Omroep moet anders maar niet goedkoper
Miljoenen Nederlanders hebben deze zomer gekeken naar de beelden van de Olympische Spelen in Londen op de publieke zender Nederland 1. Die uitzendingen kosten geld en denk niet dat het allemaal wel zal worden bekostigd met de reclame die de kijkers over zich heen gestort krijgen, voor, tijdens en na die prachtige uitzendingen. De omroep heet publiek omdat ze met met publieke middelen wordt betaald. De overheden, het rijk voorop, besteden per jaar zo’n slordige €750 miljoen aan radio en televisie en dat is ongeveer driemaal meer dan er aan inkomsten binnen komen.
Is dat nou typisch Nederlands, zo’n door de staat, provincies en gemeenten ondersteunde omroep? Wel nee, alle beschaafde Europese landen hebben een publieke omroep en die is meestal duurder dan de Nederlandse. De BBC kost de Britten per hoofd van de bevolking aanzienlijk meer dan de individuele Nederlandse belastingbetaler aan `Hilversum’ kwijt is.
Wel typisch Nederlands is de manier waarop de omroep hier is georganiseerd. In Groot-Brittannië hebben ze maar één BBC maar wij hebben naast de NOS nog een hele reeks `zendgemachtigden’ , groot en klein, met en zonder leden, allemaal met hun eigen onderkomens, personeel, bazen en besturen. Het is een overblijfsel uit de tijd van de verzuiling toen de Nederlandse samenleving keurig naar religieuze en andere ideologische stromingen was ingedeeld. Dit model uit de eerste helft van de vorige eeuw is na de oorlog altijd overeind gebleven omdat de PvdA en de christelijke partijen hun verwante omroepverenigingen altijd te hulp snelden zodra iemand een vinger naar het publieke bestel uitstak.
Inmiddels is er een politieke meerderheid die beseft dat het anders moet in Hilversum (dat overigens steeds meer omroep verliest, vooral aan Amsterdam.) Het publieke omroepbestel gaat op de schop en dat is prima, maar doe het dan wel direct goed en niet zo halfslachtig als gebeurt.
Een ingrijpende verbouwing moet beginnen met een visie. Wat verwachten we als samenleving van de omroep die met belastinggeld wordt betaald? Er zijn toch ook commerciële bedrijven die radio en televisie maken?
Er is al weer zeven jaar geleden een aardig rapport van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid verschenen over de functies van de media. Het is een uitstekend uitgangspunt voor serieus mediabeleid. De media doen van alles wat we gerust aan de markt kunnen over laten. Daar zorgen die commerciële ondernemingen wel voor. Maar we weten uit ervaring ook dat bedrijven die winst moeten maken niet alles aanpakken. Aan veel activiteiten is nu eenmaal weinig of niets te verdienen. Daarom subsidieert de overheid onderwijs, gezondheidszorg, vervoer, wegenaanleg, kunst, cultuur en ook omroep.
Juist de afgelopen jaren heeft Nederland ruime ervaring opgedaan met `marktwerking’ en daar wordt een mens niet vrolijk van. De Nederlandse publieke omroep had heel lang het rijk alleen maar moest eind vorige eeuw commerciëlen naast zich dulden. In de slag om de kijkers die daarna volgde zijn ze steeds meer op elkaar gaan lijken, waarmee ze de essentie van het bestel (voor iedere richting een omroep met een eigen gezicht) zelf om zeep hebben geholpen.
Alleen voor radio en televisie hebben we een publiek bestel, niet voor kranten en tijdschriften. Die sector heeft het momenteel zwaar door de marktwerking. Oplagen lopen terug en, erger nog, inkomsten uit reclame dalen door crisis en nieuwe media. Het gevolg is dat er voor de journalistiek minder geld is.
Er zijn steeds minder journalisten voor zelfstandig onderzoek, diepgravende analyses en reportages die niet van achter het bureau zijn te maken. Het aanbod aan relevante informatie over de overheid en het bedrijfsleven verschraalt en dat is voor een democratie niet goed. Juist nu is er behoefte aan ander, gedegen mediabeleid.
Dat gaat veel verder dan omroepen geld afpakken om ze zo te dwingen beter samen te werken en zelfs te fuseren. Bij het nieuwe beleid moeten alle media worden betrokken die een publieke functie vervullen die we niet aan de markt kunnen toe vertrouwen. Dat moet het eerst in de regio omdat daar de urgentie het grootst is. De journalistiek drijft daar op één publieke omroep en één dagblad (met Friesland als uitzondering).
Zo ver zijn de meeste politieke partijen nog lang niet, veel te radicaal. Die zitten nog begerig te kijken naar de honderden miljoenen die naar Hilversum gaan en te bedenken hoeveel ze daar vanaf kunnen pakken. Ze moeten eens kunnen bedenken hoe je het geld dat de overheid aan de omroep uitgeeft beter kunt besteden.
Praat mee