Lubbers en de pers

‘Twee elementen die belangrijk blijven in mijn politieke leven’, lezen we op enig moment in de onlangs gepubliceerde memoires van oud-premier Ruud Lubbers. ‘Het gebruik je te informeren over je gespreksgenoot, én goed na te denken over hoe je omgaat met de media.’
Deze conclusie volgt op een anekdote over hoe hij als jonge minister van Economische Zaken tijdens de oliecrisis het journaille in bedwang hield na topoverleg met een OPEC-baas. Enerzijds wilde hij de pers tevreden naar huis sturen, maar tegelijkertijd wilde hij ze ook ‘afleiden van de werkelijke zaak’. ‘Als politicus heb je natuurlijk geen behoefte alle details die je zojuist besproken hebt met hen te delen.’
Dus bedacht hij vooraf de verklaring die hij zou geven, en week daar niet vanaf. ‘Continu vooruitkijken en voorbereid zijn op wat op je afkomt’, bleef zijn motto. Het tekent de realpolitiker Lubbers. En het leidde in zijn contact met de pers, zoals na zijn overlijden vaak gememoreerd door journalisten, vaak tot wat we Lubberiaanse uitspraken zijn gaan noemen: wollige statements waarvan je na afloop kon denken: maar wat zei hij nu eigenlijk?
In Persoonlijke Herinneringen is weinig Lubberiaans terug te vinden. Lubbers’ memoires werden, vanwege zijn verslechterende gezondheid, geredigeerd door historicus Hannah Aukes, en aangevuld met materiaal uit vier lange interviews. Voor de leesbaarheid vast niet zo gek. Maar stiekem toch een gemis.
Praat mee