mgm nvj maart

— maandag 14 december 2015, 12:59 | 0 reacties, praat mee

Een hele nare wereld

Een kwart eeuw zoekt oorlogsfotograaf Teun Voeten al conflicten op. Zijn mensbeeld is niet luchtiger geworden. ‘Vooruitgang? Waar dan? Laatste wijziging: 14 december 2015, 13:31

De plaats van gesprek blijft onvermeld. Dat spreken we af. Heeft te maken met discretie, ‘mijn tweede natuur’, legt de oorlogsfotograaf uit. Hij heeft een zoontje. Die moet overal buiten blijven. Naast de deur van de flat daarom alleen dit naambordje: ‘Teun Voeten en zoon’. Aan het eind van een trapportaaltje bevindt zich een doorleefde werkruimte, die oogt als een slagveld van koffiekopjes, hellende stapels papier, boeken, kranten en souvenirdoosjes uit conflictgebieden die hier vandaan worden bezocht. Het appartement ligt in een buitenwijk van een ‘Belgische stad in de buurt van de Nederlandse grens’. De verplichte omschrijving van Voetens rustpunt.

Natuurlijk, het gaat ook om veiligheid. De fotograaf komt in politiek gevoelige gebieden, bezette delen van landen in het Midden-Oosten. Syrië bezocht hij driemaal, eenmaal aan Assad-kant, tweemaal aan de zijde van rebellen. ‘Het is altijd en overal spitsroeden lopen’, zegt hij aan het begin van het gesprek, terwijl hij ongedurig van zijn laptop naar een traag druppelend koffiefilter heen en weer loopt. ‘In mijn artikelen laat ik me vaak islam-kritisch uit. Ik zeg en schrijf wat ik denk. Dan is het prettig als sommige mensen niet precies weten waar ik woon.’ Vanuit de keuken praat hij in hoog tempo door: ‘Ben hier nooit bedreigd geweest. Dat wil ik graag zo houden.’

Het is een vroege zondagmorgen halverwege november, een week na de aanslagen in Parijs. In Brussel is het hoogste dreigingsniveau van kracht. In de wijk Molen­beek valt de politie huizen binnen. In de stad waar Voeten nu verblijft, staan op straathoeken ook zwaar bewapende militairen opgesteld. Zo nu en dan klinken sirenes in straten verderop. ‘Het zijn rare tijden’, zegt hij laconiek. Maar dan: ‘Dit land verkeert in een angst­psychose’.

Anderhalf jaar geleden verhuisde de fotograaf naar zijn nieuwe thuis. Hij vertrok uit Molenbeek. In 2005 was hij er ‘een beetje dwaas naïef-idealistisch’ komen wonen. Het was er weliswaar arm, verwaarloosd en sociaaleconomisch achtergesteld, maar de wijk was tenminste multicultureel. Dat laatste bleek een vergissing: ‘Molenbeek is monocultureel, en daar is een fanatiek-religieuze component aan toegevoegd. Het was een depressieve buurt. We waren er als blanken een minderheid in onze eigen straat en werden buitengesloten. Jongens scholden mijn vriendin uit. Ze bespuugden haar. Zoveel latente agressie. Mensen worden op straat beroofd en niemand steekt een poot uit. Dan weet je: hier moet ik weg.’

Op straat verschenen steeds meer salafisten. ‘Kerels met enorme baarden en pofbroeken. Een kille blik in de ogen. Het zijn religieuze fanatici. Een salafist in een buurt is als een kanarie in een kolenmijn. Dan is het oppassen geblazen.’  Voeten benadrukt dat de motivatie niet zijn veiligheid was, maar een gevoel van onbehagen. Hij miste een comfortabele thuisbasis. Die heeft hij hard nodig zegt hij, als hij van een conflict naar huis terugkeert. ‘Ik wil niet dezelfde lieden tegenkomen, die ik eerder in Syrië heb gezien, niet leven in eenzelfde harde en gespannen sfeer.’

Een kwart eeuw is hij al oorlogsfotograaf. Hij was bij het uiteenvallen van Joegoslavië, zag de genocide in Rwanda, bezocht oorlogen in Afghanistan, Sierra Leone, Colombia, Libië, drong door in het Mexicaanse druggeweld en dook enkele maanden onder in een tunnel in New York, waar hij optrok met aan crack verslaafde daklozen. De laatste tijd was hij in Syrië. En hij leerde Molenbeek kennen. Zijn mensbeeld was al tamelijk pessimistisch, en dat is er in al die jaren niet luchtiger op geworden. ‘Ik heb een realistisch mensbeeld’, zegt hij, onrustig bewegend op zijn stoel. ‘Ik schat de mens niet hoog in. Er is een enorme stupidificatie aan de gang. Mensen zijn intoleranter geworden. Vooruitgang? Waar dan? Er is geen vooruitgang. Ja, de slavernij is afgeschaft, maar dat is een voetnoot.’

Zijn woorden komen snel, hij is gewend te praten. Nee, cynisch is hij nog niet, sarcasme ligt hem beter: ‘Depressief? Ik zou depressief worden als ik keer op keer mijn mensbeeld moet bijstellen. Wat nu gebeurt is een bevestiging van wat ik al heel lang dacht. Onveiligheid is heel normaal in de wereld. Nu komt het Westen ook in die situatie. Natuurlijk gaan er meer aanslagen volgen, in Brussel, Parijs, Amsterdam en Rotterdam. Leer er maar mee leven dat in de trein plotseling een man met Kalasjnikov opstaat. Dat die iedereen probeert neer te maaien. We moeten er tegen strijden, maar de situatie ook accepteren.’ Het is volgens hem een hybride stadsoorlog, pervers, snel, flexibel, onvoorspelbaar, zonder duidelijke doeleinden, behalve om angst te zaaien. ‘De komende tien, twintig jaar komen we terecht in een heel nare wereld.’

Dan komt hij overeind, zijn toon is wendbaar: ‘De geschiedenis verrast ons soms. Wie kon voorspellen dat de Berlijnse muur zou vallen. Dat vijf dictators in het Midden-Oosten het veld zouden ruimen. Ik hoop dat ik ongelijk krijg.’

Het is een nare wereld, ook nu bij hem om de hoek. Maar hij laat zich niet bang maken. Natuurlijk kent hij angst. Vertel hem wat angst is. In Bosnië werd hij in zijn been geschoten, in Colombia sleurden rebellen hem uit een bus en ontvoerden hem. In Afghanistan ontliep hij een paar keer de dood na hinderlagen van de Taliban, in Sierra Leone stond hij oog in oog met een groep oorlogsgeile kindsoldaten, die schreeuwden dat ze hem gingen vermoorden. Zijn ballen moesten eraf. ‘Ja, dan ben ook ik doodsbang’, zegt hij. ‘Als ik angst voel, neem ik een andere straat.’

Altijd weer die ene vraag, aan de oorlogsfotograaf ­Voeten, zo gemakkelijk komt hij, maar zo moeilijk is het antwoord. Waarom, waarom doet hij het? Hij wil het proberen uit te leggen: ‘Natuurlijk, het is een taak, opdracht, misschien zelfs wel een soort roeping. Engagement. In Bosnië werden mijn cultuur- en leeftijdsgenoten afgemaakt, ik moest erheen. Maar het is meer. In Rwanda lag het weer anders, dat was waanzin, volkomen doorgedraaide mensen die elkaar afslachten. Het argument engagement viel weg. Het was werk. De wereld moest het weten. Maar ik moet eerlijk zijn. Het heeft ook met spanning en sensatie te maken. Ik ben geen ijdeltuit die zich als zuiver idealistische fotograaf neerzet. Er is nóg iets anders. Als je levend uit een hinderlaag komt, krijg je een gevoel van onkwetsbaarheid. Dat is verslavend. Het is ook verzet tegen de bourgeois maatschappij. En het is een artistieke opgave. Hoe breng je een complex iets als een oorlogsconflict tweedimensionaal in beeld? Het is zoveel bij elkaar, de motivatie verschuift steeds, soms weet ik het ook niet waarom ik weer ga.’

Voeten staat op en zet het losse koffiefiltertje op de kopjes. In de verte klinken sirenes van politieauto’s. Terwijl hij met een keteltje scheutjes water opschenkt praat hij onverstoord verder. Het wordt voor journalisten gevaarlijker, vooral in het Midden-Oosten. ‘De status is veranderd’, klinkt het vanuit de keuken. ‘Vroeger had een journalist in een conflict een neutrale rol, je was gesprekspartner. Nu zien ze je als vertegenwoordiger van het Westen. Vergeet niet, een groot deel van de wereldbevolking haat het Westen. Wij staan voor alles wat bij hen fout gaat. ‘Blame the West.’ Als journalist uit het Westen ben je partij, en dus de vijand. Je moet weg. Dat is nieuw.’ Voeten zet de kopjes koffie neer zonder te morsen. Nog een enkele vraag, zegt hij, dan moet hij echt weg.

Hoe zorgt hij dat de oorlog buiten zijn deur blijft, hoe verwerkt hij alle ongefilterde beelden? Dit keer heeft hij het antwoord paraat: ‘Praten.’ Communiceren is zijn vak, hij praat, hij schrijft, hij fotografeert. Hij is geen binnenvetter, zoals sommigen van zijn collega’s. Die worden op den duur gek. Hij werd na Sierra Leone officieel met PTSS gediagnostiseerd. Zijn therapeut voorspelde: met jou komt het goed, jij kunt communiceren. Noem hem maar een feminiene oorlogsfotograaf. Voeten holt bewust ook niet van oorlog naar oorlog. ‘Ik probeer een normaal sociaal leven te onderhouden. Mijn vriendenkring bestaat niet uit oorlogsreporters, maar uit professoren, boeren, kunstenaars en bouwvakkers. En ik heb mijn vriendin en mijn zoontje, allemaal goede mensen in een “dirty life” Ik houd me overeind met goede wijnen, fraaie landschappen en mooie vrouwen. Schoonheid zet ik tegenover alle lelijkheid.’

De rust in zijn verblijfplaats komt hem binnenkort weer ten goede, als Voeten opnieuw naar een ‘niet nader te noemen land’ in het Midden-Oosten afreist. ‘Er is in dat gebied zoveel hufterigheid die ongezien blijft. Daar moet ik dus zijn. Verontwaardiging is na 25 jaar nog altijd mijn motivatie. Als ik cynisch was geweest, had ik op een bank gelegen en met een dikke pens naar tv gekeken. “Deep down inside” is er nog die hoop dat de mens zich staande kan houden. Dat wil ik laten zien.’

Voeten staat op. Hij moet gaan. Afspraak in Molenbeek, met de Belgische televisie, een half uur verderop als je met de trein gaat. Hij trekt zijn jas aan, drukt een hoed op zijn hoofd en loopt naar de deur. Om dan plotseling om te draaien. ‘Mijn camera!’, zegt hij verschrikt. ‘Ik ga naar oorlogsgebied.’

Teun Voeten
Geboren Boxtel 1961
Studie: culturele antropologie en filosofie aan de Universiteit van Leiden en School of Visual Arts In New York.
Publiceert in o.m. Vanity Fair, Newsweek en National Geographic Magazine, de Volkskrant, UNHCR, ICRC.
Boeken: A ticket to, How de body, New York, New York, Hoop and horror in Sierra Leone, Saddam Mania, Narco Estado.
Verdere activiteiten: organiseert tentoonstellingen, geeft workshops, schrijft artikelen, essays en maakt videodocumentaires. Schrijft momenteel PhD dissertatie over drugsgeweld Mexico.
Meer informatie

Tip de redactie

Logo Publeaks Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Teddy van der Laan

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.