meningsuiting en/of de veiligheid van journalisten om ervoor te zorgen dat ze conform het EVRM zijn. De Raad van Europa beheert een website (Platform to promote the protection of journalism and the safety of journalists) waar bedreigingen van journalisten kunnen worden gemeld. Dit platform biedt voor Nederland nog geen compleet overzicht: er staat voor 2016 slechts één melding op. Die betreft een doodsbedreiging via Twitter aan het adres van Imane Richadi, een Spaanse, in Nederland woonachtige journaliste. Zij werd bedreigd naar aanleiding van een artikel over homoseksualiteit in de Arabische wereld, vlak nadat ze de European Journalist Award on Diversity had gewonnen. Internationaal staat de bescherming van journalisten hoog op de politieke agenda.
Mr. Otto Volgenant (1969) is advocaat. Zijn cliënten zijn uitgevers, omroepen, journalisten, internetbedrijven, reclamebureaus en tv-producenten. Hij adviseert de NVJ geregeld over de juridische aspecten van persvrijheid, en voert regelmatig principiële procedures waarin de uitingsvrijheid en de vrijheid van nieuwsgaring centraal staan. Volgenant is partner bij Boekx Advocaten Media & IP.
Dr. Tarlach McGonagle (1976) is werkzaam bij het Instituut voor Informatierecht van de Universiteit van Amsterdam. Hij is gespecialiseerd in internationale en Europese mensenrechten, onder meer op het gebied van vrijheid van meningsuiting en mediarecht. Hij schrijft regelmatig rapporten voor de Raad van Europa, de OVSE en andere intergouvernementele organisaties en NGO’s. Hij is lid van de Committee of experts on Media Pluralism and Transparency of Media Ownership van de Raad van Europa.
Praat mee