‘Oordeel rechter in DENK-zaak slecht voor de democratie en de journalistiek’

Egbert Dommering en Nico van Eijk noemen het besluit van de rechter dat journalisten stiekem een gesprek in de fractiekamer van Kamerlid Farid Azarkan mochten opnemen slecht nieuws voor de democratie en de journalistiek.
Dat schrijft het duo, die als hoogleraar zijn verbonden aan het Instituut voor Informatierecht (IViR, Universiteit van Amsterdam) in een opinie in de Volkskrant.
Het BNNVARA-programma De Nieuws BV had geluidsopnamen geplaatst waarin Kamerlid Farid Azarkan sprak over een nepnieuwscampagne van de politieke partij DENK. DENK overwoog tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen een advertentie op Facebook te plaatsen en te doen alsof deze afkomstig was van de PVV. Azarkan stelde twee weken geleden dat de opnames niet gemaakt hadden mogen worden, omdat het gesprek plaatsvond in de beslotenheid van de fractiekamer.
De rechter wees die verdediging woensdag van de hand. Daarnaast mocht BNNVARA de opnamen van de rechter gewoon uitzenden, omdat de nepnieuwscampagne die DENK overwoog als ernstige misstand kon worden aangemerkt.
Volgens Dommering en Van Eijk gaat de rechter daarmee voorbij aan het feit dat er afspraken of regels over vertrouwelijkheid gelden. Dit heeft volgens hen twee verderstrekkende consequenties. Het adagium ‘een afspraak is een afspraak’ gaat niet meer op. De ‘off the record’-regel waarop dikwijls door geïnterviewden een beroep wordt gedaan is hun inziens behoorlijk beschadigd.
De rechtbank Amsterdam stelt dat het gesprek ook ergens anders gevoerd had kunnen worden dan in de fractiekamer van Denk en dat het nieuwsbelang groot was. “Maar als de regel niet geldt vanwege het onderwerp of de beoordeling van het nieuwsbelang door de journalist, dan geldt zij niet meer. [...] De bedoeling van de vertrouwensregel is om bewindspersonen en Kamerleden [...] een veilige werksfeer te bieden. Het is een essentiële voorwaarde voor de werking van de parlementaire democratie.”
Praat mee