Meesterlijke vragensteller

‘Zalig weer, fantastische omgeving, een schoonzus die zalig kookt. Helemaal top’, mailde Will op de ochtend dat hij, genietend van zijn vakantie in Frankrijk, een hartstilstand kreeg. Will Tinnemans, schrijver, moderator en mediatrainer, overleed plotseling op 28 oktober in Grenoble aan de gevolgen van die hartstilstand.
Hij had net zijn laatste boek ‘De kwetsbaren’ voltooid, een bundeling essays over de onderkant van de arbeidsmarkt. ‘Met een omweg en als een gerijpt persoon was Will teruggekeerd naar zijn oerthema: de positie van mensen zonder stem in de publieke arena’, zo vertelde historicus Wim Willems, een van zijn beste vrienden, op de begrafenis.
Zijn oerthema ontleende Will aan zijn jeugd. Hij groeide op in Someren, als dertiende kind in een rij van vijftien. Hij ging naar de School voor de Journalistiek in Utrecht, waar zijn ambitie en talent al opvielen, evenals zijn drang naar autonomie. Een vaste baan beviel hem niet. De korte periodes dat hij als redacteur op een redactie werkte, beleefde hij ‘als een gekooid dier’. Liever koos hij als freelancer zijn eigen onderwerpen en deelde hij zelf zijn tijd in.
Hij schreef voor de kwaliteitskranten en -weekbladen, en werkte voor de VPRO-radio en televisie. Veelal samen met fotograaf Jan Banning maakte hij reizen naar verre oorden, die steevast uitmondden in publicaties, aanvankelijk over de positie van migranten, later ook over andere thema’s zoals het project ‘Bureaucratics’. Will beschouwde zichzelf ook als een migrant, al was het in eigen land. Zijn afkomst, het grote Brabantse arbeidersgezin, was en bleef de bron van zijn motivatie.
Zijn magnum opus, ‘Een gouden armband. Een geschiedenis van mediterrane immigranten in Nederland (1945-1994)’ verscheen in 1994, en daarmee vestigde hij zijn autoriteit - ook in wetenschapskringen - op het gebied van minderhedenkwesties. Toen hij dit boek had afgerond, gunde hij zichzelf nauwelijks rust. Er moest weer geschreven worden.
De afgelopen tien jaar ontwikkelde Will andere professionele kwaliteiten. Behalve dagvoorzitter en moderator op symposia en congressen was hij ook media- en communicatietrainer. Hij was een scherpe observator, een meesterlijke vragensteller en een geduldige luisteraar. De rode draad in zijn leven formuleerde hij zo: ‘Hoe ongelijksoortig mijn werkzaamheden ook mogen lijken, ze draaien allemaal om het stellen van de juiste vragen en om het vinden van bevredigende antwoorden op die vragen.’
Will had inmiddels zijn stadse leven verruild voor een leven op het platteland. Aan de rivier, in het dorpje Slijk-Ewijk, woonde hij met zijn vrouw Adrienne Wijlaars. Eindelijk had hij privé en professioneel rust gevonden. Daar, achter de dijk, op een kerkhofje onder een treurbeuk, hebben we hem begraven. Rust zacht, lieve vriend.
Ruud Koolen, Sjaak van Vlerken en Suzanne Weusten
Praat mee