NVJ: ‘Overheid moet actiever optreden bij bedreigingen’

Tijdens een speciaal rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over bedreiging en bescherming van journalisten heeft secretaris Thomas Bruning van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) gepleit voor meer aandacht voor de groeiende agressie jegens journalisten.
Aanleiding voor het gesprek was het vorig jaar verschenen rapport over een toename van het aantal bedreigingen aan het adres van Nederlandse journalisten.
Bruning noemt de lage bereidheid aangifte te doen van bedreiging een fors probleem. Als er wel aangifte wordt gedaan, wordt er volgens Bruning onvoldoende urgentie gevoeld bij politie en Openbaar Ministerie (OM). De aangifte verdwijnt volgens Bruning ‘niet eens uit onwil’ op de grote stapel, maar een actieve afhandeling van aangifte of bedreiging is nu net “het meest effectieve signaal dat de overheid kan afgeven”.
Ook als een journalist minder bekend is of het incident toevallig niet op camera is vastgelegd, moeten de politie en het OM doortastend optreden, aldus Bruning. In dat licht moet er ook meer aandacht zijn voor het groeiend aantal digitale bedreigingen.
Bruning: “Juist hier zien we een soort machteloosheid bij Politie en OM om actie te ondernemen, terwijl de impact richting de journalist vaak groot is. Gezinsleden van journalisten worden in ernstige bedreigingen betrokken, maar toch verdwijnen aangiftes op een onduidelijke grote stapel en hoort de betrokken journalist er nooit meer van.”
Hij pleit voor de komst van een vast ‘contactfunctionaris’ die het verloop van de afhandeling volgt en terugkoppelt. De politie en het OM willen wel, merkt Bruning, maar de minister heeft besloten dat de zogeheten Eenduidige Landelijke Afspraken (die agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak bestraffen) niet op journalisten van toepassing zijn.
Bruning: “Wij betreuren dat omdat daarmee politie en OM niet goed aanspreekbaar zijn op concrete afspraken betreffende de journalistieke beroepsgroep.”
Praat mee