Ministeries overtreden op grote schaal Wob-regels

De Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bepaalt dat iedere burger informatie bij de overheid kan opvragen. In principe moet de overheid binnen acht weken op een Wob-verzoek reageren. In sommige gevallen geldt een termijn van veertien weken. Volgens RTL lukte het de landelijke overheid vorig jaar in 564 van de 829 gevallen niet om zich aan die termijnen te houden. In ruim honderd gevallen is de overschrijdingstermijn meer dan een half jaar, oplopend naar soms meerdere jaren.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid spant de kroon en beantwoordt 87 procent van alle Wob-verzoeken te laat. Bij Infrastructuur en Waterstaat is dat 81 procent, bij Binnenlandse Zaken is 78 procent te laat.

Daarnaast is de Rijksoverheid niet alleen te laat met beantwoorden – als ze dan uiteindelijk de gevraagde documenten verstrekt, gebeurt dat in 58 procent van de gevallen onjuist en onvolledig. Dat blijkt uit cijfers die RTL Nieuws heeft opgevraagd bij de Raad voor de Rechtspraak. De afgelopen vijf jaar heeft de rechter de overheid 694 keer een tik op de vingers gegeven, omdat er te veel informatie geheim werd gehouden.

Premier Rutte beloofde vrijdag in zijn reactie op het aftreden van het kabinet dat de informatievoorziening aan de Tweede Kamer en journalisten fundamenteel op de schop gaat. Hij wil voortaan stukken openbaar maken over wat er in de ministerraad is besloten. Arthur Maandag, journalist, jurist en Wob-deskundige stelt in een opinie dat die opmerking vooral vragen oproept.

Deze week wordt ook de opvolger van de Wob, de Woo, in de kamer werd behandeld. Grote vraag is of de aangekondigde wijziging voor de Wob dan ook wordt meegenomen.