Leo Davidson (1927-2011): every inch a gentleman
Zonder dat ik ook maar iets over hem wist, was Leo Davidson al op de middelbare school mijn gedroomde voorbeeld. Begin jaren zestig, ‘s ochtends na het radionieuws van acht uur was er bij de AVRO altijd wel een bijdrage van de correspondent van het Algemeen Dagblad in London. Dat was het toch wel helemaal: vanuit zo’n wereldstad stukken schrijven voor je krant en dan ook nog een beroemde commentator op de radio. Want wie kende het niet, dat vertrouwde bronzen stemgeluid in zijn vaste afkondiging: “Leo Davidson, correspondent van het Algemeen Dagblad…..London”.
Een gedragen stem, die het beeld opriep van een imposante, rijzige gestalte. Maar dat viel behoorlijk tegen toen ik een jaar of vijftien later als jong AD-verslaggever ‘mijn’ collega Leo Davidson voor het eerst in levende lijve ontmoette. Toen hij werd teruggeroepen naar Rotterdam om er toe te treden tot de hoofdredactie. Een frêle, wat bedeesde man, klein van stuk. Beschaafd en onmiskenbaar Engels in zijn hele doen en laten.
Achteraf ook weer zo’n toonbeeld van de klassieke fout op krantenredacties om je beste schrijvers in het management te benoemen en zo hun echte talent om zeep te helpen. Leo was niet zo van de cijfertjes en de budgetten en bovendien veel te aardig om een strenge baas te zijn. Daar hebben wij als verslaggevers ook schaamteloos misbruik van gemaakt, want Leo kon slecht nee zeggen. Dus hoefde je niet zó je best te doen om zijn fiat los te peuteren voor een leuke buitenlandse reportage.
Als het om taal ging was Leo Davidson een kunstenaar en met het bijspijkeren van beginnende, maar ook gevorderde collega’s, heeft hij heel wat journalisten naar een beter niveau gebracht.
Hij was alweer bijna een kwart eeuw met pensioen, toen Leo Davidson 12 juli thuis in Krimpen aan den IJssel op 84-jarige leeftijd overleed. Een vakman van de oude stempel, loyaal aan zijn krant tot in al zijn vezels, veel te aardig en altijd every inch a gentleman.
Willem Ammerlaan
oud-hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad