Meer opgaven en lagere incasso zorgen voor lagere Lira-uitkeringen
Lopen de reprorecht-, leenrecht- en thuiskopievergoeding van Stichting Lira terug? Die vraag stak de afgelopen weken de kop op onder freelance journalisten, nadat de stichting haar jaarlijkse overzichten met vergoedingen rondstuurde. Het antwoord is volgens Lira-directeur Hanneke Verschuur niet zo simpel.
Eindejaarsbonus
Veel freelance journalisten zien de reprorecht, leenrecht- en thuiskopievergoeding die Stichting Lira jaarlijks in december aan hen uitkeert als welkome eindejaarsbonus. De uitkering is opgebouwd uit verschillende losse uitkeringen. Zo betalen bijvoorbeeld bibliotheken die tijdschriften uitlenen een bedrag per uitgeleend tijdschrift.
Freelancers die aan Lira opgeven hoeveel ze hebben verdiend met de verkoop van artikelen aan tijdschriften krijgen een deel van die zogenoemde leenrechtvergoeding uitgekeerd. De hoogte van dat bedrag is niet alleen afhankelijk van het honorarium van de freelancers. Ook het aantal keer dat de tijdschriften bij de bibliotheek is uitgeleend telt mee.
“Stichting Leenrecht haalt de leenrechtvergoeding op bij de bibliotheken. Wij kijken vervolgens hoeveel geld alle freelancers bij elkaar bij de tijdschriften hebben verdiend”, legt Lira-directeur Hanneke Verschuur uit. “Die twee bedragen delen we door elkaar. Het percentage dat daar uitkomt noemen we de eenheidswaarde. Daarmee berekenen we hoeveel geld iedere freelancers van ons hoort te krijgen. Zo doen we dat ook bij de reprorecht- en thuiskopievergoeding.”
Minder geïncasseerd
En het is juist die eenheidswaarde die het afgelopen jaar is gedaald, valt freelancers op. Dat geldt niet alleen voor het leenrecht, maar ook voor de reprorechtvergoeding. Dat is een vergoeding die bedrijven, overheids- en onderwijsinstellingen betalen voor het maken van kopieën van artikelen uit onder andere kranten en publiekstijdschriften. “De eenheidswaarde wisselt van jaar tot jaar”, aldus Verschuur. “Het ene jaar is hij hoger, het andere jaar lager. Maar het is niet zo dat hij alsmaar daalt.”
Dat de eenheidswaarde van jaar tot jaar in hoogte verschilt heeft meerdere redenen. “De stichtingen waar wij de gelden van ontvangen (Stichting Leenrecht, Stichting de Thuiskopie en Stichting Reprorecht, red.) hebben minder geïncasseerd in vergelijking met het jaar ervoor”, aldus Verschuur. “Bij het leenrecht komt dat onder andere door een terugloop van het bibliotheekbezoek. Ook rechtszaken die worden gevoerd kunnen de uitkeringen drukken.”
Een dergelijke rechtszaak die Stichting de Thuiskopie tegen de Nederlandse overheid voerde, leidde vorig jaar tot een flinke extra uitkering voor freelance journalisten. Zij kregen in één klap een aantal jaar thuiskopievergoeding op hun rekening gestort, nadat Stichting de Thuiskopie in 2014 een schikking van 33,5 miljoen trof met de overheid.
Meer journalisten
Een andere reden dat de eenheidswaarde is gedaald, is dat het aantal journalisten dat zich heeft aangemeld bij Stichting Lira flink gegroeid is. In één jaar tijd kwamen er volgens Verschuur opgaven van een paar honderd journalisten bij. Dezelfde hoeveelheid geld over meer mensen verdelen betekent iedereen een kleiner stuk van de taart krijgt.
Bij meer opgaven wordt de spoeling per journalist dus dunner. Toch wil Stichting Lira zoveel mogelijk freelancers aan zich binden. Het maakt de organisatie slagvaardiger. “Maar ook freelance journalisten die nu nog niet bij ons bekend zijn, hebben recht op die vergoedingen. We brengen die vergoedingen graag naar de mensen voor wie ze bestemd zijn.”
Praat mee