— zondag 1 oktober 2017, 10:00 | 0 reacties, praat mee

Kadir van Lohuizen: Foto­verhalen vanachter het nieuws

1–14
Soldaten op de Bo-Kenema road. Sierra Leone,1995 - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Een trein op weg van Biaro naar Kisangani wordt door zo’n tweeduizend vluchtelingen gebruikt om aan hun ellende te ontsnappen. Zaïre, 1997. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Diamantmijn in Bakwa Bowa, Congo. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Vluchtelingenkamp Jabalya in de Gaza­strook, Palestina, Israël, 2009. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Israëlische soldaat met Palestijnse vrouwen in vluchtelingen­kamp Al-Amari. Palestina, Israël, 1988. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Het jaarlijkse rendierfestival in Laboravaya (in de regio Jamal) waar een van de laatste nomadenvolken van Siberië woont. Rusland, 2002. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Van oktober tot juni zijn Indiase ijsvissers in de regio Jamal werkzaam voor Russische vissersbedrijven. Rusland. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
De overbevolkte gevangenis van Quezaltepeque werd oorspronkelijk gebouwd voor 400 gevangenen, nu zijn dat er 1200, El Salvador. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Het huis van Jim en Teena Helmerick in de delta van de Colville rivier, direct aan de Arctische zee. Alaska. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Norberto Hernandez en zijn vrouw Olga wonen op het eiland Sucunguadup dat ze zelf opgehoogd hebben met behulp van koraal om zich tegen het opkomende water te beschermen. Colombia. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
De gevolgen van klimaatverandering in Papoea-Nieuw-Guinea, Bougainville. Een vrouw ‘oogst’ het zaad van waterplanten om ze te koken en op te eten. Inwoners van Yesila-eiland hebben te kampen met serieuze voedseltekorten. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Een inwoonster van Tebike Nikoora kijkt naar het hoogwater dat haar huis dreigt binnen te stromen. Mensen leven hier in zeer kwetsbare omstandigheden. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Een boot vol plastic afval is onderweg van de Bronx naar Brooklyn, waar het naar de gerecycled wordt. New York, 2016. - © Kadir van Lohuizen | NOOR
Mensen storten zich op een vuilniswagen op de Olusosun vuilnisbelt in Lagos. Ongeveer 5000 vuilnisverzamelaars werken en leven op deze plek. Ze verzamelen alles wat recyclebaar is zoals kunststoffen, textiel, elektronica, papier. enz. Het probleem is dat - © Kadir van Lohuizen | NOOR

Al dertig jaar reist Kadir van Lohuizen over de hele wereld. Zijn aandacht verschuift van gewelddadige conflicten naar andere grote thema’s, zoals het verwerkingsproces van afval. ‘Zolang ik een steentje bij kan dragen aan bewustwording, zal ik dit werk blijven doen.’ Laatste wijziging: 6 september 2023, 13:57

‘Hier moet je zijn!’ De lange arm van Kadir van Lohuizen wappert vanaf de achtersteven van de Verwachting naar de kade. Een mobiel is tegen zijn oor gedrukt. Al ruim twintig jaar is het historische vrachtschip de uitvalbasis voor zijn reizen. Ze brachten hem naar vluchtelingenkampen, vergeten oorlogen, diamantmijnen, provisorische woningen, gevangenissen, door water bedreigde gebieden en onmetelijke afvalbergen. Daar ontmoette hij ontheemden, overlevers en andere mensen die in de media ongezien blijven. Zijn fotoseries haalden hen uit de anonimiteit.

In het benedendekse ruim vertelt hij erover, zittend aan een tafel waarop rekeningen, een Zambiaans bankbiljet, notities en stapels fotoboeken liggen. Ernaast beduimelde opschrijfboekjes. Zijn projecten zijn erin gecomprimeerd. ‘Tokyo waste 2016, Nairobi prison may 2017’ staat er in blokletters op geschreven. De tafel toont Kadirs werelden, de luidruchtige wereld van Amsterdam centrum is hier ondanks het geopende luik vrijwel buitengesloten. Slechts vaag dringen geluiden van auto’s en treinen door.

De jaren zijn snel gegaan, ontelbare keren stapte hij in vliegtuigen, op weg naar een uithoek waarover hij moest berichten. ‘Dat label heb ik gekregen: altijd onderweg voor langlopende projecten’, zegt hij. Bijna dertig jaar geleden begon het serieus te worden. Hij was in Bangkok, toen berichten over een Palestijnse opstand hem bereikten. Daar moest hij heen. Twee maanden bleef hij er, De Groene Amsterdammer publiceerde zijn foto’s over de eerste Intifada. Zijn camera is sindsdien niet meer uit zijn handen geweest. Een leven van re­searchen en reizen zou volgen.

Langer dan twee maanden houdt hij het in Nederland niet uit. De onrust in hem groeit. Hij praat nu wel ogenschijnlijk op zijn gemak in het onderruim van zijn schip, maar in zijn hoofd roeren zich ideeën voor nieuwe reizen. Over twee dagen reist hij af naar het Zuidfranse Perpignan, voor het jaarlijkse internationale fotofestival Visa pour l’Image. Tien jaar geleden werd er fotoagentschap NOOR geboren. Als medeoprichter hoort hij bij de viering van het jubileum aanwezig te zijn. Maar aan de andere kant van de Atlantische Oceaan treft de orkaan Irma de kust van Florida. Daar moet hij ook heen. Achter het nieuws over de rampspoed ontrolt zich het thema van de rijzende zeespiegel. De armste Amerikanen betalen de tol van een lakse en incompetente Amerikaanse overheid, die hen in de steek laat. Van Lohuizen bijt zich al twaalf jaar in het onderwerp vast, nadat hij in 2005 voor het eerst in New Orleans de ontwrichtende gevolgen van de cycloon Katrina had gezien. 

Die reisdrift en betrokkenheid bij maatschappelijke kwesties vinden hun voedingsbodem in zijn jeugd. ‘Een bijzonder nest’ noemt hij zijn ouderlijk huis. Vader was geograaf en planoloog, moeder onder meer museumconservator. Beiden hingen de Soefi Beweging aan en hadden een drang naar autonomie. De jonge Kadir kreeg er veel van mee. Hij monsterde aan op charterschepen, maar koos al snel voor de wal. ‘Ik heb de reflex van iemand die na Tweede Wereldoorlog is geboren’, vertelt hij, plukkend aan zijn dichte haardos. ‘Ik koos voor de sociale academie en werd actief in de kraakbeweging. De beweging ging niet alleen over woonruimte. Veel van mijn vrienden vlogen uit, naar El Salvador en Nicaragua. Ik kreeg er interesse voor politieke en maatschappelijke issues. Die tijd heeft me gevormd.’

Opvoeding en school wekten zijn nieuwsgierigheid. Dat deed ook de door hem vergaarde kennis. Wat gebeurde er in Palestijns gebied? Wie woonden daar? ‘Kennis is macht’, zegt hij stellig, ‘ook voor journalisten. Ik moet mezelf uit kunnen leggen waarom ik iets doe, waarom dat uniek is en iets toevoegt. Waarom ik moet gaan. Ik had snel door dat tijd een investering is en verricht onderzoek gerelateerd is aan de kwaliteit van je werk.’

Van Lohuizen ontdekte de camera als middel tot bewustwording. Met foto’s kon hij misstanden en onrecht blootleggen, en grote journalistieke verhalen vertellen. Terugkijkend constateert hij dat zijn aandacht zich verlegd heeft, van kwesties als oorlogsconflicten naar thema’s die geweld, catastrofes of onrecht juist kunnen verklaren. Hij noemt voorbeelden: ‘Ik ging naar vergeten oorlogen, in Siera Leone, Congo en Angola. Het nieuws haalde niet eens pagina 5. In Angola begon ik me te interesseren voor de diamantindustrie, die het conflict voedde en in stand hield. Geen medium had er interesse voor. Ik ging van een oorlog naar een heel ander onderwerp.’

Het markeerde het begin van een nieuwe fase, die van de ‘omvangrijke, onmogelijk lijkende projecten’. Zijn project Via PanAm is een voorbeeld. Reizen langs een 40.000 kilometer lange weg van Zuid- naar Noord-Amerika. Fotoverhalen vertellen over opkomende economieën en mensen die op weg zijn naar arbeid en een beter leven. Geen medium toonde belangstelling, niemand wilde Via PanAm financieren. De fotograaf gaf het bijna op: ‘Waarom zou ik tegen de stroom op blijven roeien?’ Totdat een bevriende collega opperde zijn verhalen multimediaal te presenteren. Het businessplan werd herschreven, Apple toonde interesse, het kwam met een nieuw product: de iPad. De fotograaf maakte onderweg foto’s, video’s, radio en schreef. ‘Zo kon ik het andere verhaal over deze continenten vertellen, in een nieuwe taal. Het normale verhaal over normale mensen die zich verplaatsen.’

De lange-adem-projecten geven hem als journalist meer voldoening. Ze gaan verder. Van Lohuizen begon in zijn werk de diepgang te missen, de tweede laag. ‘De wereld is complexer dan hij ooit was.’ Klimaatverandering en waterschaarste zijn de thema’s waar hij zich nu op richt. Het zijn catastrofes waarop we volgens hem met open ogen op af denderen. Een langlopend project over afval en de verwerking ervan loopt op zijn einde. Voor Wasteland bezocht hij het afgelopen jaar zes wereld­steden, waaronder Jakarta, Tokyo, Lagos en zijn eigen stad Amsterdam.

Het ene fotoproject lokt het andere uit. ‘Ze komen nooit vanzelf’, zegt hij. ‘Het groeit. Wasteland kwam voort uit mijn serie over de stijgende zeespiegel. Ik kwam op eilandjes met vervuilde stranden. Waar kwam dat afval vandaan? En ik vroeg me af: wat doe ik er eigenlijk zelf aan? Wat gebeurt met mijn afval, nadat ik het keurig gescheiden op de kade heb gezet? Elk project begint vanuit mijn persoonlijke interesse en nieuwsgierigheid.’ 

De onderwerpen boren de onderlagen van het nieuws aan en zijn minder conflictueus. Niet dat hij oorlogen helemaal mijdt – onlangs was hij nog in Irak en Afghanistan – maar de drang wordt met de jaren minder. ‘Mag ik roken?’, vraagt hij beleefd, waarop hij na verkregen toestemming de rook door het dekluik blaast. Hij pauzeert even, het onderwerp vraagt tijd. Zijn lange lijf leunt achterover, uit zijn haar trekt hij slierten recht omhoog. ‘Natuurlijk…ik kan niet ontkennen dat iets meespeelt. Veel collega’s zijn in conflicten gevallen. Als je jong bent, waan je je onsterfelijk. Jou zal niets overkomen. Wat ik vroeger als een gecalculeerd risico beschouwde, zou ik nu niet meer doen.’

Hij noemt Sierra Leone, in 1995 was hij er voor het eerst. Er heerste een wrede burgeroorlog. ‘Het was vet mis daar’, zegt hij. ‘Over die oorlog moest ik een verhaal maken, vond ik. De enige manier was door naar het front te gaan. Ik had engelengeduld en kreeg na drie weken toestemming. Op dat moment trokken alle hulporganisaties zich terug. Het werd ze te heet onder de voeten.’

Het was risicovol, kantje boord, zegt hij nu. In zijn hoofd nam hij heftige beelden mee naar huis. ‘Ik heb op het randje van een trauma gebalanceerd. Misschien ben ik er overheen gevallen, maar de diagnose is niet gesteld.’ Zijn vrienden, onder wie weinig fotografen, zetten hem geregeld op zijn plek door het stellen van de juiste vragen. Het houdt hem in balans: ‘Je moet oppassen niet van ellende naar ellende te gaan. Het emmertje blijft dan vol druppelen. Op een gegeven moment gaat het mis.’ Wat ook helpt is varen. Eén of twee keer per jaar ‘moet hij zijn schip uitlaten’, maar natuurlijk ook zichzelf. ‘Kop in de wind en navigeren. Zo verzet ik mijn gedachten.’

En zo kan hij verder. De nieuwsgierigheid van Van Lohuizen vertoont na bijna dertig jaar nog geen sleetsheid. Wel wankelt soms zijn vertrouwen in de media. De overgang van print naar digitaal is volgens hem het probleem: ‘Voor print is steeds minder geld beschikbaar. En over online zeggen ze dat er geen budgetten zijn, het levert nog te weinig op. Het gaat om winstmaximalisatie, kijkcijfers, leescijfers. Er komt een moment dat het gaat en moet veranderen. Als er geen budget is, dan verdwijnt de content vanzelf. En toch is content nodig. Neem het NOS Journaal. Dat is soms niet om aan te zien, de ontwerpkeuze. Dan is het zogenaamd komkommertijd. Hoezo? De halve wereld staat in de fik!’

Ondanks de zorgelijke situatie voor fotojournalisten, moedigt Van Lohuizen jonge collega’s juist aan: ‘Het is niet wanhopig. Als je jong en aanstormend bent, ligt de wereld aan je voeten. Dankzij digitalisering en internet zijn de mogelijkheden zoveel groter. Maar de concurrentie is enorm, je moet je onderscheiden. Leer meerdere kunstjes, word een visuele storyteller. Ik vraag me zelfs af of het beroep van fotograaf over tien jaar nog bestaat.’

Wat doet de fotograaf Kadir van Lohuizen tegen die tijd? ‘Zolang ik nog een steentje bij kan dragen aan bewustwording en een visuele bijdrage kan leveren aan de grote thema’s, zal ik dit werk blijven doen.’

kadir
Kadir van Lohuizen (Utrecht, 1963) is lid en mede­oprichter van foto­agentschap NOOR.
Prijzen: Zilveren Camera in 1994, 1997 en 2001. Visa D’or in 2007 voor fotoserie over Tsjaad.
Publicaties: onder meer Vrij Nederland, Trouw, NRC Handelsblad, de Volkskrant, De Morgen, Paris Match, Le Monde, The Independent, Newsweek en Time.
Boeken en multi­mediale publicaties: onder meer Leven in verzet (Palestina), www.tibet.chin.com, Aderen, Diamond matters, Via PanAm.

Tip de redactie

Wil je Villamedia tippen, maar is dat te gevoelig voor een gewone mail? Villamedia is aangesloten bij Publeaks, het platform waarmee je veilig en volledig anoniem materiaal met de redactie kunt delen: publeaks.nl/villamedia

Praat mee

Colofon

Villamedia is een uitgave van Villamedia Uitgeverij BV

Uitgever

Dolf Rogmans

Postadres

Villamedia Uitgeverij BV
Postbus 75997
1070 AZ Amsterdam

Bezoekadres

Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Factuurgegevens

Villamedia Uitgeverij BV
Johannes Vermeerstraat 22
1071 DR Amsterdam

Contact

redactie@villamedia.nl

Redactie (tips?)

Chris Helt, hoofdredacteur

Marjolein Slats, adjunct-hoofdredacteur

Linda Nab, redacteur

Lars Pasveer, redacteur

Trudy Brandenburg-Van de Ven, redacteur

Rutger de Quay, redacteur

Nick Kivits, redacteur

Sales

Sofia van Wijk

Emiel Smit

Loes Smit

Webbeheer

Marc Willemsen

Vacatures & advertenties

vacatures@villamedia.nl

Bereik

Villamedia trekt maandelijks gemiddeld 120.000 unieke bezoekers. De bezoekers genereren momenteel zo’n 800.000 pageviews.

Rechten

Villamedia heeft zich ingespannen om alle rechthebbenden van beelden en teksten te achterhalen. Meen je rechten te kunnen doen gelden, dan kun je je bij ons melden.