Marielle van Uitert over liefde in tijden van oorlog















Geen oorlog is zonder risico. Niemand hoeft Marielle van Uitert dat te vertellen. Toch gaat ze door, geleid door een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Zelfs de dood van collega-fotograaf Jeroen Oerlemans houdt haar niet tegen. ‘Met mijn foto’s geef ik lijdende mensen een stem.’
‘Ik voel me hier heel gelukkig.’ Ze spreekt de woorden terloops uit, nog voordat het interview is begonnen. In de zonbeschenen woonkamer neemt een herdershond kalm maar waakzaam het pas gearriveerde bezoek op, terwijl Marielle van Uitert (43) koffie met stroopwafeltjes serveert. Ze vertelt over leven in Vught, de rustgevende bossen, haar vriendin Cassandra, steun en toeverlaat. En over haar wandelingen met Denver, de asielhond waarop ze verliefd werd toen ze hem voor het eerst in de ogen keek.
In huis is de oorlog ver weg. ‘Gelukkig?’, is de eerste vraag. Tien jaar lang heeft ze onverteerbaar geweld gezien, in Afghanistan, Colombia, Syrië, El Salvador, en andere oorden des doods. Ze overleefde een ontvoering en een mortierbeschieting. Kwam goed weg na een bijna-ontvoering, de Taliban jaagde op haar. ‘Gelukkig?’ Van Uitert proeft de vraag en nuanceert het beeld: ‘Misschien moet ik zeggen: dankbaar. Dat ik nog kan lopen. Dat ik nog leef. Ja, ik heb veel geluk gehad. Toch kan ik ondanks alle verschrikkelijke ervaringen zeggen: ik zit op mijn kompas.’
Op de tafel zoemt een laptop. Het is een stokoud model van HP. Enkele toetsen ontbreken, zoekgeraakt in Afghanistan. De harde schijf herbergt het turbulente leven van een rebelse, rusteloze reiziger en waarheidszoeker. Voordat ze de fotografie ontdekte, was ze zoekende en reisde ze over de hele wereld. Als backpacker deed ze ‘alles wat God verboden heeft’. Het is voltooid verleden tijd. Alle turbulentie is opgeslagen in tien ongepubliceerde boeken. ‘Als ik een moeilijke tijd heb, dan schrijf ik heel gemakkelijk. Ik schrijf de ellende van me af. Er is nu geen reden om een nieuw boek te schrijven.’ Wel schreef ze een boek over haar fotografie en reizen. ‘Duizend ogen’, luidt de titel en het boek bevat tweehonderd foto’s die ze de laatste tien jaar maakte, vergezeld door verhalen van haarzelf en schrijvende collega’s.
Toen ze jong was, was er nog geen camera. Wel was er al die tomeloze nieuwsgierigheid. Van haar ouders kreeg ze een streng rechtvaardigheidsgevoel mee. In huis ging het over goed en slecht, keuzes die een mens in moeilijke omstandigheden moet maken. Oorlog was in de familie onzichtbaar aanwezig. De opa van Van Uitert had in Kamp Vught gezeten. Er waren dingen gebeurd waarover werd gezwegen. Van vader kreeg ze één beeld mee. Als een foto: een naakte opa, aan de armen opgehangen. Duitsers die tegen hem op plasten. Dat had hij opa een keer horen zeggen.
Het meisje zwierf veel in de bossen van Vught en wist dat ze weg moest. Ze koos voor de opleiding toerisme en verkeer in Breda. Daarna ging het alle kanten op. Reisleidster, duikinstructrice, serveerster, boekhouder, ze pakte alles aan. Voor de krant BN DeStem ging ze freelancend stukjes schrijven. Ze leerde talen, las alles wat haar onder ogen kwam en ging onvermoeibaar reizen. ‘Eigenlijk wist ik niet wat ik wilde’, weet ze nu. Ze woonde een tijdje in Frankrijk, ging tussendoor naar Afrika en bezocht zeker elf keer Australië, om telkens naar Breda terug te keren. Daar verhuisde ze meer dan veertig keer, van kamer naar kamer. Een van de laatste kamers behoorde toe aan Sven Torfinn, freelance fotojournalist. Hij trok met zijn vriendin naar Afrika.
‘Daar zat ik tussen al zijn foto’s en boeken. De koelkast lag vol met filmpjes’, herinnert Van Uitert zich. ‘Daar maakte ik de keuze: ik wil fotojournalist worden.’ Op een latere reis, naar Vietnam, kwam het besef dat die keuze nog niet scherp genoeg was. Op een dag was ze op een strand, toen een souvenirverkoper langs liep. Hij verkocht boeken over de Vietnamoorlog, als presentjes voor het thuisfront. Daar zag ze weer de foto van het ‘napalmmeisje’ Kim Phuc, gemaakt door fotograaf Nick Ut. ‘Vanaf die dag realiseerde ik me de kracht van een enkele foto’, vertelt ze, terwijl ze een nieuwe sigaret opsteekt. ‘Ik wil met mijn foto’s onvertelde verhalen vertellen van individuele mensen. Het zegt niemand iets als ik vertel dat in El Salvador elk uur een moord gebeurt. Wel als ik Tatiana Riviera laat zien, pas 21 jaar oud, moeder. Zojuist geëxecuteerd. Haar lichaam ligt op straat, telefoontje er nog naast. Dan komt de boodschap binnen.’
Ook bij haar. De tranen kwamen terwijl ze fotografeerde. Het beeld verwaterde toen de vrouw in een doek werd gewikkeld, haar moeder toekijkend. De fotograaf drukte op gevoel af. ‘Er zijn journalisten die bij een dergelijk tafereel rustig een sigaretje staan te roken. Ze zijn cynisch geworden’, zegt ze. ‘Ik laat het verdriet soms dichtbij komen. En toch ben ik professioneel.’
Vrouwen en kinderen spelen een belangrijke rol, zowel op als buiten de foto. In oorlogen dragen zij het grootste leed. Van Uiterts foto’s brengen schrijnende situaties aan het licht, zoals in klinieken voor kindbruidjes of mishandelde moslimvrouwen in Afghanistan. ‘Ik leer ze kennen’, vertelt ze. ‘Dan houden we elkaar vast en dan voel ik alleen maar liefde. Er is een wederzijdse sensitieve band. Ik kan iets geven. Dan werpen ze hun sluier af en zijn het bijzondere vrouwen. Buiten kunnen we wel eens een sigaretje roken. Zijn ze even uit de shit, en mij doet de ontspanning ook goed. Ja, er bestaat ook liefde in tijden van oorlog.’ De fotograaf glimlacht bij de herinnering. Ze plant haar handen achter het hoofd en trekt de ellenbogen ter ontspanning ver naar achter. Denver tilt hoopvol een ooglid op.
Afghanistan was een van haar eerste trips. Het land heeft haar veel gegeven, avontuur, vriendschappen en een reeks goede foto’s. Maar het had ook veel kunnen nemen, haar leven bijvoorbeeld. Op een dag, toen ze toegedekt met een burka foto’s van vrouwen maakte, werd ze hardhandig in een auto getrokken en weggevoerd. Het bleek haar redding. De Taliban wilde haar hoofd. Twee dagen lag de fotograaf angstig onder een bed, totdat ze naar veilig gebied kon worden gebracht. ‘Ik had het even niet meer’, zegt ze er over. De ervaring maakte haar wijzer.
Geen oorlogssituatie is zonder risico’s, zou ze leren, de kunst is om het aantal te beperken. Toch ging het nog een paar keer bijna fout, zoals in 2012 in Syrië, toen ze samen met journalist Irene de Zwaan daadwerkelijk werd ontvoerd en moest vrezen voor haar leven. Het geluk zat haar weer eens mee, ze mocht lichamelijk ongedeerd en als vrij mens gaan. Maar de angst zat nog in haar lijf en beelden spookten door haar hoofd, toen ze in Vught terugkeerde. Na thuiskomst hield ze Cassandra stevig vast, reden ze samen direct door naar vader en moeder, knuffelden elkaar, en terug in Vught was er Denver. Stil liepen ze door het bos. ‘Die hond zegt of vraagt niets.’
’s Nachts kwamen de nachtmerries, dagen achtereen, het zijn bekende stormen na heftige oorlogssituaties. Haar lichaam schreeuwde: ik moet vluchten, ik moet hier weg. De volgende dagen begon ze met het uitwerken van haar verhalen en ebde de waanzin weg. Ze is allerminst lichtzinnig, vindt ze. Met een gespecialiseerde arts sprak ze een paar keer over het gevaar van posttraumatische stress. Ze kon het blijkbaar aan, constateerde hij. Ze verwerkt het onverwerkte op haar manier, met steun van Cassandra, haar vrienden en de hond. Pas als ze weer ‘helemaal heel’ is, en zielenrust over haar is gekomen, denkt ze weer aan vertrekken. Na de ontvoering in Syrië duurde het maanden. En toch ging ze.
‘Moet ik dan bruiloften fotograferen? Het moet van mezelf. Ik moet de verhalen vertellen, hún verhalen. Soms smeken mensen me om foto’s te maken, met mijn foto’s geef ik ze een stem. Anders worden ze nooit gehoord.’
Van Uitert strekt na bijna twee uur praten nog eens de armen, haar ogen zoeken contact met Denver. Dan schuift ze de laatste stroopwafel naar het bezoek. Ze weet dat nog één vraag zal komen. Die zal gaan over de dood van Jeroen Oerlemans, collega fotograaf, reiziger, waarheidszoeker in conflictgebieden. Geboren in Vught. Allebei gekidnapt in Syrië.
Het nieuws over zijn dood hoorde ze op de bank. Ze zat er samen met Cassandra en was net thuisgekomen na twee lezingen, over de oorlog in Syrië. Een redacteur van de NOS belde haar. Of ze wilde reageren op het nieuws. Welk nieuws, vroeg ze argeloos.
Ze kreeg geen lucht meer, er kwam geen woord meer uit. ‘Alles kwam weer boven, zo heftig. Jeroen en ik hebben samen in Uruzgan een perscontainer gedeeld. Ook al kende ik hem niet goed, ik leefde wel mee. Ik heb een kaarsje voor hem opgestoken toen hij in Syrië werd ontvoerd. Het overkwam ook mij. We wisten het van elkaar. Het nieuws over zijn dood hakte erin.’ Ze besloot om in geen enkele uitzending haar verhaal te doen. De emoties bewaarde ze voor zichzelf en Cassandra, met wie ze het verleden herbeleefde.
Ze noemt de dood van Oerlemans een groot verlies. ‘Hij was een goede journalist en vader van drie kinderen. En toch, het is een cliché: hij is in het harnas gestorven. Zijn werk maakte hem gelukkig, hij kon niet anders.’
De avond van zijn doodsbericht barstte van emotie. Haar vriendin ‘trok het even niet meer’. Uren hebben ze uitputtend gepraat. Zal ik dan maar dieren fotograferen, vroeg ze nog, maar ze wist wel beter. ‘Dat worden dan wolven’, antwoordde Cassandra. Ze moesten er om lachen. Natuurlijk is ze banger, naar Libië of Syrië zal ze voorlopig niet gaan. Maar ze geeft toe, het begint weer te jeuken. Sinds het bezoek aan de FARC in Colombia, in juni, is ze niet meer weggeweest. ‘Ja, ik zal weer vertrekken, al weet ik nog niet waarheen. Cambodja, of toch naar Mosul In Irak, dat is het nieuwe verhaal.
Ik ga door. Dit werk is te belangrijk.’
Marielle van Uitert, Kerkdriel, 1973
Opleiding: Hogeschool NHTV, fotovakschool Boxtel en Amsterdam, RISC training Londen
Prijzen: 2010 Tweede prijs UN development programme, 2011 Tweede prijs Zilveren Camera, buitenlands nieuws, enkel, 2015 Eerste prijs Zilveren Camera Buitenland documentair, series, 2016 Nominatie Sony World Photography Awards
Boekpublicaties: 2010 ‘Bye Bye Bullshit, 29868 minutes with the last Dutch patrols in Afghanistan’, 2013 ‘Blik op de Oorlog/Faces of War’, 2016 ‘Duizend ogen’
‘Duizend ogen’ wordt vrijdag 4 november, 17.00 uur, gepresenteerd in de Amsterdamse Boekhandel Atheneum. Uitgeverij de Geus, ISBN 9789044538076, € 29,99.
Praat mee