Nieuwsuur van start met Tweebeeke en Wollaars

Nieuwsuur heeft vanaf vandaag het presentatieteam weer op orde. Naast Mariëlle Tweebeeke begint Jeroen Wollaars. Saïda Maggé en Eelco Bosch van Rosenthal zijn de vaste vervangers.
Tweebeeke en Wollaars gaven dit weekeinde interviews in respectievelijk NRC en de Volkskrant.
Tweebeeke is kritisch over de aangekondigde bezuinigingen op journalistieke programma’s als Tegenlicht en Zembla. ‘Die zijn de ruggengraat van de publieke omroep, en essentieel voor het functioneren van de democratie. Ook als de kijkcijfers op tv achterblijven. Dat systeem is zó achterhaald. Het gaat om impact, en onze impact online is ook groot. De publieke omroep moet zaken aan het licht brengen. Daar is geld en mankracht voor nodig. Punt.’
Staat de tv-journalistiek onder druk?
‘Zonder twijfel, anders zouden deze programma’s het niet moeilijk hebben. Toch denk ik dat de behoefte aan duiding bij turbulente gebeurtenissen in een complexe wereld niet zal verdwijnen. Je ziet het ook aan de oplages van Amerikaanse kranten als de New York Times en de Washington Post. Die zijn sinds het presidentschap van Trump alleen maar toegenomen.’
Moet Nieuwsuur ook bezuinigen?
‘Helaas moeten wij volgend seizoen ook inleveren. We hebben interessante onderzoeksprojecten op de rol en hopen zo extra goed van start te gaan. Wat zou helpen is een goed bekeken programma vóór ons. We moeten nu alle kijkers op eigen kracht trekken. Het viel mij op hoe goed Nieuwsuur bekeken werd tijdens het WK voetbal, toen er een detective voor ons werd geprogrammeerd. Waarom al die zwaar journalistieke programma’s op NPO 2 zetten? In een mix met kwalitatief mooi drama komen ze veel beter tot hun recht. Dus bij deze een oproep aan de zendermanager: denk daar nog eens goed over na.’
Je vriend Klöpping geeft ook graag af op het NOS Journaal.
‘Ja, soms doet hij dat. Dan vindt hij dat het NOS Journaal buigt voor de massa of te veel aandacht besteedt aan het koningshuis. Ik blijf dan zeggen: als de NOS er niet was, had ik de NOS zelf uitgevonden. Een publieke omroep die zich met nieuws bezighoudt is van levensbelang voor de democratie. Ja, dat zijn inderdaad grote woorden op de dinsdagochtend. We mogen in onze handen knijpen met het NOS Journaal, sprak hij van WC Eend. Maar ook ik denk wel eens: tsja. Onlangs zag ik in het Journaal een kaartje waarop werd aangegeven hoe droog het was, en daarna zei de nieuwslezer: ‘En dus ziet het gras er zó uit.’ Daarna zag je een foto van een geel grasveld. Als je niet weet hoe dat eruitziet, moet je al héél lang aan bed zijn gekluisterd.’
Vrienden zeggen: op televisie gaat Jeroen ‘in een soort standje’.
‘Dat geldt voor iedereen die op tv is. Als ik in het Journaal er zo bij zou zitten als nu, zo’n beetje hangend over tafel, met een bezweet voorhoofd en in allebei mijn handen een stuk cake, dan lijkt me dat niet representatief. Dus natuurlijk zet ik iets aan, want je moet voor een miljoen mensen iets gaan uitleggen. Het helpt dan ook als je haar niet gek zit.’
Joost Oranje zei: ‘Die toneelervaring is zowel zijn kracht als zijn zwakte. Jeroen moet niet gaan acteren, hij moet zichzelf blijven.’
‘O. Oké. Nou. Weet je, ik heb er eigenlijk best wel spijt van dat ik ooit heb verteld dat ik aan toneel heb gedaan. Omdat men er nog steeds over begint. Ik deed op mijn 19de één jaar vooropleiding en ben nu 40, maar ik word blijkbaar nog steeds als een halve acteur gezien.’
Waarom werd je gepest, of was er geen reden?
‘Omdat ik anders was. Maar als je me dan vraagt hoe anders, geen idee. Ik had een bril. Ja, waarom pesten kinderen elkaar? Ik was een studiepik, van die dingen. Dingen waardoor kinderen, cruel as they can be, elkaar niet accepteren. In Harmelen, in zo’n dorp, viel ik uit de toon. Ik maakte een eigen krant en stopte die bij mensen in de bus, ik had een eigen radiostation op zolder…’
Praat mee